ECLI:NL:RBROT:2023:3696
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Faillietverklaring van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid wegens niet-betaling van opeisbare vorderingen en pluraliteit van schuldeisers
Op 30 maart 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een faillissementszaak waarbij de besloten vennootschap HELDWIJK INVEST B.V. als verzoekster optrad. De verzoekster heeft een opeisbare vordering van € 118.131,87 op de verweerder, die handelt onder een handelsnaam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder niet in staat is om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen, wat blijkt uit het feit dat hij niet geslaagd is in het verkrijgen van de door hem toegezegde financiering bij derden. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat er sprake is van pluraliteit van schuldeisers, aangezien er meerdere vorderingen op de verweerder rusten, waaronder een vordering van € 112.500,00 van een derde partij en vorderingen van consumenten.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 12 januari 2023 werd ingediend. Tijdens de zittingen op 7 februari en 28 maart 2023 zijn de partijen gehoord. De verweerder heeft betwist dat de verzoekster recht heeft op de vordering, maar heeft niet betwist dat er meerdere schuldeisers zijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er summierlijk bewijs is van de faillissementstoestand van de verweerder, aangezien hij heeft opgehouden te betalen en er geen middellijke oplossing tot stand is gekomen.
De rechtbank heeft de verweerder in staat van faillissement verklaard en mr. M. Aukema benoemd tot rechter-commissaris, terwijl mr. M.K. de Bruijn als curator is aangesteld. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.