Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde, te weten openlijke geweldpleging (met partiële vrijspraak ten aanzien van enig lichamelijk letsel);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen met aftrek voorarrest, waarvan vijfenzeventig dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en de bijzondere voorwaarden, zoals vermeld in het reclasseringsrapport van 30 januari 2023, en een taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 90 (negentig) dagen,
74 (vierenzeventig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 jaar;
100 (honderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
50 dagen;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van te betalen
€ 830,-(hoofdsom,
zegge: achthonderddertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juli 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 830,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
16 (zestien) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;