ECLI:NL:RBROT:2023:4100

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 mei 2023
Publicatiedatum
17 mei 2023
Zaaknummer
C/10/656497 / FA RK 23-2953
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op grond van de Wet zorg en dwang

Op 11 mei 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek om een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf, ingediend door het CIZ. Het verzoek was gebaseerd op artikel 26 van de Wet zorg en dwang (Wzd) en betrof een betrokkene die lijdt aan Alzheimerdementie. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een psychogeriatrische aandoening en dat dit leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op lichamelijk letsel en ernstige verwaarlozing. Ondanks deze vaststellingen heeft de rechtbank het verzoek afgewezen. De reden hiervoor is dat opname en verblijf op dit moment niet noodzakelijk zijn en er nog andere mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel weg te nemen. De rechtbank heeft de autonomie van de betrokkene zwaar laten wegen, aangezien zij zich verzet tegen opname en aangeeft liever in haar eigen woning te blijven, zelfs als dat betekent dat zij minder goed voor zichzelf zorgt. De rechtbank heeft ook de overbelasting van de mantelzorgers in overweging genomen, maar concludeert dat er alternatieve oplossingen zijn die niet leiden tot gedwongen opname. De beslissing is genomen met inachtneming van de rechten van de betrokkene en de noodzaak om haar zelfbeschikkingsrecht te respecteren.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/656497 / FA RK 23-2953
Beschikking van 11 mei 2023 betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in artikel 26 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd)
op verzoek van:
het CIZ,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum],
hierna: betrokkene,
wonende en verblijvende te [plaatsnaam],
advocaat mr. J.G. Colombijn-Broersma te Gorinchem.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van het CIZ, ingekomen ter griffie op 20 april 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 7 april 2023;
  • de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door [naam 1], specialist ouderengeneeskunde, van 11 april 2023;
  • de aanvraag voor een rechterlijke machtiging van 20 april 2023;
  • een levenstestament.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 mei 2023. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2], de buurvrouw en tevens mantelzorger van betrokkene;
  • [naam 3], casemanager, verbonden aan Swinhovegroep.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten Alzheimerdementie.
2.2.
Bij de aanwezigheid van deze aandoening kan de rechter ingevolge artikel 26 Wzd een machtiging tot opname en verblijf verlenen, als naar het oordeel van de rechter als het gedrag van betrokkene als gevolg van deze aandoening leidt tot ernstig nadeel. Daarnaast moet de opname noodzakelijk en geschikt zijn, en mogen er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen.
2.3.
In de stukken wordt beschreven dat deze psychogeriatrische aandoening zou leiden tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang.
Allereerst is aangevoerd dat betrokkene in huis en van de trap kan vallen. Ook staan er veel spullen in haar woning, waarover zij kan vallen Door dit valgevaar kan er ernstig lichamelijk letsel ontstaan bij betrokkene.
Vervolgens zijn ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang als vormen van ernstig nadeel opgenomen in het verzoekschrift. De woning van betrokkene ruikt namelijk onfris, er zijn veel spullen in huis en is er sprake van achterstallig onderhoud. Er zou in toenemende mate sprake zijn van incontinentie. Betrokkene doucht zichzelf niet en wil ook niet dat iemand daarbij helpt. Tevens eet en drinkt betrokkene weinig. Zij eet en drinkt alleen wanneer zij dit krijgt aangereikt door haar mantelzorgers. De rechtbank heeft vastgesteld dat het in de woning naar urine ruikt. Betrokkene heeft bevestigd dat zij zich niet doucht. Daarentegen lijkt betrokkene nog niet ondervoed.
Als laatste zou er sprake zijn van ernstige psychische schade door overbelasting van de mantelzorgers. Ook dit is onderbouwd en staat vast. De mantelzorgers en achterburen, [naam 4] en [naam 2], zorgen vrijwel doorlopend voor betrokkene. Iedere dag zijn zij bij betrokkene en zorgen zij dat betrokkene voldoende eet en drinkt en proberen zij betrokkene aan te sporen zich te wassen of zich te verkleden. Betrokkene laat van niemand zorg toe, behalve van [naam 2]. De mantelzorgers zijn inmiddels overbelast geraakt. Zij zouden ook graag eens op vakantie of vaker naar hun zoon in Groningen gaan.
2.4
Betrokkene verzet zich ernstig tegen een rechterlijke machtiging. Zij begrijpt heel goed wat dat inhoudt en reageert adequaat op de verschillende onderdelen van het ernstig nadeel. Zij is biologielerares geweest en staat dichtbij de natuur en vindt daarom douchen in beginsel niet nodig. Verder vindt zij dat minder eten en het risico van vallen bij haar leeftijd hoort. Zij vindt het geen probleem om van de trap te vallen en zo aan het einde van haar leven te komen. Zij wil absoluut niet verhuizen naar een instelling en is dan van plan om vóór dat moment een einde aan haar leven te maken. Zij wil niet vertellen op welke manier zij dat gaat doen, omdat “jullie dan gaan proberen dit te voorkomen.”.
2.5
Hoewel er ernstig nadeel aanwezig is, zal de rechtbank toch het verzoek afwijzen. De rechtbank acht een opname nog niet noodzakelijk en ziet nog andere mogelijkheden om het ernstig nadeel weg te nemen. Hierbij speelt het volgende mee. Betrokkene is altijd alleenstaand geweest en een zeer autonome vrouw. De rechtbank schat in dat zij niet of zeer lastig zal kunnen wennen tussen andere mensen. Een gedwongen opname betekent een zeer ernstige inbreuk op haar zelfbeschikkingsrecht. Betrokkene zelf zegt dat zij liever dood gaat in haar eigen woning, hetzij door minder eten en drinken, hetzij door het vallen van de trap. Het zou ook kunnen dat zij zichzelf van het leven berooft als zij hoort dat zij opgenomen gaat worden. De casemanager heeft gezegd dat na de beschikking een opname nog drie weken op zich kan laten wachten.
De rechtbank waardeert de zorg van [naam 4] en [naam 2] zeer en heeft ook gezien dat betrokkene daar heel dankbaar voor is. Toch zullen [naam 4] en [naam 2], nu zij overbelast zijn geraakt, meer voor hun eigen rust en ontspanning moeten gaan zorgen. De rechtbank heeft dat ter zitting al met [naam 2] besproken. Omdat betrokkene zo graag in haar woning wil blijven wonen en zelf op de koop toe wil nemen dat zij minder goed eet en drinkt of valt, zullen [naam 4] en [naam 2] dat hopelijk ook op de koop toe willen nemen en het kunnen accepteren als dat gebeurt. Als dat gebeurt, is dat omdat betrokkene daar uitdrukkelijk voor kiest en niet omdat haar geen goede zorg is verleend of aangeboden. Het is de keuze van betrokkene om de thuiszorg vaak niet binnen te laten of zorg te weigeren. Het ernstige nadeel van de overbelasting van de mantelzorgers kan dus nog op andere manier worden weggenomen dan door een opname. Omdat de mantelzorgers niet in huis wonen bij betrokkene en geen kinderen zijn van betrokkene, zou het voor hen in beginsel mogelijk moeten zijn om hun zorg wat te verminderen. Binnenkort gaan [naam 4] en [naam 2] twaalf dagen op vakantie en zal ook blijken of betrokkene in die periode toch hulp (bijvoorbeeld bij het eten en drinken) gaat aanvaarden van de thuiszorg.
Het overig gestelde ernstig nadeel is nog onvoldoende ernstig om tot een opname te komen. Dit kan nog veranderen, bijvoorbeeld als betrokkene lichamelijk verder achteruit gaat en er in grotere mate sprake is van zelfverwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Het is nog niet in te schatten hoe het zal gaan wanneer de mantelzorgers straks minder zorg gaan verlenen.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 11 mei 2023 gegeven door mr. A. Buizer, rechter, in tegenwoordigheid van I.A. Tazelaar, griffier, en in het openbaar uitgesproken.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.