ECLI:NL:RBROT:2023:3382

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 maart 2023
Publicatiedatum
21 april 2023
Zaaknummer
C/10/642054 / HA ZA 22-592
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake onjuiste dagvaardingstermijn in civiele procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 maart 2023 een herstelvonnis uitgesproken in de civiele procedure tussen Wolf Invest B.V. en Parkhill Invest c.s. De rechtbank constateerde dat in een eerder vonnis van 8 februari 2023 een kennelijke fout was gemaakt met betrekking tot de dagvaardingstermijn. In plaats van de gebruikelijke termijn van zes weken, was abusievelijk een termijn van vier weken gehanteerd. Dit leidde tot de noodzaak om het vonnis te verbeteren.

De rechtbank heeft in het herstelvonnis de datum van de dagvaardingstermijn aangepast van 8 maart 2023 naar 22 maart 2023. Dit betreft zowel de datum waarop Fairway Capital C.V. en de heren [naam01] en [naam02] door Parkhill Invest c.s. gedagvaard dienen te worden, als de datum waarop de zaak weer op de rol zal komen voor conclusie van antwoord. De rechtbank heeft bepaald dat deze verbeteringen op de minuut van het eerdere vonnis moeten worden vermeld.

Daarnaast heeft de rechtbank gelast dat partijen, voor zover zij dit nog niet hebben gedaan, de ontvangen grosse of het afschrift van het vonnis van 8 februari 2023 aan de griffie van de rechtbank dienen te retourneren. Het vonnis is openbaar uitgesproken door rechter J.B. Smits.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
Zittingsplaats Rotterdam
zaaknummer / rolnummer: C/10/642054 / HA ZA 22-592
Herstelvonnis van 15 maart 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WOLF INVEST B.V.,
gevestigd te Deventer,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. W.J. Berghuis te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PARKHILL INVEST B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WESTHILL HOLDING B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 3],
gevestigd te [vestigingsplaats01] ,
4.
[gedaagde sub 4],
wonende te [woonplaats01] ,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STAG HOLDING B.V.,
gevestigd te Woudenberg,
6.
[gedaagde sub 6],
wonende te [woonplaats02] ,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEAUFORT PARTICIPATIES B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
8.
[gedaagde sub 8],
wonende te [woonplaats03] ,
9.
[gedaagde sub 9],
wonende te [woonplaats03] ,
gedaagden in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
advocaat mr. M.F.H. van Delft te Leusden.
Partijen zullen hierna Wolf Invest en Parkhill Invest c.s. genoemd worden.

1.De beoordeling

1.1.
De rechtbank heeft geconstateerd dat in het vonnis in incident van 8 februari 2023 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. In het vonnis is immers abusievelijk een dagvaardingstermijn van vier weken gehanteerd in plaats van de gebruikelijke zes weken.
1.2.
De rechtbank zal het vonnis dan ook verbeteren, in die zin dat waar in de beslissing de datum 8 maart 2023 vermeld staat, deze datum wordt gewijzigd in 22 maart 2023.

2.De beslissing

De rechtbank
2.1.
bepaalt dat nr. 5.1 van het op 8 februari 2023 tussen Wolf Invest en Parkhill Invest c.s. gewezen vonnis, waar staat
“staat toe dat Fairway Capital C.V. en de heren [naam01] en [naam02] door Parkhill Invest c.s. worden gedagvaard tegen de rolzitting van
8 maart 2023
wordt gewijzigd in
“staat toe dat Fairway Capital C.V. en de heren [naam01] en [naam02] door Parkhill Invest c.s. worden gedagvaard tegen de rolzitting van
22 maart 2023”,
2.2.
bepaalt dat nr. 5.4 van het op 8 februari 2023 tussen Wolf Invest en Parkhill Invest c.s. gewezen vonnis, waar staat
“bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
8 maart 2023voor conclusie van antwoord”
wordt gewijzigd in
“bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
22 maart 2023voor conclusie van antwoord”,
2.3.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 15 maart 2023 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 8 februari 2023,
2.4.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 8 februari 2023 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.B. Smits en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2023.
3533/3195