ECLI:NL:RBROT:2023:3610

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 februari 2023
Publicatiedatum
26 april 2023
Zaaknummer
10/710208-20 en 10/711015-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van twee minderjarigen tot onvoorwaardelijke jeugddetentie voor zware mishandeling, diefstal met geweld en afpersing in vereniging

Op 23 februari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de gevoegde zaken tegen de verdachten Minimega Salamander en Hoepel, die beiden zijn veroordeeld tot onvoorwaardelijke jeugddetentie van 116 dagen. De verdachten werden beschuldigd van het medeplegen van poging tot zware mishandeling, diefstal met geweld en afpersing in vereniging. De rechtbank sprak hen vrij van de tenlastegelegde poging tot doodslag en andere feiten, omdat deze niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De rechtbank oordeelde dat de verdachten zich schuldig hadden gemaakt aan de bewezenverklaring van de feiten, waarbij de ernst van de gepleegde misdrijven en de impact op de slachtoffers zwaar wogen. De rechtbank hield rekening met de jeugdige leeftijd van de verdachten en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd. De rechtbank legde een jeugddetentie op, met de mogelijkheid van een voorwaardelijke straf en bijzondere voorwaarden voor begeleiding en behandeling. De vorderingen van benadeelde partijen werden gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachten hoofdelijk aansprakelijk werden gesteld voor de schadevergoeding aan de slachtoffers.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummers: 10/710208-20 en 10/711015-20 (gevoegd ttz)
Datum uitspraak: 23 februari 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres] ,
raadsvrouw mr. F.A.G.M. Landerloo, advocaat te Maastricht.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 9 februari 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.H.I. van Dongen heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het in de zaak met parketnummer 10/710208-20 onder 1 en 2, het in de zaak met parketnummer 10/711015-20 onder 1 impliciet primair en onder 2 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 10/710208-20 onder 3 en het in de zaak met parketnummer 10/711015-20 onder 1 impliciet subsidiair en onder 3 en 4 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 116 dagen met aftrek

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering van feit 1 en 2 parketnummer 10/710208-20 en van feit 1 impliciet primair (Hoepel) en 2 (Meel) parketnummer 10/711015-20
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het in de zaak met parketnummer 10/710208-20 onder 1 en 2 en het in de zaak met parketnummer 10/711015-20 onder 1 impliciet primair en onder 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen is, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Vrijspraak ten aanzien van feit 3 parketnummer 10/710208-20
4.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 24 november 2020 samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan pogingen tot oplichting. De officier van justitie stelt dat de verdachte samen met de medeverdachten [naam medeverdachte 1] , [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 3] nepaccounts voor seksdates heeft aangemaakt op sociale media om personen op te lichten. Op deze accounts werd een ontmoeting met een jonge vrouw tegen betaling aangeboden, terwijl het niet de intentie was dat deze ontmoetingen daadwerkelijk zouden plaatsvinden.
Ten aanzien van de betrokkenheid van de verdachte baseert de officier van justitie zich op het volgende. Op 22 oktober 2020 is het slachtoffer [naam slachtoffer] naar Spijkenisse gelokt door middel van de nepaccounts op Snapchat genaamd ‘ [accountnaam 1] ’ en ‘ [accountnaam 2] ’. Deze accounts zijn aangemaakt via een IP-adres behorende bij het woonadres van [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] . Via het IP-adres behorende bij het woonadres van de verdachte is vervolgens gebruik gemaakt van het snapchataccount [accountnaam 2] . Toen slachtoffer [naam slachtoffer] in Spijkenisse was aangekomen, is hij op aanwijzingen afkomstig van het snapchataccount ‘ [accountnaam 1] ’ naar de locatie gelopen waar hij vervolgens met een groot mes is neergestoken door twee jongens. Uit digitaal onderzoek naar de historische gegevens van de telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] – die in gebruik was bij de verdachte – is gebleken dat deze telefoon zich in de nacht van 22 oktober 2020 kort voor de steekpartij in de richting van de plaats delict heeft bewogen. Voorts is uit het onderzoek gebleken dat er voor en na het steekincident veel telefonisch contact was tussen de verdachte en de drie voornoemde medeverdachten. Hoewel de officier van justitie niet wettig en overtuigend bewezen acht dat de verdachte daadwerkelijk op de plaats delict was ten tijde van het steekincident, acht hij wel bewezen dat de verdachte betrokken is geweest bij de poging om het slachtoffer [naam slachtoffer] op te lichten en hem daarvoor naar Spijkenisse te lokken.
4.2.2.
Beoordeling en conclusie
De rechtbank overweegt dat op grond van de inhoud van het dossier is komen vast te staan dat via de router van het woonhuis van de verdachte meermalen gebruik is gemaakt van het account ‘ [accountnaam 2] ’. Door de verdachte en zijn familie is echter verklaard dat zij elke bezoeker het wifi-wachtwoord geven, zodat die gebruik kan maken van het internet. Nu verscheidene (onbekende) personen via de router van [naam familie] toegang hadden tot het internet, kan de rechtbank niet met zekerheid vaststellen dat het de verdachte was die door middel van het account ‘ [accountnaam 2] ’ contact had met [naam slachtoffer] . Het dossier bevat geen andere informatie aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat de verdachte gebruik maakte van het account ‘ [accountnaam 1] ’. De rechtbank kan daarom niet vaststellen dat en zo ja welke betrokkenheid de verdachte zou hebben gehad bij de snapchataccounts, waarmee het slachtoffer in de val is gelokt.
Op grond van deze overwegingen acht de rechtbank de onder parketnummer 10/710208-20 onder 3 ten laste gelegde pogingen tot oplichting niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.3.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering parketnummer 10/711015-20 feit 3 (Fiets0312)
Het onder parketnummer 10/711015-20 onder 3 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.4.
Bewijswaardering parketnummer 10/711015-20 feit 1 impliciet subsidiair (Hoepel)
4.4.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het onder 1 impliciet subsidiair ten laste gelegde.
4.4.2.
Beoordeling en conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde medeplegen van poging tot zware mishandeling heeft begaan. De rechtbank verwijst hierbij naar de inhoud van de bewijsmiddelen.
4.5.
Bewijswaardering parketnummer 10/711015-20 feit 4 (Hekeling)
4.5.1.
Standpunt verdediging
De verdediging bepleit vrijspraak van de ten laste gelegde straatroof. Daartoe is aangevoerd dat uit het procesdossier niet blijkt dat de verdachte ten tijde van de straatroof op de plaats delict aanwezig was.
4.5.2.
Beoordeling en conclusie
Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de ten laste gelegde straatroof wettig en overtuigend kan worden bewezen. De aangever [naam aangever] spreekt over betrokkenheid van twee verdachten, van wie er een Syrisch of Marokkaans was. Later hoort de aangever dat één van de daders mogelijk [naam 1] heet. Uit de telefoongegevens van de verdachte blijkt verder dat zijn telefoon zich nog geen twee uur na de straatroof bevindt op een locatie (Citroengaard te Spijkenisse) waar ook de gestolen mobiel op dat moment volgens de find-my-iPhone-applicatie gelokaliseerd en actief was. Enige uren later en de volgende dag peilt de gestolen telefoon exact uit op het woonadres van de verdachte. In de telefoon van de verdachte staat daarnaast de notitie “die ww is 091550”. Dit bleek de toegangscode van de telefoon van de aangever te zijn. Tevens blijkt dat de verdachte op internet heeft gezocht naar ‘iPhone XR’ en blijkt uit een WhatsApp-bericht aan [naam medeverdachte 1] dat de verdachte een foto van een machete, waarvan het foedraal groen van kleur was, naar [naam medeverdachte 1] heeft gestuurd. Gelet op het voorgaande verwerpt de rechtbank het verweer van de verdediging dat de verdachte niet bij de straatroof aanwezig is geweest.
4.6.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/711015-20 onder 1 impliciet subsidiair en onder 4 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/711015-20 onder 3 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Parketnummer 10/711015-20
1. (zaak Hoepel)
hij op of omstreeks 29 januari 2020 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk (een).perso(o)n(en) genaamd [naam 2] en/of [naam 3] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, heeft/hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader met dat opzet met een of meer messen, althans steekvoorwerpen, stekende bewegingen naar/in de richting van het hoofd en/of de rug van die [naam 3] gemaakt en/of stekende bewegingen naar in de richting van de benen en/of het lichaam van die [naam 2] gemaakt, waarbij die [naam 2] meermalen, althans eenmaal in zijn be(e)n(en) is gestoken/gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. ( zaak Fiets0312)
hij op of omstreeks 03 december 2019 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, op of aan de openbare weg, de Fietsenmaker, althans een openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-
eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon en/of airpods, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld
en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit: het (met een bedekt/afgedekt gezicht/gelaat)
- zich opdringen aan die [naam 4] en/of
- stompen/slaan op/tegen het gezicht van die [naam 4] en/of
- naar/tegen de grond werken van die [naam 4] en/of
- dreigend tonen/voorhouden van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [naam 4] en/of
- drukken/duwen van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op/tegen het gezicht/nek van die [naam 4] en/of
- aftasten/doorzoeken van de zakken van die [naam 4] en/of
- (daarbij) dreigend aan die [naam 4] toevoegen van de woorden: “Blijven liggen, niks zeggen. Als je iets zegt, weten we je te vinden”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
4. ( zaak Hekeling)
hij op of omstreeks 29 december 2019 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, aan de openbare weg, de Hekelingseweg, althans een openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam aangever] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam aangever] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond
(en
)uit het (met een bedekt/afgedekt gelaat/gezicht)
- zich opdringen aan die [naam aangever] en/of
- tonen en/of voorhouden van een of meer messen aan die [naam aangever] en
/of
- slaan/schoppen op/tegen die [naam aangever] en/of
- (daarbij ) (dreigend) aan die [naam aangever] toevoegen van de woorden: “Wat kijk je?” en/of “Geef je telefoon en je code”, althans woorden gelijke dreigende aard en/of strekking.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
10/711015-20 feit 1 impliciet subsidiair (Hoepel)
medeplegen van poging tot zware mishandeling;
10/711015-20 feit 3 (Fiets0312)
diefstal, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
10/711015-20 feit 4 (Hekeling)
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich op zeventienjarige leeftijd schuldig gemaakt aan het medeplegen van een poging tot zware mishandeling door samen met zijn medeverdachte midden op de dag nabij een middelbare school grof geweld tegen de slachtoffers te gebruiken. De verdachte en zijn mededader waren voorzien van een mes, waarmee een van de slachtoffers daadwerkelijk gestoken is. Er mag van geluk worden gesproken dat de uiteindelijke fysieke gevolgen van de vechtpartij relatief lijken te zijn meegevallen. De ervaring leert dat slachtoffers van geweld nog lange tijd nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden van wat hun is overkomen. Bovendien gaat het om een ernstig strafbaar feit dat – nu het midden op de dag, in de openbare ruimte heeft plaatsgevonden – gevoelens van onrust en onveiligheid veroorzaakt in de samenleving in het algemeen en bij de direct betrokkenen in het bijzonder. De rechtbank rekent dit de verdachte aan.
Daarnaast heeft de verdachte zich op zeventienjarige leeftijd schuldig gemaakt aan één straatroof en een afpersing gepleegd op 3 december 2019 en 29 december 2019. Beide keren is door de verdachte en de medeverdachte(n) geweld gebruikt en is gedreigd met geweld, waarbij telefoons van de slachtoffers zijn weggenomen. Straatroven en afpersingen zijn ernstige feiten die grote impact hebben op het leven van slachtoffers en hun gevoel van veiligheid. Uit de vordering tot schadevergoeding van [naam 4] blijkt ook dat hij angstgevoelens heeft en zich nog steeds onveilig voelt op straat. Dergelijke feiten zorgen bovendien voor gevoelens van onrust in de samenleving. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 20 januari 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
7.3.2.
Rapportages en verklaring van deskundige op de terechtzitting
Reclassering Nederland heeft in de zaak met parketnummer 10/710208-20 een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 31 januari 2023. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
Indien de verdachte schuldig wordt bevonden, kan op basis van de ernst van de feiten worden gesteld dat sprake is van zorgelijk en agressief gedrag. De reclassering acht het dan zorgelijk dat de verdachte heeft ontkend en zijn straf wil ontlopen. De verdachte heeft niet deelgenomen aan behandeling tijdens het jeugdreclasseringstoezicht. Voor een gunstigere ontwikkeling van de verdachte acht de reclassering, bij een veroordeling, een behandeling noodzakelijk. Het vermoeden is dat als de verdachte schuldig is en hij de ernst van zijn delictgedrag niet gaat inzien de kans op herhaling van ernstige feiten niet kan worden uitgesloten. De reclassering conformeert zich dan ook aan het advies van het NIFP om de verdachte deel te laten nemen aan behandeling gericht op delictanalyse met aandacht voor het minder snel boos worden en het verbeteren van de frustratietolerantie.
De reclassering adviseert een onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan de duur van het voorarrest op te leggen, met daarnaast een forse voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf. Er wordt geadviseerd bijzondere voorwaarden te koppelen aan de voorwaardelijke gevangenisstraf, namelijk dat de verdachte meewerkt aan toezicht en begeleiding door JBRR, meewerkt aan intake en behandeling (gericht op delictanalyse en frustratietolerantie) bij De Waag of een soortgelijke zorgverlener, zich dient in te spannen om mee te werken aan begeleiding gericht op dagbesteding en het volgen van vrijwillig/passend werk of ander soort dagactiviteiten, waarbij JBRR dient te worden belast met het reclasseringstoezicht. Tevens adviseert de reclassering toepassing van het jeugdstrafrecht.
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: JBRR) heeft in de zaak met parketnummer 10/711015-20 een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 20 januari 2023. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
Er is weinig tot geen zicht op de factoren die van invloed zijn geweest op zijn delictgedrag. Volgens het NIFP was er bij de verdachte ten tijde van de ten laste gelegde feiten geen sprake van een ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling. Indien het aandeel van de verdachte groter blijkt, zijn er zorgen om de gewetensontwikkeling en mogelijk een verstoorde persoonlijkheidsontwikkeling. Omdat de verdachte zich voorzichtig laat begeleiden, is een jeugdreclasseringstraject helpend en wenselijk voor het monitoren en stimuleren van het vervolgen van school en werk en voor het motiveren tot het aangaan van een uitgebreidere delictanalyse en mogelijk ook behandeling. JBRR acht het, ondanks dat sommige verdenkingen drie jaar oud zijn, gelet op de aard, de ernst en de hoeveelheid van de verdenkingen en het feit dat binnen de schorsingsperiode een strafbaar feit is gepleegd, belangrijk dat de verdachte een consequentie ervaart van zijn delictgedrag dat passend is bij zijn aandeel.
JBRR adviseert een onvoorwaardelijke jeugddetentie op te leggen voor de duur van het voorarrest en een deels voorwaardelijke werkstraf met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte meewerkt aan het toezicht en begeleiding van de jeugdreclassering, meewerkt aan behandeling van De Waag of een soortgelijke instelling en fulltime dagbesteding in de vorm van school en/of werk behoudt.
Ter terechtzitting heeft de jeugdreclasseringsmedewerker, [naam 5] , het advies toegelicht en verklaard dat de begeleiding wisselvallig is verlopen. De verdachte heeft de laatste jaren veel druk ervaren. Niet alleen vanwege de verdenkingen, maar ook omdat hij zich verantwoordelijk voelt voor het gezin. Ook voelt hij druk op school. Als de verdachte wordt veroordeeld, vraagt hij zich af of hij terug moet naar Syrië. De inburgering liep ook nog en ook de noodzaak de Nederlandse taal te leren gaf druk. Af en toe werd het teveel voor de verdachte en dan was een irritatie en lichte boosheid zichtbaar. Ook heeft hij af en toe begeleiding afgehouden. JBRR ziet dat het geen onwil is van de verdachte, maar onkunde. Het kost de verdachte veel moeite om mee te komen op school, omdat hij niet alles kan begrijpen en het tempo niet goed kan bijhouden. De verdachte ervaart steun van zijn mentor op school en hij is niet meer in aanraking met de politie gekomen.
Psychiater [naam 6] heeft in de zaak met parketnummer 10/710208-20 een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 26 februari 2021. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
Op grond van de bevindingen van het onderzoek kan worden vastgesteld dat de verdachte niet lijdt aan een psychische stoornis in engere zin zoals een psychotische stoornis, een stemmingsstoornis of een angststoornis. Ook is geen sprake van een verstandelijke beperking. De verdachte functioneert verstandelijk op laag gemiddeld niveau, met een aanzienlijke taalachterstand. Gezien de terughoudende en sociaal wenselijke presentatie van de verdachte en de gesloten en verharde indruk die hij daarbij maakt, is waarschijnlijk wel sprake van een gebrekkige ontwikkeling in de zin van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling. Omdat de verdachte de ten laste gelegde feiten ontkent, kon een eventueel verband tussen de feiten en de bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling niet worden onderzocht. De psychiater geeft in overweging, bij een bewezenverklaring of een deel ervan, een al dan niet voorwaardelijke PIJ-maatregel aan de verdachte op te leggen, om gestructureerde pedagogische begeleiding van en intensief toezicht op de verdachte mogelijk te maken. De psychiater adviseert het jeugdstrafrecht toe te passen.
Psycholoog [naam 7] heeft in de zaak met parketnummer 10/710208-20 een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 5 maart 2021. De psycholoog merkt hierin op dat de mederapporteur psychiater [naam 6] een ander beeld van [naam 1] heeft verkregen, waarbij de psychiater [naam 1] onder andere meer verhard en sociaal wenselijk vindt. Het rapport van de psycholoog houdt verder voor zover van belang het volgende in.
Er is geen sprake van een psychische stoornis of verstandelijke handicap. Daarbij moet worden opgemerkt dat de eerder ten laste gelegde feiten niet zijn meegenomen, omdat daar nog geen veroordeling van heeft plaatsgevonden. Als die feiten meegenomen zouden worden, is mogelijk sprake van een gedragsstoornis en/of bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling (met antisociale trekken) en zou de psycholoog mogelijk tot andere bevindingen zijn gekomen. Nu concludeert de psycholoog echter dat er ten tijde van het ten laste gelegde – indien bewezen geacht – geen sprake was van een psychische stoornis of verstandelijke handicap. Omdat de verdachte een ontkennende verdachte is, is niet duidelijk wat eventuele motieven, emoties en cognities voorafgaand en ten tijde van het ten laste gelegde feit zijn geweest. Het is zorgelijk dat de verdachte gedurende zijn schorsing opnieuw als verdachte is aangemerkt van een ernstig (gewelds)feit. Het roept zorgen op over de gewetensontwikkeling van de verdachte, negatieve cognities waarbij
o.a. het gebruik van disproportioneel geweld wordt gezien als passende reactie en een beperkte ontvankelijkheid voor strafrechtelijke interventies. De psycholoog adviseert het ten laste gelegde feit volledig aan de verdachte toe te rekenen. Ook adviseert de psycholoog een (deels) voorwaardelijke jeugddetentie met als bijzondere voorwaarden begeleiding door de jeugdreclassering en behandeling bij De Waag. Een duidelijk gestructureerd begeleidings- en behandeltraject met veel toezicht is geïndiceerd, zodat een uitgebreide delictanalyse kan plaatsvinden, waaruit mogelijk criminogene factoren naar voren komen. Er kan tevens aandacht besteed worden aan het minder snel boos worden en het verbeteren van de frustratietolerantie.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Straf
Gezien de ernst van de feiten kan daarop niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de eis van de officier van justitie. Strafverzwarend acht de rechtbank het grove geweld bij de straatroven en de korte tijdspanne tussen de bewezen feiten. Anderzijds houdt de rechtbank rekening met het tijdsverloop tussen het plegen van de strafbare feiten en de veroordeling. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke jeugddetentie die de duur van het voorarrest overstijgt, ook vanwege de langlopende schorsingsduur, niet aan de orde is. De rechtbank acht een voorwaardelijke straf niet meer passend, omdat de verdachte al drie jaar in schorsingstoezicht loopt en hij sinds het plegen van onderhavige feiten niet meer met de politie in aanraking is gekomen.
Redelijke termijn
Bij de berechting van een jeugdstrafzaak, waarbij geen sprake is van bijzondere omstandigheden heeft als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak op de terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen 16 maanden na aanvang van de redelijke termijn. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat een verdachte in redelijkheid de verwachting kan hebben dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De inverzekeringstelling van een verdachte kan als een zodanige handeling worden aangemerkt. De verdachte is in de zaak met parketnummer 10/710208-20 op 25 november 2020 in verzekering gesteld en in de zaak met parketnummer 10/711015-20 op 30 januari 2020. Op deze data is de redelijke termijn derhalve aangevangen.
Naar het oordeel van de rechtbank is er in deze zaak geen sprake van bijzondere omstandigheden die ertoe zouden moeten leiden dat dient te worden afgeweken van de termijn van 16 maanden.
Tussen de inverzekeringstelling van de verdachte in de zaak met parketnummer 10/711015-20 en de datum van het eindvonnis ligt een periode van ruim 36 maanden. Nu in deze zaak, zoals hiervoor is overwogen, wordt uitgegaan van een redelijke termijn van 16 maanden, is er in de onderhavige zaak sprake van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) van 20 maanden. Nu deze overschrijding niet is toe te rekenen aan de verdachte, dient dit gecompenseerd te worden door vermindering van de op te leggen straf.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen

In de zaak met parketnummer 10/710208-20
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd, [benadeelde partij 1] , wonende te België, ter zake van de in de zaak met parketnummer 10/710208-20 tenlastegelegde feiten.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 48.338,93, zijnde een bedrag van € 23.338,93 aan materiële schade en een bedrag van € 25.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, hoofdelijkheid en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet ontvankelijkheid van de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] omdat hij heeft gevorderd de verdachte van het onder feiten 1 en 2 ten laste gelegde vrij te spreken en er geen of onvoldoende causaal verband is tussen de geleden schade en de onder feit 3 ten laste gelegde poging tot oplichting.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft tevens verzocht de benadeelde partij niet ontvankelijk te verklaren vanwege de bepleite vrijspraak.
8.3.
Beoordeling
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte geen straf of maatregel is opgelegd ten aanzien van de in de zaak met parketnummer 10/710208-20 tenlastegelegde feiten en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing heeft gevonden.
Nu de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
8.4.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.
In de zaak met parketnummer 10/711015-20 feit 3 (Fiets0312)
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd, [benadeelde partij 2] , wonende te [woonplaats] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 10/711015-20 onder 3 ten laste gelegde feit.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 100,- aan materiële schade en een bedrag van € 100,- aan immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.5.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal, hoofdelijk, kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.6.
Standpunt verdediging
De verdediging betwist de vordering van de benadeelde partij niet.
8.7.
Beoordeling
Alhoewel de verdediging de vordering ten aanzien van de materiële schade niet betwist, houdt de rechtbank rekening met haar oordeel in de strafprocedure van de medeverdachte. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, omdat iedere onderbouwing van dit deel van de schade ontbreekt. De benadeelde partij zal in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het onder parketnummer 10/711015-20 onder 3 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal, bij gebrek aan betwisting, in zijn geheel worden toegewezen.
Nu de verdachte het strafbare feit, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 3 december 2019.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.8.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 100,-, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.
Voor het overige deel zal de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
In de zaak met parketnummer 10/711015-20 feit 4 (Hekeling)
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd, [benadeelde partij 3] , wonende te Spijkenisse, ter zake van het in de zaak met parketnummer 10/711015-20 onder 4 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 768,- aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.9.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal kan worden toegewezen. De officier van justitie vordert tevens de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.10.
Standpunt verdediging
De verdediging bepleit primair de vordering niet-ontvankelijk te verklaren, subsidiair het schadebedrag te matigen omdat door de benadeelde partij geen rekening is gehouden met afschrijving van de telefoon. Tevens bepleit de verdediging de kosten voor de aanschaf van de muts ter hoogte van € 24,- niet-ontvankelijk te verklaren, omdat de onderbouwing daarvan ontbreekt.
8.11.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het in de zaak met parketnummer 10/711015-20 onder 4 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Omdat de vordering door de verdediging is betwist en de benadeelde partij geen rekening heeft gehouden met de afschrijving van de telefoon, zal de rechtbank de schade als gevolg van de diefstal van de telefoon naar maatstaven van billijkheid vaststellen op € 300,-. De vordering zal tot dit bedrag worden toegewezen.
Het deel van de vordering van de benadeelde partij dat betrekking heeft op de muts van € 24,-, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op, omdat het niet is onderbouwd. Bovendien is dit deel van de vordering door de verdediging betwist. De benadeelde partij zal in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de verdachte het strafbare feit, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 29 december 2019.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.12.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 300,-, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 45, 47, 77a, 77g, 77i, 77gg, 302, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10/710208-20 onder 1, 2 en 3 en het in de zaak met onder parketnummer 10/711015-20 onder 1 impliciet primair en onder 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/711015-20 onder 1 impliciet subsidiair, 3 en 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie
voor de duur van 116 (honderdzestien) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
verklaart de
benadeelde partij [benadeelde partij 1] niet-ontvankelijkin de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde partij 1] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
veroordeelt de verdachte, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
benadeelde partij [benadeelde partij 2], te betalen een bedrag van
€ 100,- (zegge: honderd euro), bestaande uit € 100,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 3 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door de mededader van de verdachte aan de benadeelde partij, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] te betalen
€ 100,-(hoofdsom,
zegge: honderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 december 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
benadeelde partij [benadeelde partij 3], te betalen een bedrag van
€ 300,- (zegge: driehonderd euro), bestaande uit € 300,- aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door de mededader van de verdachte aan de benadeelde partij, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] te betalen
€ 300,-(hoofdsom,
zegge: driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 december 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
heft op de bevelen tot voorlopige hechtenis van de verdachte die bij eerdere beslissing zijn geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.N. Melkert, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. K.J. van den Herik en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. K.J. Berke en D.W. Schalk, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 februari 2023.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
In de zaak met parketnummer 10/710208-20
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 22 oktober 2020 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon genaamd [naam slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet met een (groot) mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, meermalen althans eenmaal in de rug en/of arm en/of buik, althans het lichaam van die [naam slachtoffer] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[naam medeverdachte 3] en/of [naam medeverdachte 1] en/of één of meer (tot op heden) onbekend gebleven personen op of omstreeks 22 oktober 2020 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door die [naam medeverdachte 3] en/of [naam medeverdachte 2] en/of (zijn/hun) (tot op heden) onbekend gebleven (mede)daders voorgenomen misdrijf om opzettelijk een persoon genaamd [naam slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet met een (groot) mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, meermalen althans eenmaal in de rug en/of arm en/of buik, althans het lichaam van die [naam slachtoffer] heeft/hebben gestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 20 oktober 2020 tot en met 22 oktober 2020 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
- door de snapchat-accounts genaamd [accountnaam 1] en/of [accountnaam 2] aan te maken, met daarbij een profielfoto van een jonge vrouw en de tekst:
"seksdate 100 euro, 15 jaar en omgeving Rotterdam" en/of
- ( vervolgens) middels (inloggen op) deze snapchat-accounts contact te onderhouden met voornoemde [naam slachtoffer] en/of zich aldus voor te doen als zijnde voornoemde jonge vrouw van/op bijbehorende profielfoto en/of
- ( daarbij) (vervolgens) een zogenaamde 'seks-afspraak' met die [naam slachtoffer] te maken en/of derhalve die [naam slachtoffer] naar de (latere) plaats delict te lokken, door aan die [naam slachtoffer] uit te leggen waar hij zijn auto diende te parkeren en/of welke route die [naam slachtoffer] moest volgen/lopen ten einde zijn vermeende 'seksdate' te kunnen ontmoeten;
2.
hij op of omstreeks 22 oktober 2020 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, aan of nabij de Salamanderveen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het/de door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf/misdrijven om met het oogmerk om zich of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld iemand, genaamd [naam slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen, geheel of ten den dele toebehorend aan
die [naam slachtoffer] , in elk geval aan (een) ander(en) dan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of om met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen geld en/of
goederen, geheel of te dele toebehorende aan [naam slachtoffer] , in elk geval aan (een) ander(en) dan verdachte en/of zijn mededader(s), en deze diefstal te doen voorafgaan en/of vergezellen en/of volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer] , één en ander met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, heeft gehandeld als volgt:
hij, verdachte, en/of (een) mededader(s)
- een (groot) mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan die [naam slachtoffer] heeft getoond/voorgehouden en/of
- ( daarbij) (vervolgens) die [naam slachtoffer] heeft vastgepakt/beetgepakt en/of
- ( daarbij) (vervolgens) die [naam slachtoffer] met een (groot) mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, meermalen althans eenmaal in de rug en/of arm en/of buik, althans het lichaam heeft gestoken ten gevolge waarvan die [naam slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen, terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven niet is voltooid;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[naam medeverdachte 3] en/of [naam medeverdachte 1] en/of één of meer (tot op heden) onbekend gebleven personen op of omstreeks 22 oktober 2020 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, aan of nabij de Salamanderveen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het/de door die [naam medeverdachte 3] en/of [naam medeverdachte 1] en/of (zijn/hun) (tot op heden) onbekend gebleven (mede)daders voorgenomen misdrijf/misdrijven om met het oogmerk om zich of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld iemand, genaamd [naam slachtoffer] , te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen, geheel of ten den dele toebehorend aan
die [naam slachtoffer] , in elk geval aan (een) ander(en) dan [naam medeverdachte 3] en/of [naam medeverdachte 1] en/of (zijn/hun) (tot op heden) onbekend gebleven (mede)daders, en/of om met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen geld en/of goederen, geheel of te dele toebehorende aan [naam slachtoffer] , in elk geval aan (een) ander(en) dan [naam medeverdachte 3] en/of [naam medeverdachte 1] en/of (zijn/hun) (tot op heden) onbekend gebleven (mede)daders, en deze diefstal te doen voorafgaan en/of vergezellen en/of volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer] , één en ander met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf , hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, heeft/hebben gehandeld als volgt:
[naam medeverdachte 3] en/of [naam medeverdachte 1] en/of (zijn/hun) (tot op heden) onbekend gebleven (mede)daders
- een (groot) mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan die [naam slachtoffer] heeft/hebben getoond/voorgehouden en/of
- ( daarbij) (vervolgens) die [naam slachtoffer] heeft/hebben vastgepakt/beetgepakt en/of
- ( daarbij) (vervolgens) die [naam slachtoffer] met een (groot ) mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, meermalen althans eenmaal in de rug en/of arm en/of buik, althans het lichaam heeft/hebben gestoken, ten gevolge waarvan die [naam slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen, terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven niet is
voltooid,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 20 oktober 2020 tot en met 22 oktober 2020 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
- door de snapchat-accounts genaamd [accountnaam 1] en/of [accountnaam 2] aan te maken, met daarbij een profielfoto van een jonge vrouw en de tekst: "seksdate 100 euro, 15 jaar en omgeving Rotterdam" en/of
- ( vervolgens) middels (inloggen op) deze snapchat-accounts contact te onderhouden met voornoemde [naam slachtoffer] en/of zich aldus voor te doen als zijnde voornoemde jonge vrouw van/op bijbehorende profielfoto en/of
- ( daarbij) (vervolgens) een zogenaamde 'seks-afspraak' met die [naam slachtoffer] te maken en/of derhalve die [naam slachtoffer] naar de (latere) plaats delict te lokken, door aan die [naam slachtoffer] uit te leggen waar hij zijn auto diende te parkeren en/of welke route die [naam slachtoffer] moest volgen/lopen ten einde zijn vermeende 'seksdate', te kunnen ontmoeten;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 oktober 2020 tot en met 24 november 2020 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens)
ter uitvoering van het/de door verdachte en/of zijn mededader.(s) voorgenomen misdrijf/misdrijven om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
een of meer (tot op heden) onbekend gebleven personen te bewegen tot de afgiften van een of meer geldbedragen
- een of meer snapchat-accounts en/of internetadvertenties heeft aangemaakt, met daarbij een of meer profielfoto's van (een) (jonge) vrouw(en) die zich aanbieden voor sekscontact tegen betaling en/of
- ( vervolgens) middels (inloggen op) deze snapchat-accounts en/of internetadvertenties en/of via Instagram contact heeft onderhouden met deze/voornoemde (tot op heden) onbekend gebleven personen en zich aldus voor heeft gedaan als zijnde voornoemde (jonge) vrouw(en) van/op bijbehorende profielfoto's en/of
- ( daarbij) (vervolgens) een zogenaamde 'seksafspraak' (aangaande locatie en/of tijdstip voor een ontmoeting) met deze (tot op heden) onbekend gebleven personen heeft gemaakt/trachten te maken en/of (daarbij) heeft getracht de betaling(en) daarvoor te ontvangen
terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven niet is voltooid.
In de zaak met parketnummer 10/711015-20
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1. zaak Hoepel)
hij op of omstreeks 29 januari 2020 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk (een).perso(o)n(en) genaamd [naam 2] en/of [naam 3] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, heeft/hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader met dat opzet met een of meer messen, althans steekvoorwerpen, stekende bewegingen naar/in de richting van het hoofd en/of de rug van die [naam 3] gemaakt en/of stekende bewegingen naar in de richting van de benen en/of het lichaam van die [naam 2] gemaakt, waarbij die [naam 2] meermalen, althans eenmaal in zijn be(e)n(en) is gestoken/gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 29 januari 2020 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, op of aan de openbare weg, Hoepelmaker, in elk geval op of aan (een) openbare (weg)en, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [naam 2] en/of [naam 3] , welk geweld bestond uit het
- zich opdringen aan die [naam 2] en/of [naam 3] en/of
- stompen/slaan op/tegen het lichaam en/of hoofd van die [naam 2] en/of [naam 3] en/of
- dreigend tonen/voorhouden van een of meer messen, althans steekvoorwerpen aan die [naam 2] en/of [naam 3] en/of
met een of meer messen, althans steekvoorwerpen,
- maken van stekende bewegingen naar/in de richting van het hoofd en/of de rug van die [naam 3] en/of
- maken van stekende bewegingen naar/in de richting van de benen en/of het lichaam van die [naam 2] , waarbij die [naam 2] meermalen, althans eenmaal in zijn be(e)n(en) is gestoken/gesneden,
terwijl het door hem, verdachte, gepleegd geweld enig lichamelijk letsel (te weten een of meer steekwonden/snijwonden in een/de be(e)n(en)) voor die [naam 2] ten gevolge heeft gehad;
2. ( zaak Meel)
hij op of omstreeks 08 december 2019 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, op of aan de openbare weg, de Meeldijk, althans een openbare weg tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een mobiele telefoon en/of 25 euro, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [naam 8] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam 8] en/of [naam 9] en/of [naam 10] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het (met een bedekt/afgedekt gezicht/gelaat)
- zich opdringen aan die [naam 8] en/of [naam 9] en/of [naam 10] en/of
- dreigend tonen en/of voorhouden van een meer messen en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [naam 8] en/of [naam 9] en/of [naam 10] en/of
- ( met kracht) slaan/stompen op/tegen het hoofdgezicht van die [naam 8] en/of op/tegen het hoofd en/of de nek van die [naam 9] en/of
- snijden met een mes in de nek/hals van die [naam 8] en/of
- dreigend aan die [naam 8] en/of [naam 9] en/of [naam 10] toevoegen van de woorden: "Geef alles af, geef alle spullen, geef je geld" en/of "Geef geld, ik wil je geld, geef me je geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
3. ( zaak Fiets0312)
hij op of omstreeks 03 december 2019 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, op of aan de openbare weg, de Fietsenmaker, althans een openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een mobiele telefoon en/of airpods, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld
en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het (met een bedekt/afgedekt gezicht/gelaat)
- zich opdringen aan die [naam 4] en/of
- stompen/slaan op/tegen het gezicht van die [naam 4] en/of
- naar/tegen de grond werken van die [naam 4] en/of
- dreigend tonen/voorhouden van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [naam 4] en/of
- drukken/duwen van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op/tegen het gezicht/nek van die [naam 4] en/of
- aftasten/doorzoeken van de zakken van die [naam 4] en/of
- ( daarbij) dreigend aan die [naam 4] toevoegen van de woorden: "Blijven liggen, niks zeggen. Als je iets zegt, weten we je te vinden ", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
4. ( zaak Hekeling)
hij op of omstreeks 29 december 2019 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, aan de openbare weg, de Hekelingseweg, althans een openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam aangever] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam aangever] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het (met een bedekt/afgedekt gelaat/gezicht)
- zich opdringen aan die [naam aangever] en/of
- tonen en/of voorhouden van een of meer messen aan die [naam aangever] en/of
- slaan/schoppen op/tegen die [naam aangever] en/of
- ( daarbij ) (dreigend ) aan die [naam aangever] toevoegen van de woorden: "Wat kijk je?" en/of "Geef je telefoon en je code", althans woorden gelijke dreigende aard en/of strekking.