ECLI:NL:RBROT:2023:3284

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 maart 2023
Publicatiedatum
20 april 2023
Zaaknummer
C/10/651945 / JE RK 23-234
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling na (spoed)uithuisplaatsing en voorlopige ondertoezichtstelling door letsel bij de baby

In deze zaak heeft de kinderrechter op 13 maart 2023 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een baby, hierna te noemen [naam kind], die op 10 weken leeftijd ernstig letsel had opgelopen. De Raad voor de Kinderbescherming verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar, maar heeft dit verzoek ter zitting gewijzigd naar zes maanden. De kinderrechter heeft de ouders als belanghebbenden aangemerkt en de zaak behandeld met gesloten deuren. De ouders, bijgestaan door hun advocaat mr. F. Pool, hebben verweer gevoerd tegen het verzoek van de Raad, waarbij zij stelden dat zij voldoende hulpverlening accepteren en dat er geen noodzaak is voor een ondertoezichtstelling.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor [naam kind], die in december 2022 na constatering van een breuk in zijn linkerbovenbeen uit huis is geplaatst. Het letsel is waarschijnlijk niet-accidentieel en is ontstaan onder verantwoordelijkheid van de ouders. Gedurende de voorlopige ondertoezichtstelling is een ASH-traject ingezet, dat positief is afgerond, maar de kinderrechter oordeelt dat er onvoldoende zicht is op de thuissituatie en dat de ouders nog niet in staat zijn om zelfstandig de zorgen weg te nemen.

Daarom heeft de kinderrechter besloten om [naam kind] voor de duur van zes maanden onder toezicht te stellen van Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met als doel de ontwikkeling van het kind te monitoren en de ouders te ondersteunen in hun opvoedvaardigheden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/651945 / JE RK 23-234
Datum uitspraak: 13 maart 2023

Beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming locatie Rotterdam-Dordrecht

hierna te noemen de Raad,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum] 2022 te [geboorteplaats], hierna te noemen: [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam 1] en [naam 2],

hierna te noemen: de ouders, wonende te [woonplaats],
advocaat: mr. F. Pool, te Rotterdam,

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de Raad van 31 januari 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- het rapport van de Raad van 6 maart 2023, ingekomen bij de griffie op 7 maart 2023;
- de nagekomen reactie van de ouders op het definitieve rapport van de Raad, ingekomen bij de griffie op 8 maart 2023;
- nadere stukken van mr. F. Pool van 10 maart 2023 namens de ouders, ingekomen bij de griffie op 13 maart 2023.
Op 13 maart 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de ouders, bijgestaan door hun advocaat;
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam 3];
- een tweetal vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de GI): [naam 4] en [naam 5].

De feiten

De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam kind].
[naam kind] woont bij zijn ouders.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gewijzigd, in die zin dat is aangegeven dat wordt bedoeld een ondertoezichtstelling voor de duur van zes maanden. Dit verzoek is als volgt toegelicht. Er is sprake van een ernstige ontwikkelingsbedreiging van [naam kind]. Er bestaan zorgen over zijn fysieke veiligheid nadat [naam kind] in de thuissituatie ernstig letsel heeft opgelopen onder toezicht van zijn vader. Er is geen passende verklaring gevonden voor alle fracturen. [naam kind] was op dat moment slechts 10 weken oud. Hij is gezien zijn jonge leeftijd nog zeer kwetsbaar en is volledig afhankelijk van de verzorging van zijn ouders.
Het is fijn dat [naam kind] weer thuis is bij zijn ouders en dat het goed met hem gaat. Het is belangrijk dat hij zich positief blijft ontwikkelen. Het doel van de ondertoezichtstelling is om de opvoedsituatie van [naam kind] te monitoren, zodat het goed met hem en zijn ouders blijft gaan. Er moet gekeken worden naar het effect van de hulpverlening en er moet zicht blijven bestaan op de thuissituatie. De ouders zijn op dit moment voldoende bereid, maar niet in staat om op eigen verantwoordelijkheid de zorgen weg te nemen. De ouders moeten weten hoe te handelen in situaties waarbij [naam kind] ander gedrag vertoont en/of huilerig is. Hierop moet hulpverlening worden ingezet om ervoor te zorgen dat de ouders, juist in deze stressvolle situaties, adequaat leren reageren in het belang van [naam kind]. Daarnaast moet er ook hulpverlening voor de ouders worden ingezet, zodat zij de heftige gebeurtenis goed verwerken. De ouders staan open voor de hulpverlening van Stevig Ouderschap, maar deze gesprekken vinden slechts eens per drie maanden plaatst. Dat is onvoldoende om goed zicht te houden op het gezin. De GI dient een passend hulpverleningstraject te vinden dat wel het benodigde zicht biedt. Dit traject kan in het kader van de ondertoezichtstelling worden opgestart en eventueel in het vrijwillig kader verder doorlopen.

Het standpunt van de GI

De GI begrijpt de zorgen van de Raad over [naam kind]. Er heeft een ernstige gebeurtenis plaatsgevonden en [naam kind] is gezien zijn leeftijd nog heel kwetsbaar. Aan de andere kant woont [naam kind] al sinds 9 januari 2023 bij de ouders thuis en is de samenwerking tussen de GI en de ouders goed. Ambulante Spoed Hulp (hierna: ASH) heeft samen met de ouders stilgestaan bij wat er is gebeurd, heeft hulp geboden in de thuissituatie en besproken hoe de ouders nu verder moeten gaan. De ouders hebben het ASH-traject positief afgerond en de hulpverleners van ASH adviseren geen vervolghulp naast de hulpverlening die de ouders zelf al hebben ingezet. Het ontbreekt de GI daarom aan een concreet doel, waardoor het voor de GI ingewikkeld is om passende hulpverlening in te zetten. Monitoren is geen doel op zich. Als er geen andere concrete doelen worden opgesteld, kan er geen hulpverleningsinstantie worden ingeschakeld. De ouders kunnen wel worden aangemeld voor opvoedondersteuning. Vervolgens kan gezamenlijk naar doelen worden gekeken.

Het standpunt van de ouders

Door en namens de ouders is verweer gevoerd tegen het verzoek van de Raad. In het rapport van de Raad staat dat de ouders niet volledig open staan voor de hulpverlening. Dat klopt niet. Er is tot op heden al veel hulpverlening ingezet om te voorkomen dat er nogmaals iets mis zal gaan. Er is gezamenlijk gekeken naar de wijze waarop de ouders opvoeden en verzorgen. Er is kraamzorg ingezet, er hebben gesprekken plaatsgevonden met de huisarts, de bedrijfsarts en de verloskundige en het ASH-traject is positief afgerond. Ook hebben de ouders een stevig netwerk. De ouders hebben al hun hulpvragen gesteld en willen aan alles meewerken in het belang van [naam kind]. Zo staan zij voor de toekomst aangemeld voor Stevig Ouderschap, waarbij eens per drie maanden hulp wordt ingezet. Ook komt er een gesprek met een kinderarts, zal de moeder starten met EMDR-therapie en staan de ouders open voor een aanmelding bij het wijkteam. Het is onduidelijk welke hulpverlening ter aanvulling zal worden ingezet. Ook de GI zegt dat zij niet weten welk traject zij zullen inzetten op het moment dat de ondertoezichtstelling wordt uitgesproken. Het CJG kan monitoren. Er bestaan onvoldoende gronden voor een ondertoezichtstelling, nu de ouders voldoende hulp accepteren en de hulpverlening kan worden geboden in het vrijwillige kader.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW) voor een ondertoezichtstelling.
[naam kind] is in december 2022 na constatering van een breuk in zijn linkerbovenbeen uit huis geplaatst. Na uitgebreid medisch onderzoek wordt geconstateerd dat dit letsel en een later aangetroffen hoekfractuur aan een knie van [naam kind] waarschijnlijk niet-accidenteel letsel betreft. Vast staat dat het letsel is ontstaan onder verantwoordelijkheid van de ouders. Gedurende de voorlopige ondertoezichtstelling is een ASH-traject ingezet ter beoordeling van de opvoedkundige vaardigheden van de ouders. Hierbij is gekeken of de ouders de verzorging en opvoeding van [naam kind] weer aan zouden kunnen. Dit traject is positief afgerond, waarna is toegewerkt naar een thuisplaatsing van [naam kind] bij zijn ouders. De ouders zijn aangemeld voor een traject bij Stevig Ouderschap waarin eens per drie maanden een contactmoment plaatsvindt. De Raad heeft voldoende gemotiveerd dat een dergelijk traject onvoldoende is om, na alles wat er is gebeurd, goed zicht te behouden op de thuissituatie. Hoewel het positief is dat de ouders de afgelopen periode de samenwerking hebben gezocht met de hulpverlening en initiatief hebben getoond in het zoeken van hulp, is de kinderrechter met de Raad van oordeel dat de huidige situatie kwetsbaar is en de positieve ontwikkeling verder bestendigd moet worden. Binnen de voorlopige ondertoezichtstelling is geen langdurig zicht gekomen op de thuissituatie, terwijl de ernst van de ontwikkelingsbedreiging van [naam kind] en zijn kwetsbaarheid daarin, een langere periode noodzakelijk maakt. De inzet van een jeugdbeschermer is dan ook noodzakelijk om de benodigde hulpverlening voor de ouders en [naam kind] in te zetten en de ontwikkeling van [naam kind] te volgen. Het is belangrijk dat er door de GI samen met de ouders doelen worden gesteld om ervoor te zorgen dat [naam kind] een veilige en stabiele thuissituatie behoudt. Daarbij kan ook hulpverlening worden ingezet om de ouders te leren om te gaan met soortgelijke situaties in de toekomst.
De kinderrechter zal daarom [naam kind] onder toezicht stellen voor de duur van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 13 maart 2023 tot 13 september 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2023 door mr. S. Riege, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. B. de Pater, als griffier en schriftelijk vastgesteld op 3 april 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.