Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 23 maart 2023, met producties 1 tot en met 6;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, met producties 1 tot en met 6;
- de conclusie van antwoord in het onbevoegdheidsincident.
2..Het gevorderde in de hoofdzaak
- Van februari tot en met april 2016 was AMCON eigenares van het zeeschip “Mongolia” (hierna: de Mongolia), een zogeheten ‘crude oil tanker’;
- Op of omstreeks 19 januari 2016 heeft AMCON Kellock, een in Londen gevestigde scheepsmakelaar (‘ship broker’), benaderd om de Mongolia te laten waarderen;
- Op 7 maart 2016 is AMCON door [naam01] (hierna: [naam01] ) van Kellock benaderd met de mededeling dat potentiële Griekse kopers die de Mongolia al hadden geïnspecteerd geïnteresseerd waren in het schip;
- Het bleek te gaan om Eurotankers, een in Liberia statutair gevestigde vennootschap waar een grote Griekse rederij achter zat;
- Vervolgens heeft [naam01] op 10 maart een e-mail gestuurd aan AMCON waarin zij al een aantal ‘draft terms’ had opgenomen voor de verkoop en levering van de Mongolia; volgens deze ‘draft terms’ zou de Mongolia in het geval van een “deal” met Eurotankers geleverd worden in Rotterdam;
- Kellock, in de persoon van [naam01] , heeft onrechtmatig jegens AMCON gehandeld door AMCON aan Eurotankers te binden voor de verkoop van de Mongolia voor het bedrag van USD 8.000.000,--; [naam01] had namelijk eerst de toestemming van het management van AMCON moeten afwachten alvorens op 23 maart 2016 een “binding agreement” naar Engels recht tot stand te laten komen; dat heeft zij echter niet gedaan; zonder die toestemming, die er niet is gekomen, was [naam01] niet bevoegd;
- Als gevolg van het speculatieve handelen van Kellock, in de persoon van [naam01] , heeft Eurotankers zich op het standpunt gesteld dat er tussen haar en AMCON een koopovereenkomst tot stand was gekomen betreffende de Mongolia;
- Dit heeft ertoe geleid dat Eurotankers op 14 april 2016 nadat AMCON had geweigerd het schip aan Eurotankers te leveren – na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam – conservatoir beslag heeft gelegd op de Mongolia als zekerheid voor haar beweerdelijke vordering die is begroot op USD 5.830.000,--;
- AMCON heeft er vervolgens voor gezorgd dat het beslag kon worden opgeheven, maar zij heeft daarvoor wél een bankgarantie van ABN Amro van USD 3.530.000,-- moeten stellen;
- Eurotankers heeft (via de aan haar gelieerde entiteit Eurofinance) in Londen vervolgens een arbitrageprocedure in Londen aangespannen tegen AMCON ter zake van de verkoop van de Mongolia; Eurotankers heeft deze procedure gewonnen; volgens de arbiters was er een koopovereenkomst tot stand gekomen tussen AMCON en Eurotankers;
- Als gevolg hiervan is de ABN Amro-bankgarantie volledig uitgewonnen voor bovengenoemd bedrag van USD 3.530.000,--;
- Kellock, in de persoon van [naam01] , heeft onrechtmatig jegens AMCON gehandeld door AMCON aan Eurotankers te binden voor de verkoop van de Mongolia voor bovengenoemd bedrag van USD 8.000.000,--;
- Kellock is aansprakelijk voor de schade die AMCON als gevolg hiervan heeft geleden;
- De rechtbank Rotterdam is bevoegd, omdat de schade in Rotterdam is geleden;
- Om de volgende redenen kan gezegd worden dat de schade in Rotterdam is geleden:
- i) de Mongolia had in Rotterdam moeten worden geleverd, omdat volgens de arbiters op 23 maart 2016 een “binding agreement” tot stand was gekomen;
- ii) er is beslag gelegd op de Mongolia in Rotterdam nadat AMCON had geweigerd het schip aan Eurotankers te leveren;
- iii) het bedrag dat in de Londense arbitrageprocedure is toegewezen is uiteindelijk in Rotterdam uitgewonnen door middel van het ABN Amro-garantieformulier.
3..Het geschil in het incident
4..De beoordeling in het incident
het schadebrengende feitcentraal. Op grond van de rechtspraak van het HvJEU geldt als zodanig zowel de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis, het zogenaamde
Handlungsort, als de plaats waar de schade is ingetreden, het zogenaamde
Erfolgsort. De eisende partij heeft de keuze of hij de gedaagde oproept voor de rechter van het
Handlungsortdan wel voor die van het
Erfolgsort. Zie HvJEG 30 november 1976,
NJ1977/494 (
Bier/Mines de potasse d’Alsace).
Erfolgsortin de zin van vorenbedoelde rechtspraak van het HvJEU.