ECLI:NL:RBROT:2023:3879

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 januari 2023
Publicatiedatum
8 mei 2023
Zaaknummer
10/342071-21 en 10/092586-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere bedreigingen en belediging met deels voorwaardelijke gevangenisstraf en contactverbod

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 januari 2023 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere bedreigingen en beledigingen. De verdachte heeft in de periode van juli tot en met december 2021 verschillende slachtoffers bedreigd via berichten, telefoongesprekken en in persoon. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks zijn verweer dat de slachtoffers niet werkelijk bang waren, door zijn uitlatingen en gedrag een redelijke vrees heeft gecreëerd bij de slachtoffers. De rechtbank heeft de bewijsvoering van de officier van justitie gevolgd en de verdachte veroordeeld voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en belediging. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, die lijdt aan een bipolaire stoornis en andere persoonlijkheidskenmerken. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 180 dagen opgelegd, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast is er een contactverbod en locatieverbod opgelegd voor de duur van 3 jaar, met de maatregel dat bij overtreding een vervangende hechtenis van maximaal 6 maanden kan worden opgelegd. De rechtbank heeft in haar vonnis uitvoerig gemotiveerd hoe zij tot deze beslissing is gekomen, waarbij de ernst van de bedreigingen en de impact op de slachtoffers zwaar hebben meegewogen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10/342071-21 en 10/092586-22
Datum uitspraak: 12 januari 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1987,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres01] te ( [postcode01] ) [woonplaats01] ,
raadsman mr. G.A.S. Maduro, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 29 december 2022.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B.M.M. Zonneveld heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/342071-21 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde (bedreigingen) en van het onder parketnummer 10/092586-22 onder 1 en 2 ten laste gelegde (belediging en bedreiging);
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden met aftrek van voorarrest;
  • oplegging van de maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), voor de duur van drie jaren, bij overtreding te bestraffen met twee weken hechtenis per overtreding (met een maximum van zes maanden), inhoudende:
een contactverbod met [slachtoffer01] , [slachtoffer02] , de medewerkers van de tandartsenpraktijk [tandartsenpraktijk01] , [slachtoffer03] en [slachtoffer04] , en
een locatieverbod voor het gebied binnen een straal van 500 meter rondom de locatie Sportlaan in [plaats01] , de Langeweg in [plaats02] , de Wytemaweg te [plaats03] , de Maseratilaan te [plaats02] en het dorp [dorp01] .

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt verdediging
De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit voor alle feiten. Daartoe is met betrekking tot de bedreigingen betoogd dat de uitlatingen van de verdachte niet hebben kunnen leiden tot de redelijke vrees dat hij zijn woorden zou omzetten in daden. Voorts had de verdachte geen opzet op die vrees. Ook het opzet op de belediging van aangever [slachtoffer03] ontbreekt, nu de verdachte de ten laste gelegde woorden heeft gezegd vanuit frustratie. De feiten kunnen daarom niet wettig en overtuigend bewezen worden.
4.2.
Beoordeling
De rechtbank zal uitgaan van de volgende feiten en omstandigheden. Deze feiten hebben op de terechtzitting niet ter discussie gestaan en kunnen zonder nadere motivering dienen als vertrekpunt voor de beoordeling van de bewijsvraag.
De verdachte heeft in de periode van juli tot en met december 2021 berichten verstuurd aan de aangevers, telefonisch contact met hen gehad en in persoon met hen gesproken. Hij was op verschillende momenten gefrustreerd, onder meer over hoe hij behandeld werd door instanties, en heeft de in de tenlastelegging opgenomen teksten – althans woorden van gelijke aard of strekking – verstuurd via berichten, dan wel uitgesproken.
Zowel de verdachte als de raadsman heeft betoogd dat de aangevers niet hebben kunnen verwachten dat de verdachte hen daadwerkelijk iets aan zou doen. De verdachte heeft in dat verband verklaard dat hij na de in de tenlastelegging genoemde berichten ‘sorry’ heeft gezegd en nog lange tijd op normale wijze met de aangevers heeft gecommuniceerd.
De rechtbank overweegt als volgt. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is voor een veroordeling ter zake van bedreiging met zwaar lichamelijk letsel of enig misdrijf tegen het leven gericht, onder andere vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging en de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat deze in het algemeen tot de redelijke vrees kon leiden dat de bedreigde zwaar lichamelijk letsel zou oplopen dan wel het leven zou kunnen verliezen en dat het opzet van de verdachte daarop was gericht. Daarbij speelt de context van de geuite bedreigingen een rol, alsmede de aard en de ernst daarvan.
Alle aangevers hebben verklaard bang te zijn geweest dat de verdachte hen fysiek iets aan zou doen. Zij verwijzen daarbij bijvoorbeeld naar de inhoud van de berichten, die steeds ernstiger en concreter werden en geven aan dat zij niet wisten waar de verdachte toe in staat zou zijn. Ondanks herhaalde verzoeken daarmee te stoppen bleef de verdachte in contact treden, soms maandenlang.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de intensiteit van de (e-mail)berichten, de omstandigheden waaronder de mondelinge bedreigingen zijn gedaan en de aard van de uitlatingen, in het algemeen en ook bij de betrokkenen de redelijke vrees kon ontstaan dat zij het leven zouden verliezen of ernstig mishandeld zouden worden. De verdachte heeft door het versturen van de teksten en het uitspreken van de woorden bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat die vrees zou ontstaan.
Dat de verdachte meermaals ná het versturen van de bedreigingen zijn excuses aanbood en op normale voet verder communiceerde, doet niet af aan de bedreigende aard van zijn woorden op het moment van uiten. Mogelijk versterkte dit onvoorspelbare karakter van zijn gedrag juist de angst die de aangevers voelden..
Ten aanzien van de ten laste gelegde belediging, merkt de rechtbank op dat wanneer een uiting is gedaan vanuit frustratie, dit het beledigende karakter ervan nog niet ontneemt.
De verweren worden verworpen. De ten laste gelegde feiten kunnen wettig en overtuigend worden bewezen.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/342071-21 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde en het onder parketnummer 10/092586-22 onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
parketnummer 10/342071-21
1
hij in de periode van 22 juli 2021 tot en met 29 september 2021 te [plaats01] , gemeente [gemeente01] [slachtoffer01] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer01] dreigend de woorden toe te voegen
- " Ik ben nog niet klaar met je en Jezus weet zich geen raad als ik klaar met je ben." en
- " Of je reageert op vraagstukken. Komt langs mijn huis. Of ik zoek jou in je veilige omgeving op." en
- " Nog wat wijsheid aan de kleintjes meegegeven? Wens ze maar alle sterkte toe van mij. Dat ze beide maar goed terecht mogen komen, zelfs al zou er wat gebeuren met hun vader, wat niemand hoopt natuurlijk, maar dit kan altijd." en
- " Geachte heer [slachtoffer01] , weet dat ik je ooit de kanker in zal slaan. Kanker hond. Kom nog 1 keer met zo'n kanker maatregel dan kanker hond. Je mag blij wezen als het zover is dat je dan alleen bent. Ik hoop hiermee je onrecht enigzins wat te bestraffen, op mijn manier. En ik denk je zo wel genoeg te hebben geïnformeerd. Vieze vuile kanker naaier. Ooit ben je voor mij. Ooit :)" en
- " Je handelen zal je nog eens fataal worden. Met de dag krijg ik meer zin om je leven te nemen ;) en meer :).",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2
hij in de periode van 5 oktober 2021 tot en met 3 december 2021 te [plaats02] , gemeente [gemeente01] , [slachtoffer02] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer02] dreigend de woorden toe te voegen
- " Ik sloop je als ik vandaag mijn geld niet heb" en
- " Vieze vuile kankerhond, als ik vandaag of morgen mijn geld niet heb, maak ik je af" en- "Als ik mijn geld niet krijg zal ik terug komen en zal een mes mee nemen en deze tussen jouw ribben steken" en
- " Pas als je ligt, schop ik je kanker kop dusdanig naar de tiefus, dat ik zeer benieuwd ben naar het eindresultaat" en
- " Beter ga je je zorgen maken om je eigen naaste en meer" en- "Oh man, ik maak jou, en meer Helemaal kapot" en
- " Al moet het met een schroevendraaier... Maar ik opteer het grotere werk",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3
hij op 30 november 2021 te Rotterdam, een of meer medewerkers van Tandartsenpraktijk [tandartsenpraktijk01] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die een of meer medewerkers van Tandartsenpraktijk [tandartsenpraktijk01] dreigend de woorden toe te voegen
- " Ik hoop dat 1 van jullie vermoord, dan wel verminkt wordt, ik hoop het echt... Ergens sterven in een donkere kroch..." en
- " Weet dat je mede verantwoordelijk bent voor de kankerzooi die hieruit voort kan vloeien. Nogmaals, niets meer dan een stelletje kanker nazi's... Ik kan niet wachten om dingen om te zetten in daden... Om te eindigen... Sterf aub nogmaals, sterf langzaam aub.",
;
parketnummer 10/092586-22
1
hij in de periode van 29 september 2021 tot en met 11 november 2021 te [plaats02] , gemeente [gemeente01] , opzettelijk [slachtoffer03] , door een toegezonden geschrift, heeft beledigd, door hem (indirect) per e-mail en/of in een bericht (aan de assistente van die [slachtoffer03] ) en/of via een Instagrambericht (aan de dochter van die [slachtoffer03] ) de woorden toe te voegen:
"vieze vuile kanker NSB-er" en "kankerhond" en "vieze vuile kanker lafaard";
2
hij in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 2 december 2021 te [plaats02] , gemeente [gemeente01] , [slachtoffer03] heeft bedreigd met zware mishandeling, door die [slachtoffer03] , meermalen, een e-mail te sturen met de volgende (kort weergegeven) tekst(en):
- op 18-08-2021 20:01 vanaf het emailadres [e-mailadres01] aan het emailadres
[e-mailadres02] (van de praktijk van [slachtoffer03] ):
"weet dat ik nog nooit iemand heb mishandeld ... Maar dat het slechte het aant winnen is van het goede... Je hebt het helemaal zelf gedaan ik kan niet wachten iig... Maar zal het geduld van een sniper tentoonspreiden... Ik kan echt niet wachten Mr [slachtoffer03] ... En wees op eerlijk naar uw dochter in deze. Dan komt de eventuele klap niet zo hard aan... Best triest voor zo'n schattige meid, maar dan moet d'r vader maar niet eindverantwoordelijke zijn" en
- op 11-11-2021 vanaf het emailadres [e-mailadres01] naar het emailadres [e-mailadres03] (medewerker in de praktijk van [slachtoffer03] ):
“je bent de grootste lafaard die ik ooit heb ontmoet... 1 die mocht er iets gebeuren, het helemaal zelf heeft aangewakkerd... ik kan niet wachten iig om de tranen aan andere zijde te mogen aanschouwen... ooit jonguh...oooit... heerlijk".
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
parketnummer 10/342071-21
onder 1, 2 en 3:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling, meermalen gepleegd;
parketnummer 10/092586-22
onder 1:
belediging, meermalen gepleegd;
onder 2:
bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd
De verdachte heeft in een periode van een aantal maanden verschillende personen bedreigd. Hij deed dit via e-mail en WhatsApp, in persoon en aan de telefoon. De slachtoffers waren medewerkers van instanties, namelijk de gemeente, verschillende tandartspraktijken en een zorginstantie, die de verdachte vanuit professioneel oogpunt probeerden te helpen.
De verdachte voelde zich niet gehoord, tegengewerkt en gefrustreerd en uitte dat in zijn woorden en berichten. Soms stuurde hij in een kort tijdsbestek een groot aantal berichten. Hij gebruikte bewoordingen zoals: “Ik maak jou, en meer, helemaal kapot”, “Weet dat ik je ooit de kanker in zal slaan” en "Als ik mijn geld niet krijg zal ik terug komen en zal een mes mee nemen en deze tussen jouw ribben steken". De verdachte heeft zelfs niet geschroomd aan de kinderen van een van de slachtoffers te refereren: “Nog wat wijsheid aan de kleintjes meegegeven?”.
De slachtoffers hebben de bedreigingen als zeer bedreigend ervaren. Ze omschrijven dat ze door het gebeuren met de verdachte bang zijn en sindsdien het gevoel hebben over hun schouder te moeten kijken. Een van de slachtoffers schrijft in een verklaring dat zijn gevoel van vrijheid compleet was verdwenen en dat hij zich er constant van bewust was dat de verdachte de intentie had hem iets aan te doen. Hij hoopt dat de verdachte beseft wat zijn daden bij een ander teweeg hebben gebracht.
Hoewel de verdachte heeft aangegeven dat hij de inhoud van zijn berichten ernstig vindt en begrijpt dat deze impact op de slachtoffers gehad hebben, heeft hij tijdens het onderzoek ter terechtzitting ook steeds benadrukt dat hij twijfelt of men wel echt bang was en dat hij ook goed contact had. Of hij echt de ernst van zijn handelen inziet, is dan ook niet duidelijk geworden.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 1 december 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
Psychiater [psychiater01] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 13 mei 2022, alsmede een aanvullend rapport, gedateerd 19 december 2022. Deze rapporten houden samengevat het volgende in.
Er is sprake van een bipolaire stemmingsstoornis waarvan de symptomen door stressvolle omgevingsfactoren (-sterk- kunnen) toenemen. Er dient daarom aandacht besteed te worden aan die omgevingsfactoren en/of de symptomen van de stemmingsstoornis moeten (farmaco-)therapeutisch aangepakt worden. Er zijn daarnaast trekken van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis.
Dit was ook ten tijde van het ten laste gelegde het geval en deze stoornis beïnvloedde de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde. Bij alle handelingen en gedragingen gedurende de ten laste gelegde feiten had de verdachte in meer of mindere mate last van zijn bipolaire stemmingsstoornis en bepaalde deze stoornis in combinatie met zijn paranoïde en antisociale persoonlijkheidskenmerken telkens voor een deel deze handelingen en gedragingen. Op basis van deze conclusie wordt geadviseerd om de verdachte alle ten laste gelegde feiten in een verminderde mate toe te rekenen.
Psychiatrische hulpverlening is geïndiceerd om de (persoonlijkheids)diagnostiek nog verder te verfijnen en om het psychiatrisch toestandsbeeld te blijven monitoren zodat tijdig ingegrepen kan worden als er alsnog een medicamenteuze interventie nodig is.
Een psychologische behandeling is geïndiceerd vanwege de aanwezige kenmerken van persoonlijkheidspathologie; de verdachte kan middels een psychotherapeutische interventie leren om disfunctionele gedachtegangen om te zetten in neutrale, meer realistische gedachtegangen, waardoor inadequate reacties op stressvolle gebeurtenissen uitblijven.
Indien de rechtbank de ten laste gelegde feiten bewezen acht, wordt de rechtbank in overweging gegeven om de verdachte bij een (deels) voorwaardelijke straf als bijzondere voorwaarden te stellen dat hij zich gedurende de proeftijd richt naar de aanwijzingen van de reclassering en dat deze aanwijzingen onder andere kunnen inhouden dat de verdachte het reeds ingezette hulpverleningstraject voortzet, maar dan wel via een forensisch-psychiatrische polikliniek. Tevens wordt een contactverbod geadviseerd met de personen en instanties waarmee de verdachte in conflict is.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting heeft de psychiater [psychiater01] aangegeven te blijven bij zijn advies. Tijdens zijn gesprek met de verdachte in december 2022 zag hij enigszins verbetering ten opzichte van mei 2022 en daarom heeft hij ook in zijn aanvullend rapport geadviseerd tot een ambulante behandeling, ondanks de mededeling van de reclassering dat zij het contact met de verdachte niet kon voortzetten. Ook heeft de getuige-deskundige meegewogen dat een klinische behandeling een disproportioneel effect zou hebben wat betreft de woning en financiën van de verdachte, en dat wilde hij voorkomen.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 21 december 2022. Dit rapport houdt kort weergegeven het volgende in.
De reclassering heeft door het gedrag en de houding van de verdachte een zeer beperkt beeld gekregen van zijn persoonlijke omstandigheden. Het is niet mogelijk gebleken om op constructieve wijze een gesprek met hem te voeren.
Het NIFP concludeert dat sprake is van een andere gespecificeerde bipolaire-stemmingsstoornis en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis, met paranoïde en antisociale persoonlijkheidskenmerken. Het gedrag dat hier uit voortkomt is een risicoverhogende en delictgerelateerde factor. De verdachte heeft geen (ziekte)inzicht, waardoor behandelingen in een vrijwillig en ambulant kader niet uitvoerbaar zijn. De verdachte heeft in het kader van een zorgmachtiging kortdurend (medicamenteuze) behandeling gevolgd bij Antes GGZ, waardoor er enige rust en contactgroei ontstond. Hij wenste na het beëindigen van de zorgmachtiging het gebruik van medicatie echter niet voort te zetten, waardoor zijn problematiek weer naar de voorgrond is getreden. Antes GGZ meent dat ook zijn cannabisgebruik mogelijk een negatieve invloed heeft op zijn maniforme gedrag. De reclassering heeft geen zicht op de hoeveelheden en omvang van dit middelengebruik.
De verdachte kent voorts nog altijd problemen van praktische aard. Zo ontbreekt het hem aan zinvolle dagbesteding, heeft hij nieuwe schulden opgebouwd en zou hij somatische klachten ervaren. Deze factoren verhogen zijn gevoelens van stress. Het lukt echter niet om hier passende hulp voor te krijgen, omdat de verdachte ook in contact met andere hulpverleners zijn impulsen niet weet te beheersen en vervolgens wordt weggestuurd. Deze vicieuze cirkel lijkt moeilijk te doorbreken.
De verdachte hecht veel waarde aan zijn band met zijn familie. Zij ondersteunen hem in zijn contacten met instanties.
De reclassering adviseert een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden. Daarnaast wordt een contact- en locatieverbod geadviseerd (middels artikel 38v Sr). De reclassering ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico's te beperken of het gedrag te veranderen. Hiermee wordt afgeweken van het NIFP-advies. Behandeling is noodzakelijk om de risico’s te verminderen, maar komt in een ambulant kader niet van de grond. De werkeenheid Indicatiestelling Forensische Zorg (IFZ) van het NIFP heeft aangegeven dat ze een indicatie kunnen geven, als een klinische opname als bijzondere voorwaarde wordt opgelegd. Het is echter niet haalbaar om al voor de zitting een indicatie af te geven, daar zij hier geen capaciteit voor hebben. De opname kan daardoor niet gespecificeerd worden, aangezien het IFZ het beveiligingsniveau moet bepalen. De reclassering adviseert om tijdens het onderzoek ter terechtzitting te toetsen of de verdachte bereidwillig is mee te werken aan een klinische behandeling. Als hij geen medewerking wenst te verlenen, wordt geadviseerd om geen bijzondere voorwaarden op te leggen.
Ter terechtzitting heeft getuige-deskundige [naam01] namens de reclassering verklaard bij dit advies te blijven. Gelet op de ervaringen in het verleden – de houding van de verdachte en zijn beperkte medewerking – ziet de reclassering geen mogelijkheden om de verdachte te begeleiden of toezicht te houden.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Nu de conclusies van de psychiater gedragen worden door zijn bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. De verdachte wordt dus in enigszins verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van de feiten een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens in verband waarmee hij in enigszins verminderde mate toerekeningsvatbaar wordt geacht.
Als het gaat om de behandeling van deze stoornis, lopen de meningen van de deskundigen uiteen. De psychiater adviseert een ambulante behandeling als bijzondere voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijke straf. De reclassering heeft gemotiveerd aangegeven niet met de verdachte verder te kunnen, gelet op de ervaringen in het verleden. De reclasserings-medewerkers hebben hun vertrouwen in het contact met de verdachte verloren. De rechtbank acht het niet aangewezen om de reclassering te belasten met een opdracht waarvan zij zelf meent daaraan geen uitvoering te kunnen geven en zal het advies van de psychiater dan ook niet kunnen volgen.
Dan rest de vraag: kan en moet de verdachte klinisch behandeld worden? In dat kader heeft de getuige-deskundige van de reclassering verklaard dat het maanden zal duren voor de verdachte in een kliniek terecht kan. Daarnaast blijft het de vraag of de verdachte mee zal werken aan een behandeling.
De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat een forse voorwaardelijke straf zonder bijzondere voorwaarden het meest aangewezen is, ook uit het oogpunt van het terugdringen van recidive. Hierbij weegt de rechtbank mee dat de voorlopige hechtenis indruk op de verdachte lijkt te hebben gemaakt. Een voorwaardelijke gevangenisstraf zal er daarom mogelijk toe bijdragen dat strafbaar handelen in de toekomst wordt voorkomen.
Gezien de ernst, impact en intensiteit van de bedreigingen, is ook een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden.
De oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) gaan bij een enkele verbale bedreiging uit van een geldboete. De oriëntatiepunten van het LOVS kunnen echter in deze zaak niet als uitgangspunt worden genomen, nu het gaat om veelvuldige zeer ernstige en indringende bedreigingen. De door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf voor de duur van acht maanden doet echter evenmin recht aan de zaak.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf van zes maanden met aftrek van voorarrest, waarvan drie maanden voorwaardelijk, in dit geval passend en geboden.
Ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten wordt aan de verdachte daarnaast de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van drie jaren opgelegd, inhoudende een contactverbod met [slachtoffer01] (geboren [geboortedatum02] 1984), [slachtoffer02] (geboren [geboortedatum03] 1980), de tandartsenpraktijk [tandartsenpraktijk01] , [slachtoffer03] (geboren [geboortedatum04] 1967) en [slachtoffer04] (geboren [geboortedatum05] 2002) en een locatieverbod voor een straal van 100 meter rondom de adressen Sportlaan [huisnummerA] te Maasdam , de Langeweg [huisnummerB] te Oud-Beijerland , de Wytemaweg [huisnummer C] te Rotterdam , de Maseratilaan [huisnummer D] te Oud-Beijerland en het dorp [dorp01] .
Nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens genoemde slachtoffers, zal worden bevolen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Alles afwegend acht de rechtbank de genoemde straf en maatregel passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 38v, 38w, 57, 266 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder parketnummer 10/342071-21 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten en de onder parketnummer 10/092586-22 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen;
bepaalt dat
van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 90 (negentig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van 3 (drie) jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
1. zich niet op te houden in een straal van 100 meter rondom de locaties Sportlaan [huisnummerA] te Maasdam , de Langeweg [huisnummerB] te Oud-Beijerland , de Wytemaweg [huisnummer C] te Rotterdam , de Maseratilaan [huisnummer D] te Oud-Beijerland en het dorp [dorp01] , gedurende drie jaren na heden;
2. zich te onthouden van direct of indirect contact met [slachtoffer01] (geboren [geboortedatum02] 1984), [slachtoffer02] (geboren [geboortedatum03] 1980), de tandartsenpraktijk [tandartsenpraktijk01] , [slachtoffer03] (geboren [geboortedatum04] 1967) en [slachtoffer04] (geboren [geboortedatum05] 2002), gedurende drie jaren na heden;
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van twee weken, met een totale duur van ten hoogste zes maanden;
beveelt
dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Putters, voorzitter,
en mrs. K. Bakker en F.J.E. van Rossum, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.J. Voogel-van Buuren, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 12 januari 2023.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
parketnummer 10/342071-21
1
hij in of omstreeks de periode van 22 juli 2021 tot en met 29 september 2021 te
[plaats01] , gemeente [gemeente01] , althans in Nederland [slachtoffer01] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer01] dreigend de woorden toe te voegen
- " Ik ben nog niet klaar met je en Jezus weet zich geen raad als ik klaar met je ben." en/of
- " Of je reageert op vraagstukken. Komt langs mijn huis. Of ik zoek jou in je veilige omgeving op." en/of
- " Nog wat wijsheid aan de kleintjes meegegeven? Wens ze maar alle sterkte toe van mij. Dat ze beide maar goed terecht mogen komen, zelfs al zou er wat gebeuren met hun vader, wat niemand hoopt natuurlijk, maar dit kan altijd." en/of
- " Geachte heer [slachtoffer01] , weet dat ik je ooit de kanker in zal slaan. Kanker hond. Kom nog 1 keer met zo'n kanker maatregel dan kanker hond. Je mag blij wezen als het zover is dat je dan alleen bent. Ik hoop hiermee je onrecht enigzins wat te bestraffen, op mijn manier. En ik denk je zo wel genoeg te hebben geïnformeerd. Vieze vuile kanker naaier. Ooit ben je voor mij. Ooit :)" en/of
- " Je handelen zal je nog eens fataal worden. Met de dag krijg ik meer zin om je leven te nemen ;) en meer :).",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2
hij in of omstreeks de periode van 5 oktober 2021 tot en met 3 december 2021 te [plaats02] , gemeente [gemeente01] , althans in Nederland, [slachtoffer02] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer02] dreigend de woorden toe te voegen
- " Ik sloop je als ik vandaag mijn geld niet heb" en/of
- " Vieze vuile kankerhond, als ik vandaag of morgen mijn geld niet heb, maak ik je af" en/of
- " Als ik mijn geld niet krijg zal ik terug komen en zal een mes mee nemen en deze tussen jouw ribben steken" en/of
- " Pas als je ligt, schop ik je kanker kop dusdanig naar de tiefus, dat ik zeer benieuwd ben naar het eindresultaat" en/of
- " Beter ga je je zorgen maken om je eigen naaste en meer" en/of
- " Oh man, ik maak jou, en meer Helemaal kapot" en/of
- " Al moet het met een schroevendraaier... Maar ik opteer het grotere werk",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3
hij op of omstreeks 30 november 2021 te Rotterdam, althans in Nederland, een of meer medewerkers van Tandartsenpraktijk [tandartsenpraktijk01] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die een of meer medewerkers van Tandartsenpraktijk [tandartsenpraktijk01] dreigend de woorden toe te voegen
- " Ik hoop dat 1 van jullie vermoord, dan wel verminkt wordt, ik hoop het echt... Ergens sterven in een donkere kroch..." en/of
- " Weet dat je mede verantwoordelijk bent voor de kankerzooi die hieruit voort kan vloeien. Nogmaals, niets meer dan een stelletje kanker nazi's... Ik kan niet wachten om dingen om te zetten in daden... Om te eindigen... Sterf aub nogmaals, sterf langzaam aub.",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
parketnummer 10/092586-22
1
hij in of omstreeks de periode van 29 september 2021 tot en met 11 november 2021 te [plaats02] , gemeente [gemeente01] , althans in Nederland, opzettelijk [slachtoffer03] , door een toegezonden of aangeboden geschrift en/of afbeelding, heeft beledigd, door hem (indirect) per e-mail en/of in een bericht (aan de assistente van die [slachtoffer03] ) en/of via een Instagrambericht (aan de dochter van die [slachtoffer03] ) de woorden toe te voegen:
"vieze vuile kanker NSB-er" en/of "kankerhond" en/of "vieze vuile kanker lafaard",
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 2 december 2021 te [plaats02] , gemeente [gemeente01] , althans in Nederland, [slachtoffer03] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer03] , meermalen althans eenmaal, een e-mail te sturen met de volgende (kort weergegeven) tekst(en):
- op 18-08-2021 20:01 vanaf het emailadres [e-mailadres01] aan het emailadres
[e-mailadres02] (van de praktijk van [slachtoffer03] ):
"weet dat ik nog nooit iemand heb mishandeld ... Maar dat het slechte het aant winnen is van het goede... Je hebt het helemaal zelf gedaan ik kan niet wachten iig... Maar zal het geduld van een sniper tentoonspreiden... Ik kan echt niet wachten Mr [slachtoffer03] ... En wees op eerlijk naar uw dochter in deze. Dan komt de eventuele klap niet zo hard aan... Best triest voor zo'n schattige meid, maar dan moet d'r vader maar niet eindverantwoordelijke zijn" en/of
- op 11-11-2021 vanaf het emailadres [e-mailadres01] naar het emailadres [e-mailadres03] (medewerker in de praktijk van [slachtoffer03] ):
“je bent de grootste lafaard die ik ooit heb ontmoet... 1 die mocht er iets gebeuren, het helemaal zelf heeft aangewakkerd... ik kan niet wachten iig om de tranen aan andere zijde te mogen aanschouwen... ooit jonguh...oooit... heerlijk",
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.