Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam01],
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 augustus 2022, met bijlagen;
- de conclusie van antwoord, met bijlagen;
- de brief van 24 oktober 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de aanvullende bijlagen van [eiser01] .
2.De feiten
3.Het geschil
- [gedaagde01] te veroordelen aan hem te betalen € 7.880,00 met rente vanaf 2 april 2021, dan wel vanaf 11 april 2021, dan wel vanaf 30 juni 2022, dan wel vanaf de dag van dagvaarding;
- [gedaagde01] te veroordelen aan hem te betalen € 913,00 ter zake buitengerechtelijke kosten;
- [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.De beoordeling
voorgedrukteorderbon komt derhalve niet overeen met de producten die volgens [gedaagde01] onderdeel zijn van de (oorspronkelijke) koopovereenkomst, voordat daar volgens hem discussie over ontstond. De lezing van [gedaagde01] vindt dan ook geen basis in de voorgedrukte orderbon. Het had op de weg van [gedaagde01] gelegen om een verklaring te geven voor de afwezigheid van de stoomcleaner(s) op de orderbon, nu het merendeel van de volgens hem door hem afgeleverde producten wél op de voorgedrukte lijst staat en de afwezigheid van een stoomcleaner in die zin een opvallende uitzondering is.
5.De beslissing
- [gedaagde01] zich op de rolzitting van
- als [gedaagde01] tegenbewijs wil leveren door schriftelijke bewijsstukken, hij deze stukken meteen met zijn akte in het geding moet brengen;
- als [gedaagde01] getuigen wil laten horen, hij in zijn akte opgave moet doen van de naam en woonplaats van de te horen getuigen en van de verhinderdata van alle betrokkenen voor de komende vier maanden, waarbij wordt opgemerkt dat [gedaagde01] te zijner tijd zelf moet zorgen voor behoorlijke oproeping van de getuigen;