ECLI:NL:RBROT:2023:4030

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 april 2023
Publicatiedatum
12 mei 2023
Zaaknummer
10/327354-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak poging inbraak met geweld en diefstal, veroordeling voor meerdere diefstallen en verduistering met voorwaardelijke ISD maatregel

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 april 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere diefstallen, een poging tot diefstal met geweld en verduistering. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de poging tot inbraak met geweld en de diefstal van een tas, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte de intentie had om iets te stelen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wel schuldig was aan meerdere andere diefstallen, waaronder diefstal met braak in woningen en uit een fietsenkelder. De verdachte heeft een lange geschiedenis van vermogensdelicten en is preventief gedetineerd. De rechtbank heeft een voorwaardelijke ISD-maatregel opgelegd voor de duur van twee jaar, met een proeftijd van twee jaar, en bijzondere voorwaarden zoals opname in een zorginstelling en meewerken aan schuldhulpverlening. De benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen vanwege de vrijspraken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/327354-22
Datum uitspraak: 20 april 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de
[detentie01] ,
raadsman mr. J. Vermaat namens mr. R.B. Schmidt, advocaat te Amsterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 24 maart 2023 en 7 april 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. D.D.B. Reuter heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 t/m 11 ten laste gelegde;
  • voorwaardelijke plaatsing van de verdachte in een inrichting voor stelselmatige daders, met een proeftijd van twee jaar en oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in haar rapport van 24 maart 2023;
  • opheffing van het bevel voorlopige hechtenis met ingang van de dag van de uitspraak.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering feiten 5 subsidiair, 6, 7, 8, 10 en 11
Het onder 5 subsidiair, 6, 7, 8, 10 en 11 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Vrijspraak feit 3 (poging inbraak met geweld)
4.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie vordert de bewezenverklaring van de ten laste gelegde gekwalificeerde poging diefstal. Er is voldoende wettig en overtuigend bewijs. De verdachte is via het balkon in de woning geklommen en wordt door twee getuigen herkend. De aangever probeerde de verdachte nog te pakken waardoor beiden op de grond terecht kwamen. De aangever is vervolgens door de verdachte met een stok geslagen, en liep daarbij letsel op.
4.2.2.
Beoordeling
In tegenstelling tot de officier van justitie, komt de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde feit. De verdachte bekent weliswaar dat hij op 10 november 2022 bij de woning aan de [adres02] te [plaats01] is geweest, hij geeft echter aan dat hij daar kwam omdat hij nog geld te goed had van aangever [aangever01] .
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de bedoeling had om iets uit de woning van aangever weg te nemen. De verdachte heeft een alternatieve verklaring gegeven omtrent de reden van zijn aanwezigheid bij de woning van aangever.
Uit de omstandigheid dat de verdachte in de woning van aangever werd gezien kan dan ook niet zonder meer worden afgeleid dat de verdachte van plan was om goederen uit de woning weg te nemen. Te minder nu hij hier overdag was. De rechtbank komt gelet op het voorgaande niet tot het wettige en overtuigende bewijs van de poging diefstal en zal de verdachte dan ook van het tenlastegelegde vrijspreken.
4.2.3.
Conclusie
Het onder 3 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.3.
Vrijspraak feit 5 primair (diefstal tas)
4.3.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de primair tenlastegelegde diefstal. De verdachte was kort na de diefstal van de tas in het bezit van de pinpas die zich in de gestolen tas bevond. Daarnaast is de verklaring van de verdachte ter terechtzitting dat hij de pinpas heeft gevonden onaannemelijk. Daar komt bij dat er weinig tijd zit tussen de diefstal en het gebruik van de pinpas door de verdachte.
4.3.2.
Beoordeling
Uit het dossier blijkt dat de tas van aangeefster op 10 november 2022 tussen 10:35 uur en 11:41 uur uit de personeelsruimte van het Maasstad Ziekenhuis te Rotterdam is weggenomen. In de tas van aangeefster bevond zich onder andere haar pinpas. Met die pinpas is op 10 november 2022 om 11:41 uur gepind bij TotalEnergies aan de Huniadijk te Rotterdam en om 11:43 uur gepind bij Tabac & gifts aan de Kerstendijk te Rotterdam. Zowel uit de camerabeelden van TotalEnergies als uit de verklaring van de verdachte ter zitting blijkt dat de verdachte deze pintransacties heeft verricht.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de verdachte de tas met daarin de pinpas heeft weggenomen uit de personeelsruimte van het Maasstad Ziekenhuis. Ter zitting heeft de verdachte dit ontkend en verklaart dat hij de pinpas op straat heeft gevonden.
De rechtbank acht de verklaring van de verdachte niet op voorhand onaannemelijk. Uit de enkele omstandigheid dat de verdachte maximaal een uur na de diefstal van de tas van aangeefster, met haar pinpas twee transacties heeft verricht kan dan ook niet zonder meer worden afgeleid dat de verdachte de tas van aangeefster uit het Maasstad Ziekenhuis heeft weggenomen. De rechtbank komt gelet op het voorgaande niet tot het wettige en overtuigende bewijs van de diefstal en zal de verdachte dan ook van het primair tenlastegelegde vrijspreken.
4.3.3.
Conclusie
Het onder 5 primair ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.4.
Vrijspraak feit 9 (diefstallen uit fietsenkelder)
4.4.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde diefstallen. Van het feit zijn camerabeelden beschikbaar en de verdachte wordt op deze beelden door een verbalisant herkend.
4.4.2.
Beoordeling
Uit het dossier volgt dat op 7 december 2022 is ingebroken in de fietsenkelder van de flat [naam flat01] te Rotterdam. Hierbij zijn onder andere een racefiets, gereedschap en fietsbenodigdheden weggenomen. Van de inbraak zijn camerabeelden uitgekeken. Volgens de politie is de verdachte op die camerabeelden te zien.
De rechtbank stelt vast dat de verdachte op camerabeelden slechts door één verbalisant is herkend. In dat kader moet eveneens worden opgemerkt dat de bewegende camerabeelden niet in het dossier zijn gevoegd en dat ook ‘stills’ daarvan ontbreken. Verbalisant [verbalisant01] beschrijft in zijn proces-verbaal van bevindingen ( [proces-verbaalnummer01] ) dat op de camerabeelden te zien is dat een manspersoon de gezamenlijke fietsenstalling via de deur binnenkomt die na wat rondspeuren het licht van de fietsenstalling aan doet. In het proces-verbaal van bevindingen ( [proces-verbaalnummer02] ) waarin de camerabeelden van de diefstal worden beschreven wordt de door verbalisant [verbalisant01] beschreven scène, op basis waarvan hij de verdachte herkent, niet genoemd. Het enkele feit dat verbalisant [verbalisant01] de verdachte herkent als zijnde de persoon die het licht aandoet in de fietsenstalling acht de rechtbank tegen de achtergrond van het voorgaande niet voldoende om het feit wettig en overtuigend bewezen te verklaren. Bij gebrek aan andere bewijsmiddelen die de betrokkenheid van de verdachte bij het ten laste gelegde ondersteunen, dient de verdachte van dit feit te worden vrijgesproken.
4.4.3.
Conclusie
Het onder 9 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.5.
Bewijswaardering feit 1 (diefstal met braak)
4.5.1.
Standpunt verdediging
Met betrekking tot feit 1 heeft de verdachte de bekend de laptop te hebben gestolen. Wel dient de verdachte partieel te worden vrijgesproken van de strafverzwarende omstandigheid, te weten het bestanddeel braak. De verdachte verklaart immers de woning niet te hebben betreden met de intentie om iets te stelen, maar omdat hij het koud had en een slaapplek zocht.
4.5.2.
Beoordeling
De verdachte is in de avond op 13 december 2022, in het donker, een bewoonde woning binnengegaan door een ruitje boven de voordeur kapot te tikken en door de opening in de ruit de woning binnen te gaan. Een getuige zag dat de verdachte een ruitje probeerde in te tikken en toen zij glasgerinkel hoorde heeft zij de politie gebeld. De verbalisanten ter plaatse troffen vervolgens de verdachte aan in de tuin direct onder het balkon van de naastgelegen woning. Bij de verdachte werd een tas met daarin een laptop aangetroffen die door aangeefster werd herkend als de hare. De rechtbank is van oordeel dat deze gedragingen van de verdachte gelet op de omstandigheden van het geval naar hun uiterlijke verschijningsvorm niet anders kunnen worden begrepen dan als het door middel van braak een woning in gaan met het oogmerk goederen uit deze woning mee te nemen. De verklaring van de verdachte, dat hij een warme slaapplek zocht, acht de rechtbank ongeloofwaardig, gelet op de plek waar de verdachte werd aangetroffen en gelet op de bij hem aangetroffen laptop van aangeefster.
4.5.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft gepleegd.
4.6.
Bewijswaardering feit 2 (diefstal met braak)
4.6.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het onder 2 tenlastegelegde. Daartoe is aangevoerd dat de verdachte de diefstal van de televisie ontkent. De bloedsporen (bloeddruppels met DNA van de verdachte) zijn volgens de verklaring die de verdachte op de terechtzitting heeft afgelegd in de woonkamer terechtgekomen als gevolg van een gevecht in de woonkamer waarbij hij was betrokken in de periode dat hij daar woonde.
4.6.2.
Beoordeling
Uit het dossier volgt dat de bloedsporen zijn aangetroffen op drie plaatsen in de woning, namelijk op de balustrade van het balkon, op de vloer in de woonkamer en op de vitrage van een openstaand raam in de woonkamer. De aangever heeft verklaard dat, toen hij ’s ochtends in de woonkamer kwam, de balkondeuren open stonden en zijn televisie weg was. Ook trof hij bloeddruppels aan op de grond en in de vitrage.
De rechtbank acht de verklaring van de verdachte over de wijze waarop bloed met zijn DNA in de woning is terecht gekomen volstrekt onaannemelijk. De verklaring dat de verdachte op enig eerder moment betrokken is geweest bij een gevecht in de woonkamer van de woning is op geen enkele wijze onderbouwd en acht de rechtbank ook niet plausibel gelet op het tijdstip van aantreffen door aangever van het bloed in de woning.
Gelet op het feit dat het bloedspoor met het DNA van de verdachte is aangetroffen meteen na de ontdekking van de inbraak, op twee plekken in de woonkamer en op de balustrade van het balkon, wordt bewezen geacht dat de verdachte als dader bij die inbraak betrokken is geweest.
Het andersluidende verweer wordt verworpen.
4.6.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft gepleegd.
4.7.
Partiële vrijspraak feit 4 (diefstal met braak)
4.7.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie vordert de bewezenverklaring van de ten laste gelegde gekwalificeerde diefstal. Er is voldoende wettig en overtuigend bewijs. Ondanks dat niet op beeld staat hoe de verdachte is binnengekomen, kan het niet anders zijn dan dat de verdachte door het flipperen van de deur toegang heeft gekregen tot de ruimte van waaruit het colbert is weggenomen.
4.7.2.
Beoordeling
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte het pand van Vraagwijzer Charlois is binnengegaan, met het oogmerk het goederen zoals vermeld in de tenlastelegging weg te nemen, zonder dat sprake was van braak, verbreking, inklimming danwel een valse sleutel. De verdachte heeft immers ter terechtzitting verklaard dat de deur van de ruimte waar het colbert hing niet was afgesloten en uit het strafdossier blijkt ook anderszins niet dat sprake was van braak.
4.7.3.
Conclusie
De verdachte zal aldus van de strafverzwarende omstandigheden die in dit verband ten laste zijn gelegd worden vrijgesproken.
4.8.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 5 subsidiair, 6, 7, 8, 10 en 11 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1
hij op 13 december 2022 te [plaats01] een laptop, die geheel aan [naam02] toebehoorde heeft weggenomen vanuit een woning aan de [adres03] , terwijl hij zich aldaar in die woning buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen laptop onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
2
hij op 10 november 2022 te [plaats01] een televisie, die geheel aan [naam03] toebehoorde heeft weggenomen vanuit een woning aan de [adres04] , terwijl hij zich aldaar in die woning buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen televisie onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
4
hij op 28 oktober 2022 te [plaats01] een colbert van een beveiligersuniform, die geheel aan Gemeente Rotterdam toebehoorde heeft weggenomen vanuit een bedrijfspand van Vraagwijzer Charlois aan het [adres05] , met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5
subsidiair:
hij op 10 november 2022 te [plaats01] opzettelijk een bankpas, geheel toebehorende aan [naam04] , en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als gevonden voorwerp, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
6
hij op meerdere tijdstippen op 10 november 2022 te [plaats01] een hoeveelheid geld, dat geheel toebehoorde aan [naam04] , heeft weggenomen (telkens) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten de pin-/betaalpas van die [naam04] ;
7
hij op 27 november 2022 te [plaats01] een televisie, die geheel aan Stichting Middin aan de [adres06] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
8
hij in de periode van 28 november 2022 tot en met 29 november 2022 te [plaats01] , meermalen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit meerdere auto's in de parkeergarage aan de Klamdijk te Rotterdam heeft weggenomen,
- meerdere sigaretten, een multitool en een Zwitsers
zakmes, die geheel aan [naam05] toebehoorden en
- een autoradio, die geheel aan [naam06] toebehoorde en
- een noodhamer, die geheel aan [naam07] toebehoorde,
waarbij verdachte zich telkens de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
10
hij in de periode van 28 november 2022 tot en met 29 november 2022 te [plaats01] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om goederen die geheel aan [naam08] toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak
- de linker voorruit heeft ingeslagen
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
11
hij in de periode van 28 november 2022 tot en met 29 november 2022 te
Rotterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto in de parkeergarage aan de Klamdijk te Rotterdam heeft weggenomen,
- meerdere zonnebrillen (van het merk Ray Ban)
eneen TomTom die geheel aan [naam09] toebehoorde
n.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in
cursief
verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
feiten 1 en 2:
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
feiten 4, 7 en 11:
diefstal
feit 5 subsidiair:
verduistering
feit 6:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft door middel van valse sleutels
feit 8:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
feit 10:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering maatregel

7.1.
Algemene overweging
De maatregel die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de maatregel is gebaseerd
De verdachte heeft zich in de periode van 28 oktober 2022 tot en met 13 december 2022 schuldig gemaakt aan een grote hoeveelheid diefstallen (met braak), danwel poging daartoe en een verduistering
.Diefstallen en inbraken brengen naast overlast ook financiële schade voor de benadeelden mee. Bovendien dragen dit soort feiten bij aan gevoelens van onveiligheid in de samenleving. De verdachte heeft daar geen rekening mee gehouden en heeft zich enkel laten leiden door zijn eigen financieel gewin.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
12 maart 2023. Uit het 28 pagina’s tellende strafblad van de verdachte is de rechtbank gebleken dat de verdachte vele malen is veroordeeld wegens vermogensdelicten tot, al dan niet, forse gevangenisstraffen. Dit alles heeft de verdachte er niet van kunnen weerhouden zich opnieuw schuldig te maken aan soortgelijke feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
24 maart 2023. Dit rapport houdt het volgende in.
De verdachte heeft een uitvoerige delictgeschiedenis welke zich laat kenmerken door een patroon van vermogensdelicten. Hij is opgegroeid in een disfunctioneel gezinssysteem, waarbinnen langdurig sprake is geweest van huiselijk geweld en middelenmisbruik door de diverse gezinsleden. De verdachte kampt zelf ook al lange tijd met verslavingsproblematiek. De verdachte heeft op elk leefgebied al jarenlang problemen, maar hij lijkt niet in staat op eigen kracht deze problemen het hoofd te bieden. De verdachte stelde zich de afgelopen jaren zorgmijdend op en de tot nu toe ingezette hulpverlening bleek niet benut te kunnen
worden om deze negatieve spiraal te doorbreken.
De verdachte heeft nu aangegeven dat hij inziet dat hij zijn leven niet op de rit krijgt zonder hulp. Hij is gemotiveerd om mee te werken aan een pakket bijzondere voorwaarden. De reclassering schat de kans op onttrekking in op gemiddeld, gezien de houding van de verdachte van afgelopen jaren, maar een onvoorwaardelijke ISD-maatregel is nu (nog) niet aan de orde. De reclassering ziet gelet op verdachtes responsiviteit nog mogelijkheden voor het opstellen van een haalbaar plan van aanpak in het kader van een voorwaardelijke ISD- maatregel.
De reclassering adviseert aan de verdachte een voorwaardelijke ISD maatregel op te leggen, met daarbij als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een opname in een zorginstelling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, dagbesteding en meewerken aan schuldhulpverlening.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard bereid te zijn zich aan alle door de reclassering geadviseerde voorwaarden te houden.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van de onder 5 bewezen geachte feiten aan alle voorwaarden is voldaan voor het opleggen van de ISD-maatregel. Bewezen is verklaard dat de verdachte misdrijven heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het uittreksel justitiële documentatie van 12 maart 2023 blijkt dat de verdachte gedurende de vijf jaren voorafgaand aan deze feiten ten minste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf. De in dit vonnis bewezen verklaarde feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen. Zoals blijkt uit de hiervoor genoemde rapportage, moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte opnieuw een misdrijf zal begaan. Verder eist de veiligheid van personen of goederen het opleggen van deze maatregel, gezien de ernst en het aantal door de verdachte begane soortgelijke feiten. De rechtbank is niet gebleken van redenen om deze maatregel niet op te leggen.
Hoewel de verdachte wel aan de voorwaarden voldoet voor oplegging van de ISD-maatregel, acht de rechtbank het onvoorwaardelijk opleggen hiervan op dit moment niet passend. Reden daarvoor is dat de oplegging van een voorwaardelijke ISD-maatregel een reëel alternatief is dat waarborgen biedt. De ISD-maatregel zal daarom voorwaardelijk worden opgelegd. Daarbij acht de rechtbank de door Reclassering Nederland geadviseerde voorwaarden passend en noodzakelijk. Ter terechtzitting heeft de verdachte bevestigd dat hij bereid is om de geboden hulp te aanvaarden..
Enkel een voorwaardelijk strafdeel - anders dan een voorwaardelijke ISD maatregel - is, gelet op de persoon van verdachte, onvoldoende om er voor te zorgen dat verdachte zich voor langere tijd aan de op te leggen bijzondere voorwaarden zal houden en zich niet opnieuw schuldig zal maken aan het plegen van strafbare feiten.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen maatregel passend en geboden.

8..Vorderingen benadeelde partijen

8.1.
Vordering van [benadeelde partij01]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij01] ter zake van het onder 9 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij heeft geen vergoeding van een schadebedrag gevorderd.
8.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich niet uitgelaten over de vordering van de benadeelde partij.
8.1.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat [benadeelde partij02] niet-ontvankelijk
moet worden verklaard in zijn vordering, omdat de verdachte moet worden vrijgesproken.
8.1.3.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu geen schadebedrag is gevorderd en nu de verdachte is vrijgesproken van het onder 9 ten laste gelegde feit. Dat betekent dat in deze procedure over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing kan worden genomen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
8.2.
Vordering van [benadeelde partij03]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij03] ter zake van het onder 9 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 15,00 aan materiële schade.
8.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering.
8.2.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat [benadeelde partij03] niet-ontvankelijk
moet worden verklaard in zijn vordering, omdat de verdachte moet worden vrijgesproken.
8.2.3.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte is vrijgesproken van het onder 9 ten laste gelegde feit. Dat betekent dat in deze procedure over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing kan worden genomen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 38p, 45, 57, 310, 311 en 321 van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 3, 5 primair en 9 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 4, 5 subsidiair, 6, 7, 8, 10 en 11 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
gelast dat de verdachte wordt geplaatst in
een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren;
bepaalt dat deze maatregel niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde meldt zich op de dag na vrijkoming bij Reclassering Nederland op het adres Marconistraat 2, 3029 AK, Rotterdam. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
2. de veroordeelde laat zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt maximaal één jaar of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
3. de veroordeelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt en zal worden afgestemd met de opname in een zorginstelling. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
4. de veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
5. de veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van de datum dat de verdachte kan worden opgenomen in de zorginstelling;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij01] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij03] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F. Wegman, voorzitter,
en mrs. C. Vogtschmidt en R.E. Drenth, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Kroes, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 13 december 2022 te [plaats01] een laptop, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam02] , in elk geval aan een ander toebehoorde heeft weggenomen vanuit een woning aan de [adres03] , terwijl hij zich aldaar in die woning buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen laptop, in elk geval enig goed, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2
hij op of omstreeks 10 november 2022 te [plaats01] een televisie, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam03] , in elk geval aan een ander toebehoorde heeft weggenomen vanuit een woning aan de [adres04] , terwijl hij zich aldaar in die woning buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen televisie, in elk geval enig goed, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3
hij op of omstreeks 10 november 2022 te [plaats01] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om geld en/of goederen, dat/die geheel of ten dele aan [naam01] , in elk geval aan een ander toebehoorde weg te nemen uit een woning aan de [adres07] , terwijl hij zich aldaar in die woning buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam01] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, die [naam01] met een stok tegen het lichaam heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4
hij op of omstreeks 28 oktober 2022 te [plaats01] een colbert van een beveiligersuniform, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Gemeente Rotterdam, in elk geval aan een ander toebehoorde heeft weggenomen vanuit een bedrijfspand van Vraagwijzer Charlois aan het [adres05] , met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen colbert, in elk geval enog goed, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel, door de toegangsdeur open te flipperen en/of over een balie te klimmen/springen;
5
hij op of omstreeks 10 november 2022 te [plaats01] een cognac kleurige handtas met inhoud, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam04] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen vanuit een personeelruimte van het Maasstadziekenhuis aan de [adres08] , met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 november 2022 te [plaats01] opzettelijk een bankpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam04] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als gevonden voorwerp, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
6
hij op meerdere tijdstippen op of omstreeks 10 november 2022 te [plaats01] een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam04] , heeft weggenomen (telkens) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten de pin-/betaalpas van die [naam04] , in elk geval een sleutel tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was;
7
hij op of omstreeks 27 november 2022 te [plaats01] een televisie, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Stichting Middin aan de [adres06] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
8
hij in of omstreeks de periode van 28 november 2022 tot en met 29 november 2022 te [plaats01] , meermalen, althans eenmaal (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeeiging uit een of meerdere auto's in de parkeergarage aan de Klamdijk te Rotterdam heeft weggenomen,
- een of meerdere sigaretten, een multitool en een Zwitsers zames, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam05] , in elk geval aan een ander of aan anderen dan verdachte toebehoorden en/of
- een autoradio in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam06] , in elk geval aan een ander of aan anderen dan verdachte toebehoorden en/of
- een noodhamer, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam07] , in elk geval aan een ander of aan anderen dan verdachte toebehoorden, waarbij verdachte zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
9
hij op of omstreeks 7 december 2022 te [plaats01] , meermalen, althans eenmaal, (telkens)
met het oogmerk van wederrechtelijke toeeiging uit de gemeenschappelijke fietsenkelder van de flat [naam flat01] te [plaats01] heeft weggenomen,
- een racefiets, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam10] , in elk geval aan een ander of aan anderen dan verdachte toebehoorden en/of
- een of meerdere fietsbenodigheden in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam11] , in elk geval aan een ander of aan anderen dan verdachte toebehoorden en/of
- een accu van een electrische fiets van het merk Gazelle, een fietsenbandenplaksetje, een inbussleutel en een of meerdere moertjes in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam12] , in elk geval aan een ander of aan anderen dan verdachte toebehoorden en/of
- een combinatietang, een hamer, 2 schroevendraaiers, 2 ringsleutels, 2 steeksleutels, een sleepkabel en een booschappentrolly in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam13] , in elk geval aan een ander of aan anderen dan verdachte toebehoorden waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel door onbevoegd gebruik te maken van de sleutel van de desbetreffende kelderbox;
10
hij in of omstreeks de periode van 28 november 2022 tot en met 29 november 2022 te [plaats01] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een of meerdere goederen/geld, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam08] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen/geld onder zijn bereik te brengen door middel van braak
- de linker voorruit heeft ingeslagen terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
11
hij in of omstreeks de periode van 28 november 2022 tot en met 29 november 2022 te
[plaats01] , met het oogmerk van wederrechtelijke toeeiging uit een auto in de parkeergarage aan de Klamdijk te Rotterdam heeft weggenomen,
- een of meerdere zonnebrillen (van het merk Ray Ban), een TomTom in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam09] , in elk geval aan een ander of aan anderen dan verdachte toebehoorde.