In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 2 maart 2023 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 5 maart 2023 en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling met negen maanden te verlengen. De moeder van [voornaam minderjarige] is belast met het ouderlijk gezag en verblijft samen met haar dochter in een opvang van het Leger des Heils. Tijdens de mondelinge behandeling is vastgesteld dat de moeder de Nederlandse taal niet goed beheerst en dat er een tolk is ingeschakeld voor de Poolse taal. De kinderrechter heeft de zorgen van de GI en het Leger des Heils over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] gehoord. Er zijn zorgen over de opvoedsituatie, de betrokkenheid van de moeder bij de opvoeding en de ontwikkeling van [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging en dat de moeder ondersteuning nodig heeft om haar draagkracht en zelfstandigheid te vergroten. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen tot 5 december 2023, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De bijzondere curator heeft haar zorgen geuit over de situatie en heeft verzocht om haar taak te beëindigen, maar de kinderrechter heeft de GI en de betrokkenen bedankt voor hun inzet en heeft de beslissing genomen in het belang van [voornaam minderjarige].