Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 3 primair ten laste gelegde feit, te weten het medeplegen van het in voorraad hebben of verhandelen van ketamine;
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 subsidiair ten laste gelegde, te weten het aanwezig hebben van cocaïne, MDMA, amfetamine, ketamine en hasjiesj;
4.Waardering van het bewijs
een zak met een blok wit poeder’is aangetroffen met een brutogewicht van 254,9 gram, maar het erbij genoemde goednummer behoort (ook) toe aan een aangetroffen bivakmuts. Het brutogewicht wordt in het relaasproces-verbaal gekoppeld aan het SIN [SIN-nummer01] , dat terugkomt in het proces-verbaal omtrent onderzoek verdovende middelen. Daar gaat het echter om een ander goednummer en de omschrijving is ‘
1 gripzak met daarin 2 plastic zakjes met daarin wit poeder en brokjes’. Dat is getest door het NFI als 247,7 gram cocaïne. Nu noch het goednummer, noch de omschrijving overeenkomt met wat is aangetroffen in de garagebox, kan de door het NFI geteste hoeveelheid van 247,7 gram cocaïne niet herleid worden tot drugs die in de garagebox zijn gevonden. Van dit gedeelte zal de verdachte worden vrijgesproken. Na aftrek van genoemde 247,7 gram cocaïne blijft er nog een hoeveelheid cocaïne in de tenlastelegging staan. De rechtbank zal daarom ‘een hoeveelheid’ cocaïne bewezen verklaren.
- onder feit 1 tezamen en in vereniging althans alleen een hoeveelheid cocaïne, 116,2 gram amfetamine en 96,8 gram MDMA aanwezig heeft gehad;
- onder feit 2 tezamen en in vereniging ongeveer 6,1 kilo hasjiesj en 113,3 gram hennep aanwezig heeft gehad, en
- onder feit 3 subsidiair een grote hoeveelheid ketamine in voorraad heeft gehad.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
- een meldplicht bij de reclassering;
- een ambulante behandeling bij Homerun Forensische Zorg;
- het meewerken aan middelencontrole (via urineonderzoek), en
- een contactverbod met de medeverdachte [medeverdachte01] .
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 100 (honderd) dagen;
van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 87 (zevenentachtig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
200 (tweehonderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
100 (honderd) dagen;