In deze zaak heeft de kinderrechter op 3 april 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind01]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders van [naam kind01] aanwezig waren, bijgestaan door een tolk en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI). De moeder heeft het ouderlijk gezag over [naam kind01], die sinds 21 april 2022 onder toezicht is gesteld. De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen, aanvankelijk voor twaalf maanden, maar dit verzoek is ter zitting gewijzigd naar een verlenging van zes maanden. De ouders hebben in de afgelopen maanden positieve stappen gezet, maar er blijven zorgen over de ontwikkeling van [naam kind01], met name op het gebied van spraak en taal. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sinds juni 2022 geen meldingen van huiselijk geweld meer zijn geweest, maar dat de bestendigheid van de positieve ontwikkelingen nog onvoldoende vaststaat. Daarom is besloten om de ondertoezichtstelling met zes maanden te verlengen, met de opdracht aan de GI om de situatie van [naam kind01] nauwlettend te blijven volgen. De kinderrechter heeft ook bepaald dat de verdere behandeling van het verzoek wordt aangehouden tot een nader te bepalen zitting.