In deze zaak hebben verzoekers op 14 maart 2023 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 284 en 287b van de Faillissementswet (Fw) om een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank heeft de behandeling van het verzoek op 19 april 2023 bepaald. Tijdens deze zitting heeft de verweerster, Stichting Hef Wonen, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om haar verweer toe te lichten. De rechtbank heeft op 26 april 2023 uitspraak gedaan. De verzoekers, die onder beschermingsbewind staan, hebben een gezamenlijk inkomen van € 3.578,15, wat voldoende is om de huur van € 605,00 per maand te betalen. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een bedreigende situatie, aangezien de verweerster op 15 maart 2023 heeft aangekondigd tot ontruiming over te gaan. De rechtbank heeft de belangen van verzoekers zwaarder laten wegen dan die van de verweerster, omdat de verzoekers in hun huurwoning willen blijven en het minnelijk schuldhulpverleningstraject willen doorlopen. De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis opgeschort voor de duur van zes maanden, mits de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling niet-ontvankelijk verklaard, met de mogelijkheid voor verzoekers om in de toekomst een nieuw verzoek in te dienen.