ECLI:NL:RBROT:2023:3118

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 maart 2023
Publicatiedatum
14 april 2023
Zaaknummer
C/10/651653 / JE RK 23-173
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige

Op 31 maart 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, en [naam kind] zelf zijn gehoord. De vader was opgeroepen maar is niet verschenen. Vanwege de taalbarrière van de moeder is er gebruik gemaakt van een beëdigde tolk in de Poolse taal.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] onder toezicht is gesteld tot 8 april 2023 en dat er een machtiging tot uithuisplaatsing is verleend tot dezelfde datum. De gecertificeerde instelling heeft verzocht om verlenging van deze maatregelen voor een jaar, omdat [naam kind] zorgelijk gedrag vertoont, zoals weglopen en gebruik van alcohol en drugs. De moeder heeft aangegeven dat de ondersteuning van de jeugdbeschermer niet effectief is en dat zij vindt dat er strenger moet worden opgetreden.

Na beoordeling van de situatie en de betrokkenheid van de jeugdbeschermer, heeft de kinderrechter besloten dat de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] worden verlengd tot 8 april 2024. Dit is in het belang van de verzorging en opvoeding van [naam kind]. De kinderrechter heeft de beschikking mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/651653 / JE RK 23-173
datum uitspraak: 31 maart 2023

beschikking verlenging ondertoezichtstelling en verlenging uithuisplaatsing

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Dordrecht,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam 1],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats],

[naam 2],

hierna te noemen de vader, zonder bekende woon-of verblijfplaats in Nederland.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 26 januari 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 31 maart 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind], die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder,
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam 3].
Opgeroepen (via de staatscourant) en niet verschenen is de vader.
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan een ambulant hulpverlener van Enver, mw. A. Leeuwis.
Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Poolse taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam 4], tolk in de Poolse taal. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] verblijft op de leefgroep Het Palet van Enver.
Bij beschikking van 8 april 2022 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 8 april 2023.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 8 april 2022 ook een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend tot
8 april 2023.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar. Tevens is verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van een jaar.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [naam kind] verblijft op de leefgroep Het Palet van Enver. Hij laat momenteel zorgelijk gedrag zien op de groep, zoals weglopen, roken en alcohol- en drugsgebruik. [naam kind] is aangemeld voor dagbehandeling bij de Fjord om uit te zoeken wat hij nodig heeft om positieve stappen te zetten in zijn ontwikkeling. De kans is groot dat hij hier binnenkort terecht kan.

De standpunten

De moeder heeft naar voren gebracht dat de ondersteuning van de jeugdbeschermer niet heeft geholpen. Er is geen contact met de jeugdbeschermer en zij verbindt geen consequenties aan het zorgelijke gedrag van [naam kind]. Als de jeugdbeschermer nog betrokken moet blijven, vindt de moeder dat er een strenger persoon moet komen. Ten aanzien van het verblijf van [naam kind] bij Enver heeft de moeder naar voren gebracht dat het [naam kind] beslissing is om daar te verblijven en zij [naam kind] niet kan dwingen om thuis te komen wonen.
Mevrouw Leeuwis van Enver heeft naar voren gebracht dat [naam kind] veel trauma’s heeft om te verwerken. Mogelijk is dat de oorzaak van zijn zorgelijke gedrag. Hopelijk zal [naam kind] zich inzetten voor de dagbehandeling bij de Fjord.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat het verblijf van [naam kind] op de leefgroep van Enver wisselend verloopt. Soms gaat het een periode heel goed, maar momenteel vertoont [naam kind] zorgelijk gedrag. Hij loopt regelmatig weg en er is sprake van alcohol- en drugsgebruik. Daarnaast is [naam kind] aan het onderzoeken wat “zichzelf zijn” is. De kinderrechter is met de betrokkenen van oordeel dat het verblijf van [naam kind] bij Enver voortgezet dient te worden. Dit is ook de duidelijke wens van [naam kind] zelf. Het is van belang dat zo snel mogelijk wordt gestart met dagbehandeling bij de Fjord, zodat gewerkt kan worden aan mogelijke onderliggende trauma’s. Hopelijk slaat de behandeling bij de Fjord aan en geeft dit [naam kind] meer inzicht in zichzelf. Het is aan [naam kind] om zich ook voor deze behandeling in te blijven zetten. De betrokkenheid van de jeugdbeschermer is nog noodzakelijk om de regie te voeren over de hulpverlening en ervoor te zorgen dat de ingezette koers wordt volgehouden.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [naam kind] daarom verlengen voor de duur van voor de duur van een jaar. Ook is de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, BW).

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 8 april 2024;
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 8 april 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2023 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.R. van Staveren als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 13 april 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.