In deze zaak heeft de kinderrechter op 14 april 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige01]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 29 maart 2023 een verzoek ingediend voor een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige bij de vader, voor de duur van zes maanden. Dit verzoek is gedaan in het kader van de ondertoezichtstelling die op 8 september 2022 is ingegaan en die loopt tot 8 september 2023.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder van [voornaam minderjarige01] momenteel niet in staat is om voor haar te zorgen. De moeder is op 10 maart 2023 in een kritieke toestand aangetroffen en verblijft sindsdien op een gesloten psychiatrische afdeling. De vader heeft de zorg voor [voornaam minderjarige01] op zich genomen en de kinderrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is om haar bij de vader te laten verblijven. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend, met de mogelijkheid om de omgang tussen de moeder en de minderjarige te onderzoeken.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 24 april 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.