Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 april 2022, met producties 1 tot en met 18, 20 en 21;
- de akte in het geding brengen producties van SGR, met productie 19;
- de conclusie van antwoord tevens houdende (voorwaardelijke) eis in reconventie, met producties 1 tot en met 20;
- de oproep voor een mondelinge behandeling van 29 september 2022;
- de zittingsagenda van 22 december 2022;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de akte overlegging producties van SGR, met producties 22 tot en met 31;
- de akte overlegging producties van Corendon, met productie 21;
- de mondelinge behandeling van 19 januari 2023;
- de spreektaantekeningen van SGR;
- de spreekaantekeningen van Corendon.
2.De feiten
- indien en voor zover op het moment van annulering de bruto reissom al door de reiziger was voldaan én (door de agent) aan de organisator was doorbetaald én;
- de aldus reeds betaalde bruto reissom niet bij annulering door de organisator al ter terugbetaling aan de reiziger aan de agent was teruggestort.
- in gevallen waarin D-reizen de van de reiziger ontvangen (aan)betalingen op het moment van annulering nog niet had doorgestort naar de reisorganisator en/of;
- de reisorganisator de wel door haar al ontvangen gelden bij annulering ter terugbetaling aan de reiziger naar D-reizen terug had gestort (zonder dat D-Reizen die retour ontvangen bedragen aan de reiziger doorbetaalde).
3.Het geschil
in conventie
- SGR heeft door subrogatie en/of cessie de vorderingen van de reizigers op Corendon verkregen.
- De vordering op Corendon is gebaseerd op drie verschillende grondslagen:
- De eerste grondslag betreft het volgende. Omdat Corendon reisovereenkomsten heeft geannuleerd, is zij ten aanzien van die reisovereenkomsten op grond van artikel 7:509 lid 5 sub b jo. lid 7 BW en artikel 4.5 van de ANVR-Reizigersvoorwaarden (welke algemene voorwaarden van toepassing zijn op alle reisovereenkomsten van Corendon) gehouden om binnen 14 dagen na annulering de reeds betaalde reissommen terug te betalen.
- De tweede grondslag is artikel 6:74 BW. Omdat de reisovereenkomsten door Corendon zijn geannuleerd, is nakoming blijvend onmogelijk en is verzuim niet vereist. De reiziger heeft dan ook recht op vervangende schadevergoeding op grond van artikel 6:74 BW.
- De derde grondslag is de zogenoemde “Verklaring Leveringsplicht”, productie 20 van SGR. Krachtens deze verklaring heeft Corendon zich ertoe verplicht om te allen tijde, dus ook in het geval van onjuist uitgegeven vouchers door D-Reizen, in te staan voor nakoming van alle verplichtingen uit hoofde van de reisovereenkomst tegenover de reiziger, dus ook voor terugbetaling van de reissom in het geval van annulering van de reis.
- Er is geen sprake van een rechtsgeldige subrogatie of cessie.
- Er bestond geen rechtsgeldige basis voor SGR om een uitkering te doen aan reizigers die beschikten over nul-vouchers die onrechtmatig door D-reizen aan hen waren verstrekt. Daar zijn drie redenen voor:
- Ten eerste vallen de nul-vouchers op grond van de Coronavoucherregeling en de SGR-garantieregeling niet onder dekking van SGR.
- In de tweede plaats valt de verplichting van een reisorganisator om de reissom terug te betalen aan de reiziger na de annulering van de reisovereenkomst door de reisorganisator om andere redenen dan het faillissement van die reisorganisator niet onder dekking van SGR.
- Ten derde geldt het volgende. Indien en voor zover Corendon nog gehouden was tot nakoming jegens de reizigers, was een directe uitkering door SGR aan reizigers in strijd met de statuten van SGR en de SGR-garantieregeling.
- De betalingen die SGR uit het garantiefonds aan reizigers heeft verricht missen dus een rechtsgeldige grondslag, zodat geen sprake kan zijn van een rechtsgeldige vordering van SGR op Corendon.
- Corendon betwist bij gebrek aan wetenschap de hoogte van de vordering. De gestelde vorderingen zijn niet te verifiëren, omdat SGR niet per boeking de benodigde onderbouwing heeft verstrekt. SGR dient tenminste per boeking een reisovereenkomst, een betalingsbewijs en een coronavoucher over te leggen.
4.De beoordeling
"ja, ik ga akkoord met de voorwaarden"moesten aanklikken en dat zij anders hun aanvraag niet in konden dienen en hun voucher niet vergoed kregen. Dit is door Corendon niet betwist. Onder de genoemde voorwaarden staat uitdrukkelijk de cessie vermeld. Het online-formulier kwalificeert daarmee als eenzijdige onderhandse akte tot cessie. Alle reizigers die uitbetaald hebben gekregen hebben dus door dat vakje aan te klikken ingestemd met de cessie. Voor zover mededeling van de cessie niet eerder is gedaan, is die mededeling in elk geval bij dagvaarding gedaan, zodat ook aan die eis is voldaan.
- i) SGR heeft onvoldoende toezicht gehouden op D-reizen, mede gelet op de precaire financiële positie van D-reizen in de jaren voorafgaande aan het faillissement.
- ii) SGR heeft onvoldoende toezicht gehouden op de Coronavoucherregeling.
5.De beslissing
14 juni 2023voor het nemen door SGR van een akte als bedoeld in r.o. 4.11 hierboven, waarna Corendon hierop binnen vier weken dient te reageren bij antwoordakte;