Uitspraak
- de bijzondere curator,
De (aangehouden) verzoeken
De beoordeling
Den Haag.
Rechtbank Rotterdam
Op 21 februari 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van [kind01] en de (her)benoeming van de bijzondere curator. De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, de vader, de bijzondere curator en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren. De moeder en de vader waren het erover eens dat de ondertoezichtstelling geen meerwaarde meer heeft, vooral omdat er sinds juni vorig jaar geen jeugdbeschermer meer betrokken is. De moeder benadrukte dat [kind01] goed gedijt en dat hij baat heeft bij de psychomotorische therapie (PMT) die hij volgt. De vader steunde de bijzondere curator en gaf aan dat hij geen contact meer heeft met [kind01], maar koos voor rust voor zijn kind.
De bijzondere curator merkte op dat [kind01] behoefte heeft aan rust en duidelijkheid en dat het niet in zijn belang is om op dit moment een omgangsregeling met de vader op te leggen. De kinderrechter concludeerde dat er geen ernstige ontwikkelingsbedreiging meer is voor [kind01] en dat de ondertoezichtstelling niet langer noodzakelijk is. De kinderrechter wees het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling af, maar benoemde de bijzondere curator opnieuw voor een periode van drie maanden. De kinderrechter gaf aan dat de moeder haar verantwoordelijkheid moet nemen als [kind01] in de toekomst behoefte heeft aan contactherstel met de vader. De beschikking werd mondeling gegeven en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.