ECLI:NL:RBROT:2023:356

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
23 januari 2023
Zaaknummer
650524 / HA RK 23-6
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Verschoning
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civielrechtelijke procedure

Op 4 januari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam een beslissing genomen op het verzoek tot verschoning van mr. F. Aukema-Hartog, rechter in de rechtbank Rotterdam, in een civielrechtelijke procedure. De zaak betreft een geschil tussen een verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M.J. de Jong, en een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, vertegenwoordigd door mr. A.J. Verweij. De rechter heeft verzocht zich te mogen verschonen omdat de gemachtigde van de verzoeker, mr. M.J. de Jong, verbonden is aan het advocatenkantoor RWV Advocaten, waar de echtgenoot van de rechter tot 1 juli 2019 als advocaat-partner werkzaam was. De rechter en de gemachtigde kennen elkaar persoonlijk vanuit deze achtergrond.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat verschoning een middel is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen. Hoewel een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, kunnen uitzonderlijke omstandigheden aanleiding geven tot een vrees voor vooringenomenheid. In dit geval heeft de rechter zelf een verzoek tot verschoning ingediend, wat de rechtbank als een zwaarwegende aanwijzing heeft beschouwd.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot verschoning toegewezen, waardoor mr. F. Aukema-Hartog zich niet verder met de behandeling van de zaak zal bezighouden. De beslissing is ondertekend door de voorzitter en de andere rechters op 4 januari 2023.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer : 650524 / HA RK 23-6
Beslissing van 4 januari 2023
op het verzoek van:
mr. F. Aukema-Hartog,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team kanton 1 (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
gemachtigde mr. M.J. de Jong te Leiden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam vennootschap] B.V.,
verweerster,
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
gemachtigde mr. A.J. Verweij te Ermelo.

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
Bij deze rechtbank is in behandeling de zaak tussen verzoeker en verweerster, beiden voornoemd, met kenmerk 10189854 VZ VERZ 22-13827. Bij brieven van de griffier van 21 november 2022 zijn partijen opgeroepen voor de zitting op 9 januari 2023, waarbij is meegedeeld dat de rechter de zaak op zitting zal behandelen.
1.2.
Op 3 januari 2023 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.3.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure.

2.Het verzoek

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd – verkort en zakelijk weergegeven – :
2.1.1.
De gemachtigde van verzoeker, mr. M.J. de Jong, is als advocaat verbonden aan het
advocatenkantoor RWV Advocaten te Leiden. Dit kantoor betreft het kantoor waaraan de echtgenoot van de rechter tot 1 juli 2019 als advocaat-partner verbonden was. Mr. De Jong en de rechter kennen elkaar vanuit die achtergrond persoonlijk.
Het kantoor RWV Advocaten staat intern, binnen het team waar de rechter werkzaam is, vermeld op de lijst van zaken die, vanwege het arbeidsverleden van de echtgenoot van de rechter, bij de verdeling van zaken niet bij de rechter terecht mogen komen. Kennelijk is dat in dit geval mis gegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. F. Aukema-Hartog zich in de civielrechtelijke procedure met kenmerk 10189854 VZ VERZ 22-13827 van [naam verzoeker] als verzoeker tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam vennootschap] B.V. als verweerster te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.P. Hameete, voorzitter, mr. P.C. Santema en
mr. M.G.L. de Vette, rechters en door de voorzitter en J.A. Faaij, griffier ondertekend op
4 januari 2023.
Verzonden op:
aan:
- mr. F. Aukema-Hartog
- mr. M.J. de Jong
- mr. A.J. Verweij