ECLI:NL:RBROT:2023:3688

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
1 mei 2023
Zaaknummer
10/993012-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van gewoontewitwassen

Op 25 april 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplegen van gewoontewitwassen. De verdachte, geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum], was ten tijde van het onderzoek gedetineerd. De rechtbank heeft het bewijs beoordeeld dat is verzameld tijdens de terechtzittingen op 17 maart 2022, 22 augustus 2022 en 11 april 2023. De officier van justitie, mr. C. de Bruijn, had een gevangenisstraf van 21 maanden geëist, maar de rechtbank kwam tot een andere conclusie.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte betrokken was bij een GP-structuur, waarbij contante stortingen op bankrekeningen van verschillende rechtspersonen plaatsvonden. In totaal werd er een bedrag van € 600.120,- gestort, waarvan een aanzienlijk deel werd gebruikt voor de aanschaf van luxe goederen zoals BMW's en een skybox in de Amsterdam Arena. De verdachte was als bestuurder ingeschreven bij twee stichtingen die aandelen hielden in een bedrijf, en er waren contante stortingen gedaan op de rekeningen van deze rechtspersonen.

De rechtbank concludeerde dat de verdachte wist van de criminele herkomst van de gelden en dat hij actief heeft bijgedragen aan het witwassen door zijn rol als bestuurder en het aanvragen van een betaalpas. De verdachte werd schuldig bevonden aan het medeplegen van gewoontewitwassen, maar de rechtbank sprak hem vrij van een deel van de tenlastelegging met betrekking tot de aanschaf van auto’s. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, wat lager was dan de eis van de officier van justitie. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere strafblad en rapportages van deskundigen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/993012-20
Datum uitspraak: 25 april 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
niet ingeschreven in de basisregistratie personen
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting uit andere hoofde gedetineerd in de
Penitentiaire Inrichting [detentieadres]
raadsman mr. M.C. de Jonge Vos, advocaat te Amsterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 17 maart 2022, 22 augustus 2022 en 11 april 2023

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 17 maart 2022 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C. de Bruijn heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde, met uitzondering van de contante aanbetalingen van de auto’s;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 21 maanden.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vaststaande feiten
De volgende feiten en omstandigheden kunnen op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten hebben op de terechtzitting niet ter discussie gestaan en kunnen zonder nadere motivering dienen als vertrekpunt voor de beoordeling van de bewijsvraag.
Geelhoed heeft in juni 2014 een tweetal stichtingen opgericht die aandelen houden in het bedrijf [naam bedrijf 1] De medeverdachte [naam medeverdachte 1] is per 1 juli 2014 in dienst getreden bij [naam bedrijf 1] in de functie van manager. [naam bedrijf 1] is op haar beurt de bestuurder van de besloten vennootschappen [naam bedrijf 2] , [naam bedrijf 3] , [naam bedrijf 4] en [naam bedrijf 5] . Hierna zal dit gehele concern ook worden aangeduid als de GP-structuur en/of de rechtspersonen.
In de periode van 2 mei 2014 tot en met 28 maart 2017 zijn er regelmatig contante geldbedragen gestort op bankrekeningen van de verschillende rechtspersonen die behoren tot de GP-structuur. Deze contante stortingen tellen op tot een totaalbedrag van EUR 600.120,-. De gestorte geldbedragen werden veelal korte tijd nadat zij waren gestort, doorgestort op rekening van [naam bedrijf 1]
De contante gelden die op de rekeningen van [naam bedrijf 1] en andere rechtspersonen binnen de GP-structuur zijn geboekt zijn (uiteindelijk) aangewend voor onder andere de aanschaf van BMW’s, een skybox in de Amsterdam Arena en toegangskaarten voor evenementen in de Amsterdam Arena. Ook zijn in dit verband contante betalingen gedaan.
De verdachte was van 29 mei 2015 tot en met 31 december 2015 ingeschreven als bestuurder van de genoemde twee stichtingen: [naam stichting 1] en [naam stichting 2] . Deze stichtingen hielden aandelen in [naam bedrijf 1] Van [naam bedrijf 1] was de verdachte in dezelfde periode eveneens bestuurder. Ook in die periode vonden er contante stortingen plaats op de rekeningen van rechtspersonen binnen de GP-structuur.
4.2.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Aan de verdachte is primair het medeplegen van witwassen ten laste gelegd, waarbij hem onder meer wordt verweten auto’s en een skybox te hebben verworven. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat uit het procesdossier niet blijkt dat de verdachte betrokken is geweest bij de aanschaf van de auto’s. De verdachte zal daarom van dit deel van het ten laste gelegde partieel worden vrijgesproken.
4.3.
Bewijswaardering
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. De verdachte was slechts een katvanger. Er is geen concreet bewijs voorhanden waaruit blijkt dat verdachte de contante stortingen zelf heeft verricht, evenmin blijkt uit het procesdossier dat hij wist dat die stortingen plaatsvonden. Daarnaast was de verdachte niet op de hoogte van de aanschaf van de Skybox en de contante betalingen in relatie tot die aanschaf. Nu de verdachte zelf geen handeling heeft verricht kan voorts geen sprake zijn van een nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten.
Criminele herkomst
Uit het dossier blijkt niet wat de herkomst is van de in de tenlastelegging vermelde gelden. Niettemin kan toch bewezen worden verklaard dat deze voorwerpen ‘uit enig misdrijf’ afkomstig zijn, als op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden geconcludeerd moet worden dat die voorwerpen geen legale herkomst kunnen hebben.
In dit geval gaat het om vele contante stortingen op de verschillende bankrekeningen van de rechtspersonen binnen de GP-structuur, welke stortingen telkens onder de meldgrens van de Wet Financieel Toezicht zijn gedaan. Het is een feit van algemene bekendheid dat diverse vormen van criminaliteit gepaard gaan met grote hoeveelheden contant geld. Er is verder ook geen enkele legale economische verklaring voor de herkomst van deze gelden en de gestorte bedragen staan niet in verhouding tot de omzet van de rechtspersonen. In tegendeel zelfs: er zijn geen economische activiteiten bekend van de rechtspersonen die tot enige noemenswaardige omzet zouden hebben geleid. De verdachte beschikt evenmin over een vermogen of inkomen dat de herkomst van deze gelden kan verklaren. De gelden zijn bovendien voor een groot deel opgegaan aan consumptieve uitgaven en niet is aangetoond dat uitgave van de gelden een bedrijfseconomisch doel diende. Al het voorgaande wordt als zogenaamde witwastypologieën gezien en maken dat er een vermoeden is van witwassen.
Onder zulke omstandigheden mag van de verdachte een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring over de herkomst van het geld worden verwacht. Een verklaring van de verdachte over de herkomst van het geld is evenwel uitgebleven. Ook zijn medeverdachten hebben daarover niet verklaard.
De conclusie is dat het niet anders kan zijn dan dat de gelden uit misdrijf afkomstig zijn.
Witwassen
In de periode dat verdachte stond ingeschreven als bestuurder van de GP-structuur zijn er tenminste 42 contante stortingen gedaan op rekening van rechtspersonen binnen die GP-structuur. De contante stortingen bedroegen totaal € 282.730,00. De gestorte geldbedragen werden veelal vrijwel direct nadat zij waren gestort, doorgestort op rekening van [naam bedrijf 1] De stortingen werden telkens onder de meldgrens van de Wet Financieel Toezicht gedaan.
De contante gelden zijn gestort op verschillende rekeningen van de vennootschappen binnen de GP-structuur en vervolgens onder andere uitgegeven aan (de kosten van) een aantal BMW’s en een Skybox bij de Amsterdam Arena. Door gebruik te maken van rekeningen van verschillende rechtspersonen die geen economisch verband hebben met de genoemde gelden is de criminele herkomst daarvan verborgen en verhuld. Doordat de contante stortingen telkens plaatsvonden onder de meldgrens is ook de verplaatsing daarvan verhuld. Voorts hebben de rechtspersonen deze gelden voorhanden gehad op hun rekeningen en omgezet doordat die gelden zijn uitgegeven, onder meer aan de BMW’s en de Skybox – en ook door die handelingen is de criminele herkomst van die gelden verder verborgen en verhuld.
De rol van de verdachte
De verdachte stond geregistreerd als de wettelijk vertegenwoordiger en gemachtigde van de bankrekening van [naam bedrijf 1] Op 23 juni 2015 deed de verdachte een aanvraag voor een betaalpas voor deze rekening. Blijkens de stukken van de ING is die pas ook aan hem uitgereikt. In de periode dat de verdachte bestuurder was is er een bedrag van in totaal € 101.430,00 contant op deze rekening gestort.
De verdachte stond ook geregistreerd als wettelijk vertegenwoordiger van de rekening van [naam bedrijf 3] Dit blijkt uit de door de bank verstrekte handtekeningkaart en de kopie paspoort van de verdachte. In de periode dat de verdachte bestuurder was van de GP-structuur werd er in totaal een bedrag van € 44.850 contant op deze rekening gestort. Daarnaast heeft de verdachte als vertegenwoordiger van [naam bedrijf 5] , een rechtspersoon behorende tot de GP-structuur, met de ING een “Overeenkomst opnemen en verpakt storten” gesloten. Verder is relevant dat contante geldstortingen in de administratie werden verwerkt als lening van de participanten of als lening van de verdachte.
Gelet op het voorgaande moet de verdachte, als rekeninghouder en als de persoon die een overeenkomst afsloot voor het doen van contante geldstortingen, geweten hebben dat er contante gelden op de rekeningen van de rechtspersonen werden gestort. Dit mede gelet op het grote aantal stortingen dat plaatsvond en het feit dat het ging om hoge (totaal)bedragen. Dat de verdachte wist dat er contant geld in de GP-structuur omging blijkt daarnaast uit de debiteurenkaart op naam van [naam bedrijf 1] van [naam bedrijf 6] waarop de verdachte als contactpersoon staat en een e-mailwisseling tussen medewerkers van [naam bedrijf 6] In deze e-mails schrijven de medewerkers dat zij een contante betaling hebben ontvangen van € 6.000,00 en dat met de verdachte besproken is dat er bezwaar is ‘
om steeds contant geld aan te nemen’.
De rechtbank is op grond van het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, van oordeel dat de rol van de verdachte verder is gegaan dan die van slechts een katvanger. De verdachte wist dat er (grote) sommen contant geld in de GP-structuur omgingen en heeft door zich in te schrijven als bestuurder, een betaalpas aan te vragen en een overeenkomst tot het doen van geldstortingen aan te gaan, actief bijgedragen aan het ‘rondpompen’ van deze gelden. Aldus heeft de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat er geld zou worden witgewassen.
Wetenschap van de criminele herkomst
Nu de verdachte wist van deze grote contante geldstromen zonder dat uit het dossier volgt dat hij heeft nagegaan wat daarvan de herkomst kon zijn of wat de economische activiteiten van de ondernemingen zouden zijn en wetende dat de gelden werden rondgepompt binnen de GP-structuur en opgingen aan consumptieve uitgaven die geen reëel economisch doel dienden, heeft de verdachte willens en weten bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat het hier om crimineel geld ging. De verdachte heeft daarover ook geen verklaring willen afleggen die de rechtbank tot een ander oordeel zou kunnen brengen.
Medeplegen
Bij het verhullen van de werkelijke oorsprong van geld binnen de GP-structuur heeft de verdachte samengewerkt met de betrokken rechtspersonen en de medeverdachte [naam medeverdachte 1] die daaraan feitelijk leidinggaf.
Conclusie
De verdachte heeft zich samen met de medeverdachten schuldig gemaakt aan witwassen. Gelet op de periode en de hoeveelheid handelingen – meerdere stortingen op en overboekingen tussen verschillende zakelijke rekeningen – die verdachte en zijn medeverdachten hebben verricht, is de rechtbank van oordeel dat zij daarvan een gewoonte hebben gemaakt.
4.1.3.
Conclusie
Bewezen is dan ook dat de verdachte opzet in de zin van voorwaardelijk opzet heeft gehad op het witwassen van geldbedragen en van (de aanschaf) van een skybox.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 29 mei 2015
tot en met 31 december 2015
in Den Haag en/of Ter Aar en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging.
a)
van meerdere voorwerp en, te weten
een groot geldbedrag van in totaal
282.730 euro (bestaande uit een bedrag van 44.850 euro ((AMB-006a)) en een bedrag van 101.430
euro ((AMB-006b)) en een bedrag van 60.400 euro ((AMB-006c)) en een bedrag van 34.250 euro ((AMB-006d)) en een bedrag van 29.300 euro ((AMB-006 e)) en een bedrag van 12.500 euro ((AMB-006g))euro en
- contante betalingen van
respectievelijk 166.678 euro en 30.398 en 19.500 euro in
relatie tot een skybox (233) in de Amsterdam Arena (,
de werkelijke aard en de herkomst en de verplaatsing heeft verborgen en verhuld, en
b)
meerdere voorwerpen, te weten
een groot geldbedrag van in totaal 282.730 euro, (bestaande uit een
bedrag van 44.850 euro ((AMB-006a)) en een bedrag van 101.430 euro ((AMB-006b))
en een bedrag van 60.400 euro ((AMB-006c)) en een bedrag van 34.250 euro
((AMB-006d)) en een bedrag van 29.300 euro ((AMB-006 e)) en een bedrag van
12.500 euro ((AMB-006g
en/
- contante betalingen van
respectievelijk 166.678 euro en 30.398 en 19.500 euro in
relatie tot een skybox (233) in de Amsterdam Arena ,
voorhanden heeft gehad en heeft omgezet terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders, wist en dat die voorwerpen
onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig
misdrijf;
hebbende hij, verdachte, en zijn mededaders
van het plegen van witwassen een gewoonte gemaakt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit.

Het bewezen feit levert op:
Medeplegen van gewoontewitwassen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft langere tijd ingeschreven gestaan als bestuurder van de structuur. Op de bij deze bedrijven behorende rekeningen zijn grote geldbedragen contant gestort en van het tegoed van de rekening van [naam bedrijf 1] , waarvan de verdachte op dat moment als bestuurder stond ingeschreven, werd een skybox in de Arena in Amsterdam aangeschaft. Witwassen vormt een aantasting van de integriteit van het financiële en economische verkeer en is, mede vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer, een bedreiging voor de samenleving.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 27 februari 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
De rechtbank heeft acht geslagen op het in het kader van andere strafzaak opgemaakt rapport van Reclassering Nederland d.d. 10 augustus 2021 (Detentie- en Reïntegratieplan).
De rechtbank heeft ook, naast een in een eerdere strafzaak tegen de verdachte opgemaakt rapport van 1 februari 2020 van (gedrags)neuroloog [naam 1] , acht geslagen op een rapport van psychiater [naam 2] d.d. 4 april 2023 en op een rapport van 31 maart 2023, opgemaakt door [naam 3] klinisch neuropsycholoog.
Uit deze rapporten komt met betrekking tot de vraag of de verdachte -die tijdens zijn verhoren blijk heeft gegeven van geheugenklachten, mogelijk duidende op (beginnende dementie)- al dan niet lijdt aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestesvermogens dat hij niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde rechtsvervolging te begrijpen het volgende naar voren.
De geheugenklachten bij de verdachte zijn neurologisch noch psychiatrisch te verklaren. De verdenking is daarmee zeer sterk dat bij de verdachte sprake is van simulatie en dat de verdachte zijn geheugenklachten aanzet om zijn verantwoordelijkheden te ontlopen.
De psycholoog en de psychiater achten de verdachte in staat om de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen.
Blijkens de genoemde rapportages van deskundigen heeft de verdachte welbewust en ter misleiding een ernstig ziektebeeld voorgewend om zijn strafrechtelijke vervolging voor het thans bewezenverklaarde feit te ontlopen. Daarmee heeft de verdachte de voortgang van het onderzoek ter terechtzitting ernstig vertraagd, zowel in zijn eigen zaak, als van zijn medeverdachten, en heeft hij de maatschappij laten opdraaien voor de (hoge) kosten van de deskundigenrapportages. Het veinzen van een ziektebeeld door de verdachte heeft bovendien tot twee keer toe geleid tot het uitstellen van de inhoudelijke behandeling van zijn zaak en die van zijn medeverdachten en zo heeft de verdachte ook een wissel weten te trekken op het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht. De verdachte heeft hierover geen enkele rekenschap afgelegd. De verdachte toont hiermee geen respect te hebben voor de rechtsstaat en het strafproces en toont zich bereid die te ondermijnen waar mogelijk.
Dit rekent de rechtbank de verdachte zeer aan en zal in strafverzwarende zin worden meegewogen.
7.3.3.
Straf
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
De rechtbank heeft er in het voordeel van de verdachte rekening mee gehouden dat hij geen initiërende of leidinggevende rol in het geheel heeft vervuld en dat hij van het witwassen in slechts geringe mate zelf heeft geprofiteerd.
7.3.4.
Redelijke termijn
Bij de berechting van een zaak, waarbij geen sprake is van bijzondere omstandigheden heeft als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak op de terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar na aanvang van de redelijke termijn. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat een verdachte rechtspersoon in redelijkheid de verwachting kan hebben dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. Het verhoor van de verdachte kan als een zodanige handeling worden aangemerkt. De verdachte is in de onderhavige zaak op 7 november 2019 als verdachte gehoord. Op deze datum is de redelijke termijn derhalve aangevangen.
Naar het oordeel van de rechtbank is er in deze zaak sprake van bijzondere omstandigheden.
Tussen 7 november 2019 en de datum van het eindvonnis ligt een periode van ruim 42 maanden. Nu in deze zaak, zoals hiervoor is overwogen, wordt uitgegaan van een redelijke termijn van twee jaar, is er in de onderhavige zaak sprake van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) van ruim 18 maanden. Gelet op wat hiervoor is overwogen omtrent het veinzen van een ziektebeeld door de verdachte is die vertraging voor het overgrote deel, zo niet volledig, aan de verdachte zelf toe te rekenen. Van strafvermindering kan in dit geval geen sprake zijn.
Alles afwegend acht de rechtbank de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden passend en geboden.
De straf is aanzienlijk lager dan de eis van 21 maanden gevangenisstraf die door de officier van justitie is geëist. Anders dan de officier van justitie, die haar eis heeft gebaseerd op de richtlijnen van het openbaar ministerie, is de rechtbank uitgegaan van de oriëntatiepunten van het LOVS.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 47, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Daum, voorzitter,
en mrs. J.J. Klomp en S.M. den Hollander, rechters,
in tegenwoordigheid van J.P. van der Wijden, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 25 april 2025.
De oudste en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de
2013 tot en met 31 december 2015
in Den Haag en/of Ter Aar en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging, althans alleen.
(telkens)
a)
van een of meerdere voorwerp (en), te weten (onder meer)
een (groot) geldbedrag van in totaal
282.730 euro (bestaande uit een bedrag van 44.850 euro ((AMB-006a)) en/of een bedrag van 101.430
euro ((AMB-006b)) en/of een bedrag van 60.400 euro ((AMB-006c)) en/of een bedrag van 34.250 euro ((AMB-006d)) en/of een bedrag van 29.300 euro ((AMB-006 e)) en/of een bedrag van 12.500 euro ((AMB-006g))euro, in eik geval enig
geldbedrag en/of
- een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 1] ) (DOC-G47 en/of DOC-048)
een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 2] ) (DOC-053 en/of DOC-054)
- een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 3] ) , althans (contante)
betaling(en) van (in totaal) (respectievelijk) 201874 euro in relatie tot de
aanschaf van de hierboven genoemde auto’s,
en/of
- een skybox 233 in de Amsterdam Arena, althans (contante) betaling(en) van
(in totaal) (respectievelijk) 166.678 euro en/of 30.398 en/of 19.500 euro in
relatie tot een skybox (233) in de Amsterdam Arena (DOC-016 en/of DOC-018
en/af DOC-116),
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding
en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel heeft
verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende op voornoemd(e)
voorwerp(en) is,
en/of
b)
één of meerdere voorwerp(en), te weten (onder meer):
een (groot) geldbedrag van in totaal 282.730 euro, (bestaande uit een
bedrag van 44.850 euro ((AMB-006a)) en/of een bedrag van 101.430 euro ((AMB-006b))
en/of een bedrag van 60.400 euro ((AMB-006c)) en/of een bedrag van 34.250 euro
((AMB-006d)) en/of een bedrag van 29.300 euro ((AMB-006 e)) en/of een bedrag van
12.500 euro ((AMB-006g)), in elk geval enig geldbedrag en/of'
- een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 1] ) (DOC-047 en/of DOC-048) en/of
- een auto van het merk B14W (kenteken [kenteken 2] ) (DOC-053 en/of DOC-054) en/of
- een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 3] ) , althans (contante)
betaling(en) van (in totaal) (respectievelijk) 201874 euro in relatie tot de
aanschaf van de hierboven genoemde auto’s,
en/of
- een skybox 233 in de Amsterdam Arena, althans (contante) betaling(en) van
(in totaal) (respectievelijk) 166.678 euro en/of 30.398 en/of 19.500 euro in
relatie tot een skybox (233) in de Amsterdam Arena (DOC-016 en/of DOC-0l8
en/of DOC-116),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of
heeft omgezet en/of van één of meer van voormelde voorwerpen gebruik heeft
gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), wist (en) dat/die voorwerpen
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig(e)
misdrijf/misdrijven;
hebbende hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader(s)
(gelet op het vorenstaande)
van het plegen van witwassen al dan niet een gewoonte gemaakt;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[naam stichting 1] en/of [naam stichting 2] en/of [naam bedrijf 1] en/of
[naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 4] en/of [naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 5]
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 juni 2014 tot en met 4 april 2017, althans in de of omstreeks de periode 29 mei 2015 tot en met 31
december 2015, te 's-Gravenhage en/of Ter Aar en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met elkaar en/of met een ander of anderen, althans alleen,
zich schuldig heeft/hebben gemaakt aan het plegen van (gewoonte) witwassen,
immers heeft/hebben zij, en/of haar/hun mededader(s)
(telkens) van een of meer voorwerp(en),
bestaande uit een of meer (gro( o )te geldbedrag( en),
te weten
- een of meer geldbedrag(en) van (in totaal) 600.120,- euro, althans een bedrag van 282.730,- euro (bestaande uit een of meer contante stortingen op de bankrekening( en) van [naam stichting 1] en/of [naam stichting 2] en/of [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 5] , (AMB-006 t/m AMB-006g), althans enig(e) geldbedrag(en),
meermalen/eenmaal de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de
vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld
en/of
meermalen/eenmaal (telkens) verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat/die
goed( eren)/voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) was/waren
en/of
meermalen/eenmaal (telkens) een/meer van dat/die geldbedrag(en) en/of goed(eren)/voorwerp(en)
verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van ( een van) die
geldbedragen en/of goederen/voorwerp( en) gebruik gemaakt,
terwijl zij, genoemde rechtsperso(o)n(en), en/of haar/hun mededader(s)
wist( en), dat dat/die geldbedrag(en) en/of goed(eren)/voorwerp( en)
- onmiddellijk of middellijk -
(geheel of gedeeltelijk) afkomstig waren uit enig misdrijf,
zulks terwijl hij, verdachte, al dan niet in vereniging met een of meer anderen,
tot bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) opdracht heeft gegeven,
dan wel feitelijke leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedraging ( en)
Meer subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[naam medeverdachte 1] en/of [naam medeverdachte 2] , althans een ander, en/of een of meer ander(e)
perso(o)n(en),
tezamen en in vereniging, althans alleen,
op een of meer tijdstippen gelegen
in op of omstreeks de periode van 25 juni 2014 tot en met 4 april 2017,
in Den Haag en/of Ter Aar en/of (elders) in Nederland,
a)
van één of meerdere voorwerp(en), te weten (onder meer)
een (groot) geldbedrag van in totaal
600.12euro, in elk geval enig
geldbedrag
en / of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 1] ) (DOC-047 en/of DOC-048)
en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 4] ) (DOC-O52 en/of DCC-052)
en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 5] ) (DOC-055 en/of DOC-056)
en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 6] ) (D)C-049 en/of DOC-O50)
en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 2] ) (DOC-053 en/of D)C-054)
en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 3] ) , althans (contante)
betaling(en) van (in totaal) (respectievelijk) 457843 euro in relatie tot
de aanschaf van de hierboven genoemde auto’s,
en/of
-een skybox 233 in de Amsterdam Arena, althans (contante) betaling(en van
(in totaal) respectievelijk) 166.678 euro en/of 30.398 en/of 19.500 euro
in relatie tot een skybox (233) n de Amsterdam Arena
(DOC-016 en/of DOC-018 en/of DOC-116),
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding
en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel heeft
verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende op voornoemd (e)
voorwerp(en) is,
en/of
b)
één of meerdere voorwerp (en) , te weten (onder eer)
-een (groot) geldbedrag van in totaal
600.12euro, in elk geval enig
geldbedrag
en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 1] ) (DOC-047 en/of DOC-048)
en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 4] ) (DOC-051 en/of DOC-052)
en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 5] ) (DOC-055 en/of DOC-056)
en/of
-een auto van het merk BWW (kenteken [kenteken 6] ) (DOC-049 en/of DOC-C50)
en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 2] ) (DOC-053 en/of DOC-054)
en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 3] ), althans (contante)
betaling(en) van (in totaal) (respectievelijk) 457843 euro in relatie tot
de aanschaf van de hierboven genoemde auto’ s,
en/of
-een skybox 233 in de Amsterdam Arena, althans (contante) betaling(en) van
(in totaal) (respectievelijk) 166.678 euro en/of 39.398 en/of 19.500 euro
in relatie tot een skybox (233) in de Amsterdam Arena
(DOC-016 en/of DOC-018 en/of DOC-116)
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of
heeft omgezet en/of van één of meer van voormelde voorwerpen gebruik heeft
gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
wist(en) dat/die voorwerpen onmiddellijk of middellijk
geheel of gedeeltelijk
afkomstig was/waren uit enig(e) misdrijf/misdrijven
en/of daar een gewoonte van hebben gemaakt,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte
op één of meer tijdstip(pen) gelegen
in of omstreeks de periode van 29 mei 2015 tot en met 31 december 2015
in Den Haag en/of Ter Aar en/of (elders) in Nederland,
(telkens) opzettelijk
gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,
door zich te laten inschrijven als bestuurder van
een tweetal Stichtingen ( [naam stichting 1] en/of [naam stichting 2]
en/of
een of meerdere vennootschappen ( [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2]
en/of [naam bedrijf 4] en/of [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 3]
althans zich beschikkingsbevoegd heeft gemaakt over de stichtingen en/of
vennootschappen alsmede het/de bankrekeningnummers daarvan,
[ [bankrekeningnummer 1] op naam van [naam stichting 1]
[bankrekeningnummer 2] op naam van [naam stichting 2] ;
[bankrekeningnummer 3] op naam van [naam bedrijf 1] ;
[bankrekeningnummer 4] op naam van [naam bedrijf 3] .;
[bankrekeningnummer 5] op naam van [naam bedrijf 4] ;
[bankrekeningnummer 6] op naam van [naam bedrijf 2] ;
[bankrekeningnummer 7] op naam van [naam bedrijf 5] .),
en/of
door zich de beschikking te verwerven over de bankrekeringen met voornoemde
rekeningnummers ten name van voornoemde stichtingen en/of vennootschappen,
en aan die [naam medeverdachte 1] en/of [naam medeverdachte 2] , althans een ander, en/of
een of meer ander(e) perso(o)n(en) de bankpas (een) en/of pincode(s) en/of
bankrekeningnummer(s) van voornoemde bedrijven mee te geven en/of ter
beschikking te stellen;
meest subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij
op een of meer tijdstip(pen) gelegen
in of omstreeks de periode van 29 mei 2015 tot en met 31 december 2015 in Den Haag en/of Ter Aar en/of (elders) in Nederland
tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens)
a)
van een of meerdere voorwerp(en), te weten (onder meer):
-een (groot) geldbedrag van in totaal
282. 730 euro,
(bestaande uit een bedrag van 44.850 euro ((AMB-006a)) en/of een bedrag van 101.430
euro ((AMB-006b)) en/of een bedrag van 60.400 euro ((AMB-006c)) en/of een bedrag van 34.250 euro ((AMB-006d)) en/of een bedrag van 29.300 euro ((AMB-006 e)) en/of een bedrag van 12.500 euro ((AMB-006g))euro, in elk geval enig geldbedrag
en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 1] ) (DOC-047 en/of DOC-048) en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 2] ) (DOC-053 en/of DOC-054) en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 3] ), althans (contante) betaling(en) van (in totaal) (respectievelijk) 201874 euro in relatie tot de aanschaf van de hierboven genoemde auto's,
en/of
-een skybox 233 in de Amsterdam Arena, althans (contante) betaling(en) van (in totaal)
(respectievelijk) 166.678 euro en/of 30.398 en/of 19.500 euro in relatie tot een skybox (233) in de Amsterdam Arena
(DOC-016 en/of DOC-018 en/of DOC-116),
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de
verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld,
dan wel heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende op voornoemd(e) voorwerp(en) is,
en/of
b)
van een of meerdere voorwerp(en), te weten (onder meer):
-een (groot) geldbedrag van in totaal
282. 730 euro,
(bestaande uit een bedrag van 44.850 euro ((AMB-006a)) en/of een bedrag van 101.430
euro ((AMB-006b)) en/of een bedrag van 60.400 euro ((AMB-006c)) en/of een bedrag van 34.250 euro ((AMB-006d)) en/of een bedrag van 29.300 euro ((AMB-006 e)) en/of een bedrag van 12.500 euro ((AMB-006g))euro, in elk geval enig geldbedrag
en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 1] ) (DOC-047 en/of DOC-048) en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 2] ) (DOC-053 en/of DOC-054) en/of
-een auto van het merk BMW (kenteken [kenteken 3] ), althans (contante) betaling(en) van (in totaal) (respectievelijk) 201874 euro in relatie tot de aanschaf van de hierboven genoemde auto's,
en/of
-een skybox 233 in de Amsterdam Arena, althans (contante) betaling(en) van (in totaal)
(respectievelijk) 166.678 euro en/of 30.398 en/of 19.500 euro in relatie tot een skybox (233) in de Amsterdam Arena
(DOC-016 en/of DOC-018 en/of DOC-116),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van één of meer van voormelde voorwerpen gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of ZlJn mededader(s) redelijkerwijs moest(en) vermoeden
dat bovenomschreven voorwerp(en)/geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - geheel of gedeeltelijk afkomstig was/waren uit enig(e) misdrijf/misdrijven.