In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Dynniq Energy B.V. en [verweerder01]. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 20 januari 2023 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 22 maart 2023. De werknemer, [verweerder01], was sinds 2015 in dienst bij Dynniq en was voorzitter van de Ondernemingsraad. De werkgever, Dynniq, verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van verwijtbaar handelen en een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter oordeelde dat er geen ernstig verwijt aan de werknemer kon worden gemaakt, maar dat de arbeidsrelatie wel verstoord was. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 juni 2023 en de werknemer recht gegeven op een transitievergoeding van € 16.282,56 bruto, te vermeerderen met wettelijke rente. Het verzoek van Dynniq om geheimhouding van bepaalde informatie werd afgewezen, evenals het verzoek om een billijke vergoeding aan de werknemer. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.