In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening op grond van artikel 287b van de Faillissementswet. Verzoekers, mevrouw C. Rodriques en mevrouw P. Kootstra, hebben op 17 februari 2023 een verzoekschrift ingediend om een moratorium te verkrijgen, omdat zij onder beschermingsbewind staan en een minnelijk schuldhulpverleningstraject zijn gestart. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekers voldoende inkomsten hebben om de lopende huurtermijnen te voldoen en dat zij sinds maart 2022 hun huur hebben betaald. De rechtbank oordeelde dat er sprake is van een bedreigende situatie, aangezien er een vonnis tot ontruiming van hun woning was uitgesproken. De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van dit vonnis opgeschort voor de duur van zes maanden, onder de voorwaarde dat de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is bepaald dat de huurovereenkomst wordt verlengd voor deze periode. De verzoeken tot toelating tot de schuldsaneringsregeling zijn niet-ontvankelijk verklaard, maar verzoekers kunnen in de toekomst een nieuw verzoek indienen.