Op 25 april 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplegen van gewoontewitwassen, begaan door een rechtspersoon. De verdachte was manager bij een bedrijf dat deel uitmaakte van een grotere structuur van rechtspersonen, aangeduid als de GP-structuur. Gedurende de periode van 25 juni 2014 tot en met 4 april 2017 zijn er aanzienlijke contante geldbedragen gestort op de rekeningen van deze rechtspersonen, die uiteindelijk zijn aangewend voor luxegoederen zoals BMW's en een skybox in de Amsterdam Arena. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan deze verboden gedragingen, ondanks zijn verweer dat hij niet op de hoogte was van de financiële gang van zaken binnen het bedrijf.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit, maar het subsidiaire feit van gewoontewitwassen bewezen verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, als feitelijk bestuurder van de GP-structuur, op de hoogte moest zijn van de criminele herkomst van de gelden. De verdachte heeft geen verifieerbare verklaring gegeven voor de herkomst van het geld, wat de rechtbank leidde tot de conclusie dat de gelden uit misdrijf afkomstig zijn. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging hebben genomen. De rechtbank heeft benadrukt dat het witwassen van crimineel geld een ernstige aantasting vormt van de integriteit van het financiële verkeer en een bedreiging voor de samenleving.