Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 uur met aftrek van voorarrest, waarvan 40 uur voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
4.Bewijswaardering
bijZorg en Welzijn. Maar dat is iets anders dan dat de verdachte zou hebben gezegd dat hij
alspsycholoog werkzaam is bij Zorg en Welzijn. Iedereen mag zichzelf psycholoog noemen of men hier voor gestudeerd heeft of niet. Door te stellen dat hij psycholoog is, heeft de verdachte dus geen valse hoedanigheid aangenomen. Hij heeft ook nooit de naam of het logo van Zorg en Welzijn of PsyQ gebruikt. Weliswaar heeft huisarts [huisarts01] verklaard dat de verdachte zich dan “zeer waarschijnlijk” heeft voorgesteld als eerstelijns psycholoog van PsyQ, maar dat is slechts een aanname. Dit levert geen bewijs op dat de verdachte zich daadwerkelijk heeft uitgegeven als eerstelijns psycholoog bij PsyQ en de verdachte betwist nadrukkelijk dat hij zich ooit heeft gepresenteerd als psycholoog werkzaam bij Zorg en Welzijn en/of PsyQ.
bijZorg en Welzijn of ik ben psycholoog
énwerkzaam bij Zorg en Welzijn). De rechtbank volgt hierbij de verklaring (uit 2019) van de getuige [getuige01] , werkzaam bij de Viersprong, die regelmatig telefonisch contact had met de verdachte, en “geen goed gevoel” daarbij had. Van belang is dat [getuige01] heeft uitgelegd dat de koppeling dat de verdachte werkte als psycholoog bij Zorg en Welzijn voor haar juist zo belangrijk was, omdat zij anders zou hebben doorgevraagd bij welke instantie hij dan als psycholoog werkzaam was. Het kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat hij de naam van Zorg en Welzijn heeft gebruikt om als bevoegd psycholoog aangezien te worden, nu niet valt in te zien waarom de verdachte – die alleen vrijwilligerswerk in de kringloopwinkel deed – het relevant zou achten dit te melden tegen een zorgverlener in het kader van de opname van [slachtoffer01] in de Viersprong.
5.Bewezenverklaring
6.Strafbaarheid feit
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
9.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregel
[slachtoffer01](hierna: [slachtoffer01] ) ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van
[slachtoffer02](hierna: [slachtoffer02] ) ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 500,00 aan immateriële schade.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
78 (achtenzeventig) urente verrichten taakstraf resteert;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
39 (negenendertig) dagen;
benadeelde partij [slachtoffer01], te betalen een bedrag van
€ 3.500,00 (zegge: vijfendertighonderd euro)aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 30 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
benadeelde partij [slachtoffer02] niet-ontvankelijkin de vordering; bepaalt dat de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat
ten behoeve van [slachtoffer01]te betalen
€ 3.500,00(hoofdsom,
zegge: vijfendertighonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 augustus 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 3.500,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
45 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;