Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- partiële vrijspraak van het onder feit 1 en 2 (10/207412-22) ten laste gelegde medeplegen;
- bewezenverklaring van de onder 10/207412-22 en 10/324201-21 primair ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar met de bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering en verder een meldplicht, ambulante behandeling, begeleid wonen en een inspanningsverplichting tot het verkrijgen en behouden van een dagbesteding en het op orde hebben van zijn financiën;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 09/093072-21.
4.Waardering van het bewijs
een voorwerp, te weten een geldbedrag van in totaal € 5.518,43, voorhanden heeft gehad terwijl hij wist dat dat geldbedrag - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
5.Strafbaarheid feiten
opzettelijk een ontploffing teweeg brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor een ander te duchten is;
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregel
[slachtoffer02] en [slachtoffer01]
V.O.F. [VOF01]
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden;
6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
benadeelde partij [benadeelde02]niet-ontvankelijk in de vordering;
benadeelde partij [bedrijf01] B.V.,te betalen een bedrag van
€ 2.489,03 (zegge: tweeduizend en vierhonderdnegenentachtig euro en drie cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 augustus 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [bedrijf01] B.V. te betalen een bedrag van
€ 2.489,03niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
34 (vierendertig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de benadeelde partij V.O.F. [VOF01]te betalen een bedrag van
€ 13.720,29 (zegge: dertienduizend zevenhonderdtwintig euro en negenentwintig cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 augustus 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
proceskostendoor de benadeelde partij V.O.F. [VOF01] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op
€ 792,00aan salaris voor de advocaat en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
de benadeelde partijen [slachtoffer02] , [slachtoffer01]te betalen een bedrag van
€ 1.000,00 (zegge: duizend euro)per persoon, bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 augustus 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte van
2 (twee) wekenvan de bij vonnis van 12 juli 2021 van de politierechter van de rechtbank Den Haag aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf.
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans éénmaal
(telkens) van (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van in totaal €5518,43, althans enig geldbedrag
- de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of
- heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende was en/of
- heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of
- gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
op of omstreeks de periode van 23 september 2020 tot en met 24 september 2020 te Tielt, België en/of te Vlaardingen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) van (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van in totaal €5518,43, althans enig geldbedrag
- de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of
- heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende was en/of
- heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of
- gebruik heeft gemaakt,
terwijl zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat/die voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig (eigen) misdrijf,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks de periode van 23 september 2020 tot en met 24 september 2020 te Tielt, België en/of te Vlaardingen, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door aan die onbekend gebleven personen/persoon (meermalen) zijn, verdachtes, bankpas en/of pincode en/of bankrekeningnummer (mee) te geven en/of ter beschikking te stellen;