ECLI:NL:RBROT:2023:4138

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 mei 2023
Publicatiedatum
19 mei 2023
Zaaknummer
ROT 21/6125
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van bestuurlijke boete en last onder dwangsom wegens illegale radio-uitzendingen

In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 19 mei 2023, wordt het beroep van eiser tegen een opgelegde bestuurlijke boete en last onder dwangsom beoordeeld. De minister had op 14 juli 2021 besloten om eiser een boete van € 5.000,- op te leggen wegens overtredingen van de Telecommunicatiewet (Tw) door illegale radio-uitzendingen. Eiser, huurder van een woning, werd als functioneel dader aangemerkt omdat hij verantwoordelijk was voor de antenne-installatie op zijn perceel. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat eiser tekort is geschoten in zijn verantwoordelijkheden, aangezien hij op de hoogte had kunnen zijn van de illegale uitzendingen. De rechtbank bevestigt dat de hoogte van de boete evenredig is, rekening houdend met de ernst van de overtredingen en de omstandigheden van eiser, die onder bewind staat en een Wajong-uitkering ontvangt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de boete en de last onder dwangsom in stand blijven.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 21/6125

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 mei 2023 in de zaak tussen

[naam eiser] , uit [plaats] , eiser

(gemachtigde: mr. J.W. Bosman),
en

[naam verweerder] , de minister

(gemachtigden: mr. S.C.M. Haarman en mr. S.P. Janssen).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de aan hem opgelegde bestuurlijke boete en last onder dwangsom vanwege overtreding van de Telecommunicatiewet (Tw). Hiertoe heeft de minister op 14 juli 2021 besloten.
1.1.
Met het bestreden besluit van 3 november 2021 op het bezwaar van eiser is de minister bij dat besluit gebleven.
1.2.
De minister heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 13 april 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en de gemachtigden van de minister.

Totstandkoming van het besluit

2. Eiser is huurder van de woning aan de [adres] in [plaats] .
2.1.
Op 16 maart 2021 hebben twee toezichthouders van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI, voorheen het Agentschap Telecom, AT) een controle uitgevoerd naar de naleving van de Tw. In het door de toezichthouders opgemaakte rapport van bevindingen van 1 april 2021 [1] staat onder meer het volgende:

“(…) Onderzoek

Op dinsdag 16 maart 2021, omstreeks 13:04 uur, bevonden wij ons ter controle op de naleving van de bepalingen gesteld in de Tw, in een dienstauto van Agentschap Telecom op de provinciale weg N36 ter hoogte van hectometerpaal 14,2 re (…). Middels een in de dienstauto aanwezige radio-ontvanger beluisterden wij op een frequentie van 96,7 megahertz in de FM-omroepband een kennelijk illegale radiozender. Wij hoorden dat via deze zender muziek en soms spraak werd uitgezonden. Aan de stem te oordelen hoorden wij dat de uitzending werd verzorgd door een man. Ook zagen wij, via een daartoe geschikte decoder, dat via deze zender tevens een zogenaamd 'Radio Data Signaal' (RDS) werd uitgezonden. (…)
Omstreeks 13:17 uur die dag wezen radiopeilingen, relatieve veldsterktemetingen en een ter plaatse ingesteld onderzoek uit dat de door onderhavige zender uitgezonden radiogolven werden uitgestraald vanaf een antenne-installatie die stond opgesteld op het perceel [adres] te [plaats] , gemeente [gemeente] .
Wij zagen op het display van de peilapparatuur, behorende bij de voornoemde radio-ontvanger, dat de peilapparatuur, ongeacht de richting waarin wij reden, steeds in de richting van de antenne-installatie op het perceel wees. Tevens zagen wij op het display dat het relatieve veldsterkteniveau van het ontvangen radiosignaal ter hoogte van de antenne-installatie op het perceel het hoogst was. (…)
Vervolgens stelden wij ter plaatse een nader onderzoek in. Wij zagen dat die antenne-installatie een geschatte hoogte had van vijftien meter. Ook zagen wij dat daarin een verticaal gepolariseerde antenne was gemonteerd. Het was ons ambtshalve bekend dat deze antenne geschikt is voor het uitstralen van radiogolven in de FM-omroepband.
Gezien de opstelling en de constructie van de gebruikte antenne-installatie was hier kennelijk sprake van een opstelling met een vast karakter.
Wij zagen dat er in de directe omgeving van het perceel geen andere antenne-installaties stonden opgesteld waarvandaan de onderhavige radiogolven konden worden uitgestraald. (…)

Telefonisch contact

Omstreeks 13:22 uur die dag nam ik, [persoon A] , telefonisch contact op met de exploitant(en) van de illegale zender via het in de uitzending genoemde telefoonnummer. Aan de stem te oordelen hoorden wij dat de telefoon werd beantwoord door een man. Ook hoorden wij op de achtergrond simultaan dezelfde muziek als die wij hoorden op voornoemde radio-ontvanger. Nadat ik, [persoon A]
, mij aan de man had voorgesteld deelde ik hem onze bevindingen mede. Hierop werd abrupt het telefoon gesprek beëindigd. Vervolgens hoorden wij de man in de uitzending zeggen: "even nog een plaat draaien voor die kale van AT". Omstreeks 15:33 uur die dag hoorden wij, dat onderhavige illegale radiozender nog steeds of opnieuw uitzond. (…)

Betrokkene

[naam eiser]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
wonende [adres] , [postcode] te [plaats] , gemeente [gemeente] . (…)

Controle vergunning

Na raadpleging van het vergunningenbestand bij Agentschap Telecom stelde ik, [persoon A] , vast dat aan de betrokkene voornoemd niet de, krachtens de Tw, vereiste vergunning is verleend voor het gebruik van voornoemde frequentieruimte. (…)”
2.2.
Op 22 april 2021 hebben twee toezichthouders van de RDI een controle uitgevoerd naar de naleving van de Tw. In het door de toezichthouders opgemaakte rapport van bevindingen van 31 mei 2021 [2] staat onder meer het volgende:

“(…) Onderzoek

Op donderdag 22 april 2021, omstreeks 11:00 uur, bevonden wij ons ter controle op de naleving van
de bepalingen gesteld in de Tw, in een dienstauto van Agentschap Telecom op de N343 ter hoogte
van Collendoorn (…). Middels een in de dienstauto aanwezige radio-ontvanger beluisterden wij op een frequentie van 95 megahertz in de FM-omroepband een kennelijk illegale radiozender. Wij hoorden dat via deze zender muziek werd uitgezonden. Ook zagen wij, via een daartoe geschikte
decoder, dat via deze zender tevens een zogenaamd 'Radio Data Signaal' (RDS) werd uitgezonden. (…)
Omstreeks 11:47 uur die dag wezen radiopeilingen, relatieve veldsterktemetingen en een ter plaatse ingesteld onderzoek uit dat de door onderhavige zender uitgezonden radiogolven werden uitgestraald vanaf een antenne-installatie die stond opgesteld op het perceel [adres] te [plaats] , gemeente [gemeente] .
Wij zagen op het display van de peilapparatuur, behorende bij de voornoemde radio-ontvanger, dat de peilapparatuur, ongeacht de richting waarin wij reden, steeds in de richting van de antenne-installatie op het perceel wees. Tevens zagen wij op het display dat het relatieve veldsterkteniveau van het ontvangen radiosignaal ter hoogte van de antenne-installatie op het perceel het hoogst was. (…)
Vervolgens stelden wij ter plaatse een nader onderzoek in. Wij zagen dat die antenne-installatie een geschatte hoogte had van vijftien meter. Ook zagen wij dat daarin twee verticaal gepolariseerde antennes waren gemonteerd. Het was ons ambtshalve bekend dat deze antennes geschikt zijn voor het uitstralen van radiogolven in de FM-omroepband.
Wij zagen dat er in de directe omgeving van het perceel geen andere antenne-installaties stonden opgesteld waarvandaan de onderhavige radiogolven konden worden uitgestraald. (…).

Betrokkene

[naam eiser]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
wonende [adres] , [postcode] te [plaats] , gemeente [gemeente] . (…)

Controle vergunning

Na raadpleging van het vergunningenbestand bij Agentschap Telecom stelde ik, [persoon B] , vast dat aan de betrokkene voornoemd niet de, krachtens de Tw, vereiste vergunning is verleend voor het gebruik van voornoemde frequentieruimte. (…)

Kennisgeving

Op donderdag 29 april 2021 stuurde ik, [persoon B] , per brief een `Kennisgeving illegale uitzending' aan betrokkene. In deze brief stelde ik betrokkene van onze constatering van overtreding van de Tw op de hoogte en wees ik hem op de gevolgen van continuering of hervatting van de illegale uitzending.

Recent rapport van bevindingen

Na raadpleging van de bestanden bij Agentschap Telecom bleek mij, [persoon B] , dat tegen betrokkene voornoemd, eerder een rapport van bevindingen, met RVB-nummer [RVB-nummer 1] , en kenmerk [kenmerknummer] , is opgemaakt. (…)”
2.3.
Op 24 juni 2021 heeft de minister het voornemen geuit om aan eiser een bestuurlijke boete en een last onder dwangsom op te leggen. Eiser heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een zienswijze op dit voornemen in te dienen.
2.4.
Met het besluit van 14 juli 2021 heeft de minister aan eiser een bestuurlijke boete van in totaal € 5.000,- (twee maal het basisboetebedrag van € 2.500,-) opgelegd. Daarnaast heeft de minister in dat besluit aan eiser een last onder dwangsom opgelegd om geen radioapparaten te (laten) gebruiken, aan te (laten) leggen, dan wel geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig te hebben voor gebruik in de FM-omroepband, zonder de hiervoor vereiste vergunning voor het gebruik van frequentieruimte. De looptijd van de last is vijf jaar. De hoogte van de dwangsom is € 2.250,- per opnieuw vastgestelde overtreding per dag, met een maximum van € 33.750,-.
2.5.
Eiser heeft tegen het besluit van 14 juli 2021 bezwaar gemaakt. Eiser is op 12 oktober 2021 gehoord op zijn bezwaar.
2.6.
Het bestreden besluit berust - samengevat - op de volgende overwegingen. Door de combinatie van visuele en technische waarnemingen hebben de toezichthouders op twee verschillende dagen een illegale uitzending in de FM-omroepband geconstateerd vanaf het perceel waarvan eiser de verantwoordelijk gebruiker is. Het voorkomen van het illegaal uitzenden lag in de machtssfeer van eiser. Hij is dus terecht als functioneel dader aangemerkt. Volgens vaste rechtspraak mag de functioneel dader beboet worden, nu hij tekort is geschoten in wat redelijkerwijs van hem verwacht mag worden. De minister was dan ook bevoegd om eiser een bestuurlijke boete en een last onder dwangsom op te leggen. Bij het opleggen van tweemaal de basisboete van € 2.500,- is rekening gehouden met een financieel zwakkere overtreder. Het bedrag is slechts 0,28% van het wettelijk boetemaximum van € 900.000,-. Alleen daarom al is geen sprake van een onredelijke hoge boete. De hoogte van de boete is in de vaste gedragslijn [3] afgestemd op de mate van ernst en verwijtbaarheid en de overige omstandigheden van het geval. In de rechtspraak zijn de basisboetes van € 2.500,- herhaaldelijk goed bevonden en vindt, in het geval de basisboete is opgelegd, geen matiging plaats. De minister concludeert dan ook dat de boete van € 5.000,- passend is.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt de rechtmatigheid en evenredigheid van de opgelegde bestuurlijke boete en de last onder dwangsom. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
4. Het beroep is ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
4.1.
De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
5. De rechtbank stelt voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat op 16 maart 2021 en 22 april 2021 FM-uitzendingen hebben plaatsgevonden vanaf het perceel aan de [adres] in [plaats] . Tussen partijen is ook niet in geschil dat dit het woonadres is van eiser.
Heeft de minister eiser terecht als overtreder (functioneel dader) aangemerkt?
6. Eiser betoogt dat hij ten onrechte is aangemerkt als functioneel dader. De minister heeft namelijk niet aannemelijk gemaakt dat eiser wist of had kunnen weten van de antenne-installatie op het perceel dat hij huurde, laat staan van de vermeende illegale uitzendingen op 16 maart 2021 en 22 april 2021. Dit betekent dat de last onder dwangsom en boetes dienen te worden vernietigd.
6.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet.
6.2.
Eiser is als huurder de verantwoordelijke gebruiker van het perceel aan de [adres] in [plaats] . Hij wist of had kunnen weten van de antenne-installatie op zijn perceel. Uit de foto's bij de rapporten van bevindingen blijkt dat de antenne-installatie duidelijk zichtbaar is. De rechtbank onderschrijft dan ook het standpunt van de minister dat eiser, om een overtreding te voorkomen, bijvoorbeeld de antenne-installatie had kunnen verwijderen, de antennes uit de mast had kunnen verwijderen of de kabels had kunnen losmaken. Eiser heeft dat niet gedaan. Sterker nog, uit het tweede rapport van bevindingen blijkt dat na de eerste overtreding zelfs een extra verticaal gepolariseerde antenne aan de antenne-installatie is gemonteerd. Op grond hiervan heeft de minister kunnen concluderen dat eiser als verantwoordelijk gebruiker van het perceel toerekenbaar is tekortgeschoten in wat redelijkerwijs van hem mocht worden verwacht om een overtreding te voorkomen. [4] Daarbij merkt de rechtbank op dat het in het kader van het functioneel daderschap niet van belang is of eiser al dan niet zelf de illegale radio-uitzendingen heeft verzorgd en ook niet of de antenne-installatie al dan niet van hem is.
6.3.
Er is niet gebleken van een situatie dat eiser in het geheel geen verwijt kan worden gemaakt van de overtreding, in welk geval hem geen bestuurlijke boete opgelegd zou mogen worden. [5] Gelet hierop was de minister in beginsel bevoegd aan eiser (per overtreding) een bestuurlijke boete en een last onder dwangsom op te leggen.
De hoogte en evenredigheid van de bestuurlijke boete
7. Eiser stelt zich op het standpunt dat de minister ten onrechte niet meteen na de eerste illegale uitzending een boete aan hem heeft opgelegd. Was dat wel gebeurd, dan was eiser een gewaarschuwd mens geweest en had de tweede overtreding niet plaatsgevonden. Verder is het totaalbedrag van de geldboete onevenredig, gelet op het beperkte geografisch en demografisch bereik van de uitzendingen en de beperkte financiële draagkracht van eiser. [plaats] is gelegen in het buitengebied van Twente en de antenne heeft een relatief beperkt bereik. Bovendien volgt uit de rapporten van bevindingen dat geen sprake is geweest van een professionele handelswijze. Eiser is sinds 2014 onder bewind geplaatst en ontvangt een Wajong-uitkering. De door de minister aangehaalde rechtspraak ziet alleen op een basisboete van € 2.500,-, niet op een boete van € 5.000,-.
7.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet.
7.2.
De rechtbank stelt voorop dat de hoogte van de basisboete (en mogelijke opslagen) niet is bepaald bij wettelijk voorschrift maar in de Beslisboom. Daarom dient de minister de boete af te stemmen op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten, waarbij de minister zo nodig rekening houdt met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd. [6]
7.3.
De minister heeft gemotiveerd waarom sprake is van ernstige overtredingen. Hij heeft erop gewezen dat door illegale uitzendingen het communicatiesysteem voor ambulancediensten, brandweer en marechaussee en politie en luchtvaartcommunicatie gestoord kunnen worden, waardoor onveilige situaties kunnen ontstaan of niet kunnen worden voorkomen/verholpen. Daarnaast kan het gebruik van frequentieruimte zonder vergunning gevolgen hebben voor vergunninghouders van FM-omroepzenders. De FM-omroepband is zo vol dat elk (substantieel) gebruik leidt tot verstoring van het verzorgingsgebied en de praktische ontvangst van één of meer legale FM-omroepzenders. Dit, maar ook het verlies van potentiële luisteraars, levert economische schade op voor radiostations. Ook is volgens de minister relevant dat legale omroepen kosten moeten maken om te kunnen toetreden tot de markt. Zij dienen toestemming te vragen aan het Commissariaat voor de Media, een vergunning aan te vragen bij de RDI en een eenmalig bedrag of financieel bod en jaarlijks uitvoerings- en toezichtskosten aan de RDI te betalen, onder meer ter bestrijding van illegale uitzendingen in de FM-omroepband. Het opleggen van bestuurlijke boetes bij overtredingen van illegale FM-uitzendingen heeft tot doel om dit illegale gebruik een halt toe te roepen. Daarvoor is van belang dat de bestuurlijke boete een speciale en generale preventieve werking heeft.
7.4.
Van verminderde verwijtbaarheid is naar het oordeel van de rechtbank niet gebleken. De minister stelt zich verder terecht op het standpunt dat de omstandigheid dat geen sprake zou geweest van een professionele handelswijze bij de overtreding, niets afdoet aan de overtreding zelf noch aan de verantwoordelijkheid van eiser om de overtreding te voorkomen.
7.5.
De minister heeft de hoogte van de boete (2x de basisboete), in overeenstemming met de Beslisboom, voldoende afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan eiser kan worden verweten, rekening houdend met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd. Van een substantieel lagere basisboete zal weinig preventieve werking uitgaan. Daarbij is bij het opleggen van de boete rekening gehouden met het geografisch en demografisch bereik van de uitzendingen. Verder mocht de minister per afzonderlijke overtreding de basisboete opleggen en hoefde hij eiser niet na de eerste overtreding eerst te waarschuwen. Daarbij merkt de rechtbank op dat de minister niet is uitgegaan van recidive. Ook merkt de rechtbank op dat de toezichthouder tijdens de eerste overtreding telefonisch contact heeft opgenomen met de exploitant van de illegale zender.
7.6.
Het beroep van eiser op zijn beperkte financiële draagkracht leidt niet tot een ander oordeel. Weliswaar is gebleken dat eiser leeft van een Wajong-uitkering en dat hij onder bewind staat, zodat de rechtbank begrijpt dat een bedrag van € 5.000,- voor hem voelt als een zware last. Uit de e-mail van de bewindvoerder van 22 maart 2023 wordt echter niet duidelijk wat de precieze draagkracht van eiser is. Zo is in de e-mail niet aangeven of de daarin genoemde bedragen netto of bruto zijn en blijkt ook niet wat de financiële ruimte per maand is. Op basis van de overgelegde financiële gegevens kan daarom niet worden geoordeeld dat eiser door de opgelegde boetes onevenredig wordt getroffen. De rechtbank neemt verder in aanmerking dat de gemachtigde van eiser ter zitting heeft verklaard dat de bewindvoerder weet dat de bestuurlijke boetes zijn opgelegd en dat zij hiervoor al aan het sparen is. Ook neemt de rechtbank in aanmerking dat de bewindvoerder van eiser met de minister een betalingsregeling kan treffen die voorziet in gespreide betaling van het verschuldigde bedrag.
De last onder dwangsom
8. Nu eiser verder geen afzonderlijke beroepsgronden tegen de opgelegde last onder dwangsom heeft aangevoerd, slaagt het beroep daartegen niet.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de bestuurlijke boetes en de last onder dwangsom in stand blijven. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Lunenberg, rechter, in aanwezigheid van mr. S.M.J. Bos, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 mei 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 5:32, eerste lid
Een bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen, kan in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.
Artikel 5:41Het bestuursorgaan legt geen bestuurlijke boete op voor zover de overtreding niet aan de overtreder kan worden verweten.
Artikel 5:46, tweede lid
Tenzij de hoogte van de bestuurlijke boete bij wettelijk voorschrift is vastgesteld, stemt het bestuursorgaan de bestuurlijke boete af op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Het bestuursorgaan houdt daarbij zo nodig rekening met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd.
Telecommunicatiewet
Artikel 3.13, eerste lid
Voor het gebruik van andere frequentieruimte dan die welke in het frequentieplan is aangewezen als frequentieruimte waarvan het gebruik zonder vergunning is toegestaan, dan wel die op grond van de artikelen 3.5 tot en met 3.5b is toegewezen, is een vergunning vereist van Onze Minister.
Artikel 10.15, eerste lid
Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben, of het gebruik van radioapparaten is slechts toegestaan indien voor het gebruik ervan aan de houder van die radioapparaten op grond van hoofdstuk 3 een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte is verleend.
Artikel 15.1, eerste lid, aanhef en onder a
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet en de eidas-verordening zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren, voor zover het betreft de bepalingen die betrekking hebben op het gebruik van frequentieruimte.
Artikel 15.2, eerste lid, aanhef en onder a
Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van de verplichtingen, gesteld bij of krachtens de in artikel 15.1, eerste lid, bedoelde bepalingen.
Artikel 15.4, eerste lid
Onze Minister kan ingeval van overtreding van een wettelijk voorschrift met het toezicht op de naleving waarvan hij ingevolge artikel 15.1 eerste lid, is belast of ingeval van overtreding van artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 900.000.

Hoofdlijnen van het sanctiebeleid bij illegaal FM-gebruik

Bestuursrechtelijke handhaving wordt uitgevoerd door de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI). Hierbij worden een boete en een last onder dwangsom opgelegd. De hoogte van de boete is afhankelijk van de ernst, de verwijtbaarheid en de bijzondere omstandigheden van de overtreding. Hieronder worden op hoofdlijnen de stappen beschreven die de hoogte van de boete bepalen. De maximale boete is € 15.000,- inclusief eventuele opslagen, ook voor recidive. De opbouw van de boete is als volgt:

Basisboete en opslag voor onttrekking aan toezicht

Voor alle overtredingen geldt een basisboete van € 2.500 ,-. Hierop volgt een opslag van 2.500 euro bij onttrekking aan het toezicht (bijvoorbeeld het verstoppen, camoufleren, barricaderen, gebruik van een mobiele mast of gescheiden opstelling).

Opslagen voor fysieke daders

Voor fysieke daders* kunnen de volgende opslagen bovenop de basisboete worden gelegd:
Vanaf een geografisch bereik van de zender van 15 kilometer, volgt per kilometer extra bereik een opslag van € 100,- bovenop de basisboete van € 2.500,- met een maximum opslag van € 5.000,-, dat wordt bereikt bij een geografisch bereik van 65 kilometer. Zo leidt bijvoorbeeld een geografisch bereik van 20 kilometer tot een opslag van € 500,- (5 x 100 euro).
*degene die de handelingen van de overtreding zelf heeft uitgevoerd.
Vanaf een demografisch bereik (d.w.z. het aantal potentiële luisteraars) van de zender van 50.000 inwoners geldt per extra inwoner een opslag van € 0,025 bovenop de basisboete van € 2.500,-. Zo leidt bijvoorbeeld een demografisch bereik van 100.000 inwoners tot een opslag van € 1.250,- (50.000 x € 0,025). Het maximum van deze opslag bedraagt € 5.000,-, dat wordt bereikt bij een demografisch bereik van 250.000 inwoners.
Als daadwerkelijke storing op een legale FM-zender aannemelijk is, wanneer de illegale zender in het verzorgingsgebied staat van een legale FM-zender, en de frequentie-afstand gelijk of kleiner is dan 400 kHz van de frequentie waarop de illegale uitzending heeft plaatsgevonden, volgt een opslag bovenop de basisboete van maximaal € 2.500,- conform deze tabel:
Overzicht bedragen opslag
Indien de fysieke dader door de toezichthouder in kennis is gesteld van de geconstateerde illegale uitzending en de illegale uitzending wordt binnen dezelfde dag na de eerste constatering nogmaals vastgesteld, volgt een opslag voor continuering/hervatting van 625 euro.
(…)

Last onder dwangsom

Naast het opleggen van een bestuurlijke boete wordt altijd een last onder dwangsom opgelegd. Dit ter voorkoming van herhaling van de overtreding (recidive). De hoogte van de dwangsom is € 2.250,- als er geen sprake is van opslagen, en € 4.500,- als er wel sprake is van opslagen. De last onder dwangsom wordt voor 5 jaar opgelegd. Per keer dat een volgende overtreding in deze periode plaatsvindt, moet de dwangsom worden betaald. Als na de looptijd van 5 jaar opnieuw een illegale uitzending wordt vastgesteld, wordt een nieuwe last onder dwangsom opgelegd. (…)

Voetnoten

1.RVB-nummer [RVB-nummer 1]
2.RVB-nummer [RVB-nummer 2]
3.Hoofdlijnen van het sanctiebeleid bij illegaal FM-gebruik van 21 december 2021, in de stukken ook aangeduid als “Beslisboom”.
4.Bijvoorbeeld de uitspraak van het College van beroep voor het bedrijfsleven van 9 februari 2021, ECLI:NL:CBB:2021:137.
5.Op grond van artikel 5:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
6.Op grond van artikel 5:46, tweede lid, van de Awb.