Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
beschikking verlenging ondertoezichtstelling
[kind01],
[naam01],
Het procesverloop
De feiten
Het verzoek
Het standpunt van de GI
Het standpunt van de moeder
De beoordeling
De beslissingDe kinderrechter:
Den Haag.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter op 21 maart 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [kind01], geboren op [geboortedatum01] 2010. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 29 maart 2023, maar de zorgen over de ontwikkeling van [kind01] zijn nog steeds aanwezig. De minderjarige kampt met een verstandelijke beperking en ernstig overgewicht, wat leidt tot een ernstige ontwikkelingsbedreiging. De gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI) heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, omdat de situatie nog niet voldoende is verbeterd.
Tijdens de zitting zijn zowel de moeder van [kind01] als een vertegenwoordigster van de GI gehoord. De moeder heeft aangegeven dat zij de hulp van Humanitas waardeert en dat er stappen zijn gezet, zoals het starten van zwemlessen voor [kind01]. Echter, de GI heeft benadrukt dat de zorgen over de gezondheid van [kind01] blijven bestaan, vooral gezien het gebrek aan contact met de diëtiste en de noodzaak voor verder onderzoek naar mogelijke diabetes.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling zijn voldaan. Ondanks de inspanningen van de moeder en de hulpverlening, zijn de zorgen over de ontwikkeling van [kind01] onvoldoende afgenomen. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling van [kind01] te verlengen tot 29 maart 2024, om de noodzakelijke hulpverlening te waarborgen en de ontwikkeling van [kind01] te blijven volgen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden.