ECLI:NL:RBROT:2023:3397

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 april 2023
Publicatiedatum
24 april 2023
Zaaknummer
C/10/655233 / JE RK 23-703
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van een echtscheiding met conflicten tussen ouders

Op 14 april 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2017. De ouders van [voornaam minderjarige01] zijn gescheiden en er zijn ernstige zorgen over de ontwikkeling van het kind, die wordt bedreigd door de conflicten tussen de ouders. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar, omdat de ouders niet in staat zijn om op een constructieve manier met elkaar te communiceren en de zorgregeling niet goed na te komen. Tijdens de zitting is gebleken dat de ouders veel ruzies hebben en dat er wantrouwen tussen hen heerst, wat ook invloed heeft op [voornaam minderjarige01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ingezette hulpverlening in het vrijwillige kader niet heeft geleid tot verbetering van de situatie. De ouders zijn betrokken bij de opvoeding, maar zijn niet in staat om de bedreigingen voor de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] zelfstandig af te wenden. Daarom is een gedwongen ondertoezichtstelling noodzakelijk. De kinderrechter heeft besloten om [voornaam minderjarige01] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met ingang van 14 april 2023 tot 14 april 2024. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/655233 / JE RK 23-703
datum uitspraak: 14 april 2023

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

Raad voor de Kinderbescherming Regio Rotterdam- Dordrecht ,

hierna te noemen de Raad , gevestigd te Rotterdam ,
betreffende

[minderjarige01] , geboren op [geboortedatum01] 2017 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen [voornaam minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[moeder01] , hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats01] ,

[vader01] , hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de Raad van 29 maart 2023, ingekomen bij de griffie op
29 maart 2023;
- een brief van [behandelaar01] , behandelaar en werkzaam bij VA - GGZ Feijenoord 3, van
12 april 2023, die ter zitting is uitgereikt door mr. G.E. van der Pols .
Op 14 april 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door mr. B.H. van der Zwan ,
- de vader, bijgestaan door mr. G.E. van der Pols ,
- een vertegenwoordigster van de Raad , te weten mw. [naam01] ,
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond , hierna de GI, te weten mw. [naam02] .
Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Marokkaanse taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van
dhr. Z. Hamidi, tolk in de Marokkaanse taal.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige01] woont bij de moeder.

Het verzoek

De Raad heeft een ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verzocht voor de duur van een jaar.

De standpunten

De Raad heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd en als volgt nader toegelicht.
Door het onrustige verloop van de zorgregeling hebben de ouders veel ruzies en conflicten en is het onduidelijk wanneer [voornaam minderjarige01] de vader ziet. Er is veel wantrouwen tussen de ouders. Zij geven elkaar de schuld van de problemen. De ouders spreken negatief over elkaar in het bijzijn van [voornaam minderjarige01] . Van deze situatie heeft [voornaam minderjarige01] last. Er zijn zorgen over zijn schoolgang. [voornaam minderjarige01] kan zich voor een korte periode concentreren en laat zorgelijk gedrag op school zien. De oorzaak hiervan is onduidelijk. Mogelijk heeft [voornaam minderjarige01] last van loyaliteitsproblemen of er is mogelijk sprake van kind-eigen problematiek.
De inzet van intensieve hulpverlening in het vrijwillige kader heeft de situatie niet veranderd. Er is hulpverlening nodig zodat het wederzijdse vertrouwen van de ouders wordt hersteld en hun communicatie wordt verbeterd. De problemen overstijgen hulpverlening in het vrijwillig kader. Daar komt bij dat de vader tot nu toe geen toestemming heeft gegeven voor hulpverlening aan [voornaam minderjarige01] . Een jeugdbeschermer kan hulpverlening inzetten en erop toezien dat aan de hulpverlening wordt meegewerkt, dat de gemaakte afspraken ten aanzien van de zorgregeling worden nageleefd en dat [voornaam minderjarige01] niet wordt geconfronteerd met negatieve uitingen van de ouders over elkaar.
Het is in het belang van [voornaam minderjarige01] dat de ouders op een lijn komen, het belang van [voornaam minderjarige01] voorop stellen en dat er rust ontstaat.
De GI heeft ter zitting het verzoek van de Raad ondersteund en het volgende meegedeeld.
De ouders lijken te verwachten dat de andere ouder in het kader van een ondertoezichtstelling door de GI wordt aangesproken. Dat is niet de bedoeling van een ondertoezichtstelling. Indien de ondertoezichtstelling wordt verleend, zal er worden gewerkt aan het gezamenlijk belang van de ouders, namelijk hun zoon, en wordt er van de ouders verwacht dat zij hun verantwoordelijkheid als ouder gaan nemen.
Er moet zicht komen op de oorzaak van het gedrag van [voornaam minderjarige01] op school. Mogelijk moet een traject vanuit de scheiding ingezet worden zodat de communicatie tussen de ouders wordt verbeterd en [voornaam minderjarige01] niet meer tussen hen knel zal zitten. De interactie tussen hen kan worden onderzocht door de inzet van Video Interactiebegeleiding. De hulpverlening vanuit het wijkteam moet ook worden voortgezet. Ook zal de GI kunnen toezien op het nakomen van de afspraken in de zorgregeling, zoals deze door de rechtbank zijn vastgelegd.
Het is positief dat de situatie rondom de vader is gestabiliseerd en dat hij bij Antes onder behandeling is, zoals namens de vader door de advocaat is toegelicht.
Namens de moeder heeft haar advocaat ter zitting aangegeven dat zij het eens is met het verzoek van de Raad . Daarbij is aandacht gevraagd voor het volgende.
De moeder maakt zich zorgen over [voornaam minderjarige01] wanneer hij bij de vader is en over hoe het met de vader gaat en hoe zijn behandeling verloopt. De vader moet ook inzicht krijgen hoe het met [voornaam minderjarige01] bij de moeder gaat zodat de ouders meer vertrouwen in elkaar krijgen. Met het wijkteam is het niet gelukt om de communicatie tussen de ouders te verbeteren. De moeder heeft de hoop dat in het kader van een ondertoezichtstelling hierin een verbetering zal worden bereikt en is bereid om mee te werken aan hulpverlening voor de echtscheidingsproblematiek.
Namens de vader heeft zijn advocaat ter zitting aangegeven dat hij het ook eens is met het verzoek van de Raad . Daarbij is wel opgemerkt dat de Raad een onvolledig en eenzijdig rapport heeft opgesteld. Ter onderbouwing van dit standpunt is het volgende aangevoerd.
De Raad heeft geen contact met Antes opgenomen terwijl Antes de vader sinds december 2020 begeleid. De vader is gestabiliseerd, heeft hulpvragen, werkt positief met Antes mee, krijgt psycho-educatie, de financiën worden geregeld en urgentie wordt aangevraagd. Op deze ontwikkelingen had zicht moeten komen tijdens het onderzoek van de Raad . De GI krijgt nunaar aanleiding van het rapport van de Raad een eenzijdig beeld. Naar aanleiding van dit rapport kan de indruk ontstaan dat uitsluitend de vader zich niet houdt aan de afspraken met betrekking tot de omgang met [voornaam minderjarige01] . Dit klopt niet. De moeder houdt zich ook niet aan de gemaakte afspraken. Zo heeft zij op de dag dat de vader [voornaam minderjarige01] van school ophaalt een afspraak voor [voornaam minderjarige01] bij de logopedie geregeld. Daardoor kan de vader [voornaam minderjarige01] pas later ophalen. De ouders hebben begeleiding van het wijkteam. De advocaat van de vader heeft meermalen gevraagd om een gezamenlijk gesprek. De moeder wil hieraan echter niet meewerken. Het is dan ook van belang dat een echtscheidingstraject zal worden ingezet.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige01] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. De ouders zijn gescheiden. Er zijn zorgen over de strijd tussen de ouders. Zij hanteren verschillende opvoedstijlen en communiceren niet op een constructieve wijze met elkaar. De ouders hebben conflicten en spanningen over de door de rechtbank vastgestelde zorgregeling en de nakomen in hiervan. Daarnaast maken zij zich zorgen over de opvoedsituatie bij de andere ouder. De ouders hebben weinig vertrouwen in elkaar en spreken, in het bijzijn van [voornaam minderjarige01] , negatief over de andere ouder. [voornaam minderjarige01] heeft last van deze situatie. Er zijn zorgen over het gedrag dat [voornaam minderjarige01] op school vertoond, zoals door de Raad ter zitting is toegelicht. De oorzaak van dit gedrag moet duidelijk worden. Mogelijk heeft hij een loyaliteitsconflict.
De ingezette hulpverlening in het vrijwillig kader heeft de situatie nog niet verbeterd.
De ouders hebben het beste met [voornaam minderjarige01] voor en zijn betrokken bij hem. De ouders zijn echter nog niet zelfstandig in staat om de bedreigde ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] af te wenden en ervoor te zorgen dat hij onbelaste omgang heeft met beide ouders. Daarom is op dit moment hulpverlening in het gedwongen kader noodzakelijk. De komende periode is het in het belang van [voornaam minderjarige01] dat de ouders met de inzet van hulpverlening gaan werken aan hun echtscheidingsproblematiek zodat [voornaam minderjarige01] met zijn beide ouders een goede band kan opbouwen, de ouders leren om op een positieve manier met elkaar te communiceren zodat zij in het belang van [voornaam minderjarige01] samen beslissingen kunnen gaan nemen en ervoor kunnen zorgen dat de omgang met [voornaam minderjarige01] positief gaat verlopen.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Daarom zal de kinderrechter [voornaam minderjarige01] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige01] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond , gevestigd te Rotterdam , met ingang van 14 april 2023 tot 14 april 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2023 door mr. J.S. van den Berge, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. van der Aa en
mr. K.F.G. van Leeuwen als griffiers.
Griffier mr. K.F.G. van Leeuwen is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 24 april 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.