ECLI:NL:RBROT:2023:4089

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 april 2023
Publicatiedatum
16 mei 2023
Zaaknummer
C/10/655141
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen in het kader van een complexe echtscheiding

Op 20 april 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen, [naam kind01] en [naam kind02], in het kader van een complexe echtscheiding tussen hun ouders. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. L. Rijsdam, aanwezig was. De vader en zijn advocaat waren afwezig. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders belast zijn met het ouderlijk gezag en dat de kinderen bij de moeder wonen. Eerder was er al een ondertoezichtstelling opgelegd, die verlengd was tot 2 april 2023. De gecertificeerde instelling (GI) en de Raad voor de Kinderbescherming hebben verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de zorgen die er zijn over de omgang tussen de kinderen en de vader, vooral na de echtscheiding. Er zijn zorgen over de communicatie tussen de ouders en het risico dat de kinderen in een loyaliteitsconflict komen. De GI heeft bevestigd dat er geen zorgen zijn over de opvoedsituatie bij de moeder, maar dat er wel een bedreiging is voor de kinderen door de conflicten tussen de ouders. De kinderrechter heeft besloten dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de kinderen te beschermen en hen te begeleiden in deze moeilijke situatie.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] met ingang van 20 april 2023 tot 20 april 2024 opgelegd en het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling is toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen de gestelde termijn.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/655141 / JE RK 23-690 en C/10/654501 / JE RK 23-603
Datum uitspraak: 20 april 2023
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen de Raad,
betreffende
[naam kind01],
geboren op [geboortedatum01] 2018 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] ,
[naam kind02],
geboren op [geboortedatum02] 2020 te [geboorteplaats02] , hierna te noemen: [naam kind02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam01],
hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. L. Rijsdam, kantoorhoudende te Leiden,
[naam02],
hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats01] .
advocaat: mr. A.F. Mandos, kantoorhoudende te Den Haag
Het procesverloop
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 16 maart 2023, ingekomen bij de griffie op 16 maart 2023;
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 27 maart 2023, ingekomen bij de griffie op 27 maart 2023;
- de brief van mr. A.F. Mandos, namens de vader van 20 april 2023, ingekomen bij de griffie op 20 april 2023.
Op 20 april 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de moeder, bijgestaan door mr. L. Rijsdam;
- [naam03] namens de Raad;
- [naam04] namens de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming
Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen: de GI.
Opgeroepen en met een voorafgaand bericht van afwezigheid is niet verschenen:
- de vader en zijn advocaat.
De feiten
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [naam kind01] en [naam kind02] .
[naam kind01] en [naam kind02] wonen bij de moeder.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 10 mei 2022 de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] verlengd tot 2 april 2023.

Het verzoek met zaaknummer C/10/654501 JE RK 23-603

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] te verlengen voor de duur van een jaar, met uitvoerverklaring bij voorraad.

Het verzoek met zaaknummer C/10/655141 JE RK 23-690

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De standpunten
De Raad heeft het verzoek tijdens de zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De zorgen zien met name op de omgang tussen [naam kind01] en [naam kind02] en de vader na de echtscheiding. Er zijn zorgen over de wijze van het contact tussen de vader en de kinderen alsook hoe de communicatie tussen de vader en de moeder verloopt. Er is het risico dat de kinderen klem komen te zitten en in een loyaliteitsconflict raken. Het gezin dient daarom goed begeleid te worden. SPAM vanuit Enver is bij het gezin betrokken geweest en zij hebben aangegeven dat er geen zorgen zijn over de thuissituatie bij de moeder, maar dat er wel een bedreiging is voor de kinderen in de ernstige conflictsituatie tussen de ouders. Het is van belang dat de kinderen onbelast contact kunnen hebben met beide ouders. Het is positief dat beide ouders openstaan voor een hulpverleningstraject bij Enver. Om dit daadwerkelijk door te laten gaan en om ervoor te zorgen dat de ouders hiervan profiteren, is een ondertoezichtstelling nodig.
De GI heeft zich tijdens de zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. Het gaat om twee jonge kinderen, die te maken hebben met een flinke complexe scheiding tussen de ouders en daar last van hebben. De ontwikkelingsbedreiging van de kinderen ligt in het loyaliteitsconflict van de kinderen en de verstoorde interactie tussen de ouders. Daarnaast worden er beschuldigingen over en weer gedaan door de ouders, waar de kinderen zich vervolgens ook over uit spreken. SPAM vanuit Enver is ingezet in de thuissituatie bij de moeder. Uit het eindverslag van SPAM blijkt dat de moeder een veilige opvoedsituatie kan bieden. Dat bevestigt dat de zorgen voornamelijk liggen in de problematiek tussen de ouders. Nu de GI niet weet wat er wel en niet klopt van de beschuldigingen, is de GI naar aanleiding van een verzoek van de moeder voornemens om video-interactiebegeleiding (hierna VIB) in te zetten bij de vader en de moeder. De VIB zal een aanvulling zijn naast het traject van Ouderschap Na Scheiding (hierna: ONS). De GI hoopt dat het VIB voldoende zicht zal bieden op de veiligheid en opvoedsituatie bij de ouders en kan leiden tot een oplossing. De GI weet nog niet wanneer VIB zal starten.
Door en namens de moeder is ingestemd met het verzoek van de Raad, waarbij de moeder opmerkt dat ze tegelijkertijd twijfels heeft over de meerwaarde van de ondertoezichtstelling. De ondertoezichtstelling is aanvankelijk toegewezen om de problematiek met betrekking tot de omgangsregeling aan te pakken, maar er is tot op heden weinig tot niets gebeurd door de GI. De GI onderneemt geen actie als de moeder melding maakt dat de vader zich niet aan het veiligheidsplan houdt. Inmiddels is er wel vast komen te staan dat de zorgen over de kinderen gelegen zijn in de problematiek tussen de ouders. De moeder spreekt al lang haar zorgen uit over het verblijf van de kinderen bij de vader. SPAM vanuit Enver is in de afgelopen periode enkel bij de opvoedsituatie van de moeder betrokken geweest. Vast is komen te staan dat er in de thuissituatie van de moeder geen zorgen zijn over de kinderen. Er is echter nog geen zicht op de veiligheid bij de vader, nu dit nog niet expliciet is onderzocht. De moeder gunt de kinderen een band met de vader, maar acht de opvoedsituatie bij de vader op dit moment niet veilig. De moeder is blij dat het VIB traject ook bij de vader wordt ingezet, zodat er meer zicht op de opvoedsituatie bij de vader komt. Niettemin heeft de moeder nog zorgen dat de andere hulpverleningstrajecten nauwelijks van de grond komen. De moeder hoopt dat in de komende periode zicht zal ontstaan op de opvoedsituatie bij de vader, de ouders op een degelijke manier met elkaar kunnen communiceren en dat de hulpverleningstrajecten gaan starten. Ten aanzien van de brief namens de vader merkt de moeder op dat er onjuistheden in staan met betrekking tot het halen en brengen van de kinderen.
De beoordeling
Het verzoek met zaakkenmerk C/10/654501 / JE RK 23-603
De kinderrechter stelt vast dat de GI het verzoek tot een verlenging van de ondertoezichtstelling niet binnen de gestelde termijn heeft ingediend. De kinderrechter zal daarom het onderhavige verzoek afwijzen.
Het verzoek met zaakkenmerk C/10/655141 / JE RK 23-690
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind01] en [naam kind02] nog ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. In de afgelopen periode is SPAM vanuit Enver betrokken geweest in de opvoedsituatie bij de moeder. Hoewel SPAM heeft aangegeven dat er geen zorgen zijn over de opvoedsituatie bij de moeder, heeft SPAM wel bevestigd dat er nog zorgen zijn over de echtscheidingsproblematiek en de communicatie tussen de ouders. De ontwikkelingsbedreiging, zoals omschreven in de beschikking van 10 mei 2022, is dus nog onverminderd aanwezig. Er zijn ook nog sterke aanwijzingen dat de [naam kind01] en [naam kind02] last hebben van de spanningen tussen de ouders. Het is positief dat beide ouders open staan voor een hulpverleningstraject van ONS en dat de ouders hiervoor inmiddels op de wachtlijst staan. Verder is het positief dat de GI, op verzoek van de moeder, voornemens is VIB in te zetten. De inzet van het VIB-traject bij beide ouders neemt mogelijk ook het wantrouwen van beide ouders weg over de opvoedsituaties van elkaar. De kinderrechter hoopt dat door middel van voornoemde hulpverleningstrajecten er uiteindelijk rust zal komen voor de beide kinderen. De betrokkenheid van een jeugdbeschermer blijft op dit moment nog noodzakelijk om de ouders en de kinderen te blijven begeleiden en ervoor te zorgen dat de (hulp)trajecten daadwerkelijk gestart worden. De kinderrechter zal daarom [naam kind01] en [naam kind02] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar.
De beslissing
De kinderrechter:
stelt [naam kind01] en [naam kind02] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 20 april 2023 tot 20 april 2024;
wijst het meer of anders verzochte af;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2023 door mr. S. Jordaan, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. C.D. Hengst als griffier, en op schrift gesteld op 11 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.