ECLI:NL:RBROT:2023:3966
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Gedeeltelijke afwijzing van een verzoek om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 25 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het College van Procureurs-Generaal. Eiser had op 3 februari 2022 verzocht om openbaarmaking van informatie over twee aangiften, maar zijn verzoek werd gedeeltelijk afgewezen. Het primaire besluit van 12 april 2022 wees het verzoek voor aangifte 2016 af op grond van het feit dat dit een herhaald verzoek was, terwijl het verzoek voor aangifte 2020 werd afgewezen omdat de bijzondere openbaarmakingsregeling uit het Wetboek van Strafvordering van toepassing was. Eiser ging in beroep tegen het bestreden besluit van 16 augustus 2022, waarin zijn bezwaar ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de Wet open overheid (Woo) van toepassing was, maar dat de artikelen van de Woo niet van toepassing waren op de strafvorderlijke gegevens die onder de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) vallen. De rechtbank concludeerde dat de Wjsg van toepassing was en dat de Woo niet kon worden ingeroepen. Eiser had geen nieuwe feiten of omstandigheden aangedragen die een andere beslissing rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees ook de verzoeken om schadevergoeding en dwangsom af, omdat er geen onrechtmatig besluit was vastgesteld. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.