Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 24 januari 2022;
- het bericht met bijlagen van de zijde van de vrouw van 7 maart 2022;
- het bericht met bijlagen van de zijde van de vrouw van 4 juli 2022;
- het proces-verbaal van 31 oktober 2022, waarvan de inhoud als herhaald en ingelast wordt beschouwd;
- het bericht van het Openbaar Ministerie, ingekomen op 14 december 2022;
- het bericht van het Ministerie van Justitie van Turkije (servicebureau documenten in civiele zaken), ingekomen op 15 maart 2023.
- de vrouw met haar advocaat;
- de raad voor de kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), vertegenwoordigd door [naam 3] .
2..De vaststaande feiten
- “the right of custody” van de minderjarige aan de vrouw toekomt (the right of custody is gelet op de bepalingen in het Turkse Burgerlijk Wetboek te vertalen naar: het ouderlijk gezag);
- een zorgregeling geldt tussen de minderjarige en de man, waarbij er ieder jaar contact is van 24 december tot 31 december en ieder jaar van 15 juli tot 1 augustus, ingaande zodra het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan.
3..De beoordeling
3.2.4. Op grond van artikel 23 eerste lid HKBV 1996 worden de door de autoriteiten van een Verdragsluitende Staat genomen maatregelen van rechtswege erkend in alle andere Verdragsluitende Staten (waaronder Nederland).