ECLI:NL:RBROT:2023:4079

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 april 2023
Publicatiedatum
15 mei 2023
Zaaknummer
C/10/653336
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter op 3 april 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind01]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders van [naam kind01] aanwezig waren, bijgestaan door een tolk en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI). De moeder heeft het ouderlijk gezag over [naam kind01], die sinds 21 april 2022 onder toezicht is gesteld. De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen, aanvankelijk voor twaalf maanden, maar dit verzoek is ter zitting gewijzigd naar een verlenging van zes maanden. De ouders hebben in de afgelopen maanden positieve stappen gezet, maar er blijven zorgen over de ontwikkeling van [naam kind01], met name op het gebied van spraak en taal. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sinds juni 2022 geen meldingen van huiselijk geweld meer zijn geweest, maar dat de bestendigheid van de positieve ontwikkelingen nog onvoldoende vaststaat. Daarom is besloten om de ondertoezichtstelling met zes maanden te verlengen, met de opdracht aan de GI om de situatie van [naam kind01] nauwlettend te blijven volgen. De kinderrechter heeft ook bepaald dat de verdere behandeling van het verzoek wordt aangehouden tot een nader te bepalen zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/653336 / JE RK 23-433
Datum uitspraak: 3 april 2023

Beschikking over een verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2018 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,

[naam02] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 23 februari 2023, ingekomen bij de griffie op 23 februari 2023.
Op 3 april 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de vader en de moeder, bijgestaan door [naam03] , tolk in de Pools taal;
- [naam04] namens de GI;
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan [naam05] , ambulant hulpverlener vanuit het Kompass.

De feiten

De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam kind01] .
[naam kind01] woont bij haar ouders.
Bij beschikking van 21 april 2022 is [naam kind01] onder toezicht gesteld tot 21 april 2023.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De GI heeft het verzoek ter zitting gewijzigd, in die zin dat de GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen voor de duur van zes maanden en het overige verzochte aan te houden.
In de afgelopen maanden zijn er positieve stappen gezet door de ouders. De ouders staan open voor hulp en begeleiding en de ouders zijn in staat gebleken om de overdracht bij de omgang zelfstandig vorm te geven. Niettemin zijn er nog zorgen over de ontwikkeling van [naam kind01] . Zo is [naam kind01] nog getuige geweest van huiselijk geweld bij een incident tussen de ouders in juni 2022. Ook maakt de GI zich nog ernstige zorgen over de spraak-taalontwikkeling van [naam kind01] . De GI begrijpt dat de ouders graag van de ondertoezichtstelling af willen. Om de ouders tegemoet te komen en hen de kans te geven te laten zien wat zij kunnen, wijzigt de GI het verzoek in een verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van zes maanden, waarbij het resterende verzochte wordt aangehouden om te bezien of het al dan niet goed gaat in de thuissituatie. De GI wil de ondertoezichtstelling de komende maanden gebruiken om nog meer rust en stabiliteit te realiseren voor [naam kind01] en het huiselijk geweld – wat zij voorheen heeft meegemaakt – weg te houden bij haar. Verder wil de GI nog zicht houden op de aanmelding van de vader bij een Poolse psycholoog. Het is fijn dat Kompass bij de ouders betrokken is.

Het standpunt van de moeder

De moeder heeft tijdens de zitting het volgende naar voren gebracht. De moeder weerspreekt dat er na juni 2022 nog sprake is geweest van een onveilige situatie voor [naam kind01] . De vader heeft zich tot op heden aan de veiligheidsafspraken gehouden. Verder heeft de moeder een tandarts geregeld voor [naam kind01] en ze heeft [naam kind01] aangemeld bij Auris om te onderzoeken of er sprake is van een taalontwikkelingsstoornis.

Het standpunt van de vader

De vader heeft tijdens de zitting geen verweer gevoerd tegen het gewijzigde verzoek van de GI. De vader kan akkoord gaan met een verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van zes maanden, mits [naam kind01] thuis mag komen bij de vader. De vader heeft in de afgelopen periode de veiligheidsafspraken nooit verbroken. Verder heeft de vader zich aangemeld bij een psycholoog en hij heeft hier al meerdere afspraken gehad.
[naam05] heeft tijdens de mondelinge behandeling in aanvulling op de weergave van haar standpunt in het rapport van de GI verklaard dat zij in de afgelopen periode gemerkt heeft dat de ouders graag meewerken. Zij heeft van de ouders begrepen dat zij angstig zijn voor ingrepen van de jeugdbescherming en dat zij zich daarom goed aan de afspraken houden met de jeugdbescherming. Zo heeft de moeder inmiddels haar huis opgeruimd en heeft de moeder [naam kind01] aangemeld bij Auris om te kijken of ze een taalontwikkelingsstoornis heeft. Verder ziet zij dat de ouders zich moeilijk in het Nederlandse systeem kunnen bewegen door de taalbarrière. Ondersteuning is daarom nodig. Zij hebben gesproken over het incident in juni 2022 en duidelijk is voor de ouders dat zoiets niet meer mag gebeuren. De hulpverlener heeft in de afgelopen periode niet gemerkt dat de ouders zich niet aan de veiligheidsafspraken houden. [naam kind01] reageert positief op beide ouders.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de ouders in de afgelopen periode grote stappen hebben gezet. De ernstige zorgen die aanwezig waren bij de aanvang van de ondertoezichtstelling zijn in de afgelopen periode deels afgenomen. Vanaf het einde van 2022 en het begin van 2023 is de hulpverlening in het gezin (verder) van de grond gekomen. Er is inmiddels een ambulant hulpverlener vanuit Kompass Jeugdzorg betrokken bij de ouders om opvoedondersteuning te bieden in de thuissituatie bij de moeder. Gebleken is dat er in de afgelopen periode een goede samenwerking is geweest tussen de ouders en de ambulant hulpverlener van Kompass. Ook is gebleken dat het huis van de moeder meer is opgeruimd en de gezondheid van [naam kind01] vooruit is gegaan. Verder heeft de vader inmiddels al meerdere afspraken gehad met een (Poolse) psycholoog, waar hij behandeling krijgt voor zijn emotie-regulatie. Daarnaast is [naam kind01] aangemeld bij Auris om te onderzoeken of er sprake is van een taalontwikkelingsstoornis, schade aan het gehoor of dat er andere redenen zijn waardoor [naam kind01] moeite heeft met de Nederlandse en Poolse taal.
Hoewel de ouders tijdens de mondelinge behandeling dat niet lijken te willen onderkennen, heeft de kinderrechter ook al eerder bij de behandeling van een verzoek om een machtiging uithuisplaatsing vastgesteld dat er op 28 juni 2022 nog sprake is geweest van een incident tussen de vader en de moeder. Maar de kinderrechter stelt daarnaast ook vast dat er sinds die tijd geen meldingen meer zijn geweest van huiselijk geweld of conflicten tussen de ouders. Ook verlopen de omgangsmomenten tussen de vader en [naam kind01] positief en voeren de ouders de overdrachtsmomenten zelfstandig uit.
Ondanks dat de ouders in de afgelopen periode positieve stappen vooruit hebben gemaakt, staan de bestendigheid van deze positieve ontwikkeling naar het oordeel van de kinderrechter nog onvoldoende vast. Het is daarom van belang dat de jeugdbeschermer in het kader van de ondertoezichtstelling nog langer betrokken blijft. Het is van belang dat de ouders het belang van [naam kind01] voorop blijven stellen en zich houden aan de afspraken waarbij zij [naam kind01] niet opnieuw in een onveilige situatie brengen. Daarnaast is het ook van belang dat in de komende periode nader onderzocht wordt of er mogelijk hulpverlening voor [naam kind01] ingezet moet worden voor hetgeen zij in het verleden heeft meegemaakt in de thuissituatie. Verder is het van belang dat duidelijk wordt of er bij [naam kind01] sprake is van een taalontwikkelingsachterstand of dat er andere oorzaken zijn. Ook is het van belang dat de vader in de komende maanden zijn behandeling bij de psycholoog voort zet.
Gelet op voornoemde ziet de kinderrechter aanleiding om de ondertoezichtstelling met zes maanden te verlengen en het resterende deel van het verzoek aan te houden, zoals verzocht is door de GI. De GI wordt verzocht om twee weken voor de hierna vermelde pro forma zittingsdatum een rapportage (met afschrift aan de belanghebbenden) te overleggen over de actuele stand van zaken op dat moment en aan te geven of het verzoek voor het overig verzochte wordt gehandhaafd. Ook geeft de kinderrechter de GI de opdracht te bezien welke van de gemaakte veiligheidsafspraken voor de vader nog gehandhaafd moeten worden.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengen voor de duur van zes maanden (artikel 1:260, eerste lid, BW).

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] tot 21 oktober 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat de verdere behandeling van het verzoek wordt aangehouden tot
15 september 2023 PRO FORMA;
bepaalt dat de ouders en de GI op de genoemde pro forma-datum niet ter zitting behoeven te verschijnen;
verzoekt de GI twee weken voor de genoemde pro forma-datum de kinderrechter (en de belanghebbenden) de verzochte rapportage te doen toekomen.
houdt de beslissing voor het overige verzochte aan en bepaalt dat het verhoor van de GI, de belanghebbenden en [naam05] in deze zaak zal plaatsvinden een nader te bepalen zitting, gelegen voor 15 september 2023, tegen welke zitting de gecertificeerde instelling, de vader, de moeder en [naam05] dienen te worden opgeroepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2023 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. C.D. Hengst, als griffier en schriftelijk vastgesteld op 1 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.