Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van 20 februari 2023 met bijlagen 1 tot en met 18;
- het verweerschrift met bijlagen 1 tot en met 16;
- de brief van de gemachtigde van Albeda met bijlagen 19 tot en met 21;
- de e-mail van de gemachtigde van [verweerder01] met bijlage 17;
- de mondelinge behandeling van 18 april 2023;
- de pleitnota van de gemachtigde van Albeda.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer/voorwaardelijk tegenverzoek
5.De beoordeling
“Ik ben de gekke buurman”. Nadat een leerling hierop reageerde sprak [verweerder01] hem toe met de woorden “
Ik zou je nou echt op je bek willen slaan”. Later in de les ging het over vooroordelen, waarbij een leerlinge te kennen gaf Latina te zijn en als gevolg daarvan met vooroordelen te worden geconfronteerd, waarop [verweerder01] gereageerd heeft met de woorden “
Ik heb het nog nooit met een Latina gedaan”. De leerlinge heeft naar aanleiding hiervan een klacht ingediend tegen [verweerder01] , wat geleid heeft tot de berisping. [verweerder01] is daar destijds niet tegen opgekomen en heeft ook in de onderhavige procedure niet betwist de uitlatingen toen te hebben gedaan. Het behoeft geen betoog dat de uitlatingen gericht tot de twee leerlingen ontoelaatbaar grensoverschrijdend zijn geweest. Het heeft de leerlinge destijds zeer geraakt en bij haar een gevoel van onveiligheid gecreëerd, zo wordt vermeld in de berisping. Om niet onbegrijpelijke redenen heeft Albeda het gedrag van [verweerder01] als onacceptabel, onprofessioneel en zorgelijk bestempeld en aangemerkt als plichtsverzuim.
Ik stond voor het studie info punt voor de opendag, [verweerder01] (slbr’r) kwam naar mij toe lopen en begon over dat ik niet lachte en ‘chagrijnig’ keek en zei van zal ik even na doen hoe je erbij staat. Ik negeerde dat, vervolgens zei hij ‘buitenlanders moeten beter hun best doen en vooral jij ook omdat je een hoofddoek draagt moet je beter je best doen want ja het is eenmaal zo en vooral omdat ze binnen komen en jou het eerst zien moet je beter je best doen’ en dat herhaalde hij toen zei die weer ‘jaa dat is nou eenmaal zo he dat jullie dus de buitenlanders beter hun best moeten doen’.In de schriftelijke berisping wordt vermeld dat [verweerder01] een gesprek heeft gehad met zijn leidinggevenden en toen het voorval erkend heeft. Bij de mondelinge behandeling heeft [verweerder01] erkend dat met hem en met de leerlinge een gesprek is gevoerd, maar hij ontkent te hebben gezegd dat buitenlanders beter hun best moeten doen en vooral zij omdat zij een hoofddoek draagt. [verweerder01] voert aan de leerlinge te hebben gewezen op haar beroepshouding en haar te hebben gezegd dat zij hard haar best moet gaan doen. Daarnaar gevraagd heeft hij bij de mondelinge behandeling echter ook verklaard dat hij
“alleen (heeft) willen aangeven hoe er vanuit de samenleving naar wordt gekeken”. Dat bij elkaar genomen biedt voldoende basis voor de vaststelling dat [verweerder01] de leerlinge heeft aangesproken op haar (werk)houding in verband met de door haar gedragen hoofddoek. Misschien heeft [verweerder01] bedoeld een welgemeend advies aan de leerlinge te geven, zoals hij betoogt, maar de leerlinge heeft dat dit - op gerede gronden - totaal anders ervaren. De leerlinge was er zeer door aangeslagen, zo wordt vermeld in de berisping. Van de zijde van Albeda zijn de opmerkingen tegen de leerlinge getypeerd als discriminerend en intimiderend en daarmee grensoverschrijdend. Om niet onbegrijpelijke redenen heeft Albeda het gedrag van [verweerder01] wederom als onacceptabel, onprofessioneel en zorgelijk bestempeld en aangemerkt als plichtsverzuim. Daarbij is [verweerder01] te kennen gegeven dat het zich nogmaals schuldig maken hieraan verstrekkende arbeidsrechtelijke gevolgen kan hebben, waarbij te denken valt aan ontslag.
: “Ik geef alleen geen €1300 uit om een seksverhaal van hem te horen tijdens de les tho. Heb liever een beetje meer rekenen voor dat geld”.Naar aanleiding van dit bericht is zijdens Albeda navraag gedaan bij betreffende leerlingen. Daaruit is naar voren gekomen dat een leerling tegen [verweerder01] aangaf dat hij er mooi uitzag die dag en dat [verweerder01] vervolgens gereageerd heeft met woorden van de strekking:
“Ben je homo ofzo? Mooi is een raar woord. Ik wil liever knap gevonden worden. Als ik 18 was dan zou ik bi willen zijn”.Vervolgens heeft [verweerder01] een verhaal verteld uit de tijd dat hij 18 jaar was en achternagezeten werd door twee jongens die hem wilden verkrachten. Terecht stelt [verweerder01] dat de wijze waarop door Albeda navraag is gedaan bij de leerlingen over het voorval sturend is geweest, met name wat betreft het verhaal over de verkrachting. Die aanpak verdient niet de schoonheidsprijs, maar vervolgens is door Albeda gedegen onderzoek ingesteld waarin zes leerlingen, onafhankelijk van elkaar zijn gehoord en ook is gesproken met [verweerder01] en zijn advocaat. Het onderzoeksrapport van 11 oktober 2022 bevestigt dat [verweerder01] tijdens de les ‘grapjes’ en opmerkingen heeft gemaakt met een seksuele lading. Dat dit onderzoek is uitgevoerd door medewerkers van Albeda en niet door een externe partij, rechtvaardigt gezien voornoemde wijze van totstandkoming naar het oordeel van de kantonrechter, en anders dan [verweerder01] betoogt, niet de conclusie dat er geen waarde aan het onderzoek toekomt. Gezien de feitelijke onderbouwing op dit punt staat voldoende vast dat [verweerder01] ook op 15 september 2022 tijdens de les tegen zijn leerlingen ongepaste en seksueel getinte opmerkingen heeft gemaakt. Uit de verklaringen van de leerlingen volgt weliswaar dat zij daar zelf niet zo zwaar aan tillen, maar dat doet er niet aan af dat Albeda hier op gerechtvaardigde gronden anders over oordeelt. Niet onbegrijpelijk is dat Albeda het [verweerder01] in zijn voorbeeldfunctie als docent kwalijk neemt dat hij dergelijke uitlatingen heeft gedaan tegen zijn leerlingen, temeer nadat hij al tweemaal een schriftelijke berisping had gekregen terzake van grensoverschrijdende opmerkingen en was gewaarschuwd voor een mogelijk ontslag in geval van herhaling.