ECLI:NL:RBROT:2023:3950
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- M.G.L. de Vette
- J.F. Koekebakker
- A. Verweij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 april 2023 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een civiele procedure. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. V.F. Milders, senior rechter in de rechtbank Rotterdam, en was gebaseerd op de vrees dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. De verzoeker stelde dat hij tijdens de zitting van 17 maart 2023 werd geconfronteerd met een grote hoeveelheid producties van de wederpartij, waaronder e-mailberichten, die hij niet vooraf had ontvangen. Dit zou volgens hem in strijd zijn met het procesreglement, dat voorschrijft dat dergelijke stukken uiterlijk tien dagen voor de zitting moeten worden toegestuurd. De rechter had de zitting geschorst om verzoeker de gelegenheid te geven de nieuwe stukken te bekijken, maar weigerde een aanhouding voor een schriftelijke reactie.
Daarnaast voerde de verzoeker aan dat de rechter tijdens de zitting had gezegd dat hij er ernstig rekening mee moest houden dat de vordering zou worden toegewezen, wat volgens hem blijk gaf van vooringenomenheid. De rechtbank oordeelde echter dat de rechter niet onpartijdig was en dat de motivering van zijn beslissing niet zodanig was dat deze als blijk van vooringenomenheid kon worden opgevat. De rechtbank benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn en dat er bijzondere omstandigheden nodig zijn om aan te nemen dat deze onpartijdigheid in het geding is.
De rechtbank concludeerde dat de gronden voor wraking niet voldoende waren en wees het verzoek tot wraking af. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en werd openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.