In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 10 mei 2023 uitspraak gedaan in de zaken AWB-22_5597 en AWB-22_5735, waarbij eiser, een inwoner van Berkel en Rodenrijs, in beroep ging tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland. Het college had het recht op bijstand van eiser beëindigd en terugvordering van ten onrechte betaalde bijstand opgelegd, alsook een bestuurlijke boete wegens schending van de inlichtingenplicht. Eiser ontving een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet, maar had een schenking van € 8.500,- ontvangen van zijn kinderen, wat leidde tot overschrijding van de vermogensgrens. De rechtbank oordeelde dat het college terecht had vastgesteld dat eiser zijn inlichtingenplicht had geschonden door deze schenking niet te melden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, bevestigde de intrekking van de bijstandsuitkering, de terugvordering van de betaalde bijstand en de opgelegde boete. Eiser had onvoldoende argumenten aangedragen voor verminderde verwijtbaarheid en de rechtbank oordeelde dat de hoogte van de boete in overeenstemming was met de wetgeving.