ECLI:NL:RBROT:2023:3114

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 maart 2023
Publicatiedatum
14 april 2023
Zaaknummer
10/247361-22 + 10/258779-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor betrokkenheid bij twee overvallen door gebrek aan bewijs en alternatieve verklaring

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 maart 2023 uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte, die werd beschuldigd van betrokkenheid bij twee overvallen en het opzettelijk aanwezig hebben van hasjiesj. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de overvallen op Lian Supermarkt en Lidl, omdat er onvoldoende bewijs was om zijn betrokkenheid vast te stellen. De tijdsaanduidingen op de camerabeelden waren niet logisch en er was geen nader onderzoek gedaan naar deze tijdsaanduidingen. De verdachte had een alternatieve verklaring voor zijn aanwezigheid in de buurt van de overvallen, die door zijn partner werd bevestigd en niet als onaannemelijk werd beschouwd.

De rechtbank heeft wel bewezen verklaard dat de verdachte opzettelijk bijna 100 gram hasjiesj aanwezig had en dat hij in de periode van 13 juli 2021 tot en met 2 augustus 2021 meermalen brandstof heeft gestolen bij verschillende tankstations. Voor deze feiten is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht weken. De benadeelde partijen die zich in het geding hadden gevoegd, zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de verdachte voor de overvallen was vrijgesproken. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in haar beslissing meegewogen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10/247361-22 + 10/258779-21 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 24 maart 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren op [geboortedatum01] te [geboorteplaats01] ,
ingeschreven in de basisregistratie op het adres:
[adres01], [postcode01] , [plaats01],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [detentieadres01] ,
raadsman mr. M.E. Pennings, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 10 maart 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De dagvaarding onder parketnummer 10/258779-21 is overeenkomstig de vordering van de officier van justitie op de terechtzitting van 10 maart 2023 gewijzigd. De tekst van de (gewijzigde) tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E. Verhoeven-Ivankovic heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/247361-22 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde en het onder parketnummer 10/258779-21 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak feiten 1 en 2 onder parketnummer 10/247361-22
4.1.1.
Inleiding
Op 18 juni 2022 is Lian Supermarkt aan de [straatnaam01] te Rotterdam (feit 1) en op 13 augustus 2022 een vestiging van Lidl aan [straatnaam02] te Spijkenisse (feit 2) overvallen.
Op de camerabeelden, gemaakt van de beroving van Lian supermarkt aan de [straatnaam01] is een persoon te zien die bij de overval betrokken is geweest. De overvaller van de vestiging van Lidl is bij binnenkomst van de winkel eveneens te zien op camerabeelden.
De vraag is of de verdachte de persoon is op de bedoelde camerabeelden en betrokken is bij de twee overvallen. De verdachte ontkent elke betrokkenheid.
4.1.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht de ten laste gelegde feiten onder 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen (diefstal met geweld). Zij baseert zich op de bewijsmiddelen zoals deze zich in het dossier bevinden, waaronder de getuigenverklaring van [naam01] , de camerabeelden van de overval aan de [straatnaam01] en de omgeving, de (bevindingen over de) gelijkenissen tussen de persoon die in de omgeving van de [straatnaam01] op de [straatnaam03] liep en de politiefoto van de verdachte en de zendmastgegevens nabij de plaats van de beide overvallen.
4.1.3.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft -zakelijk weergegeven- vrijspraak van zowel het eerste als het tweede feit bepleit vanwege het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs en daartoe is het volgende aangevoerd. Er is geen direct belastend bewijs. De beide veronderstellingen van de officier van justitie dat de belastende verklaring van [naam01] juist is en dat de man op de beelden op de [straatnaam03] de verdachte betreft, kloppen niet. De verdachte heeft bovendien een alternatief scenario gegeven voor de omstandigheid dat zijn telefoon omstreeks het tijdstip van de overvallen meermalen de zendmast in de directe omgeving heeft aangestraald.
4.1.4.
Beoordeling
Feit 1
De eigenaar van de overvallen Lian supermarkt aan de [straatnaam01] heeft verklaard dat hij de overvaller achterna is gerend en heeft gezien dat deze de [straatnaam04] op rende
.Daarnaast heeft een bewoner van de [straatnaam05] , waar buurtonderzoek is gedaan, een man gezien die rechtsaf de [straatnaam03] is ingerend. Deze straat ligt op een afstand van ongeveer 115 meter van de plaats delict.
In het dossier bevinden zich beelden van de overval in de supermarkt en van de directe omgeving buiten de supermarkt. Op een aantal daarvan is een aanduiding weergegeven van het tijdstip van opname, op andere ontbreekt deze tijdsaanduiding.
De rechtbank stelt vast dat volgens de tijdsaanduiding op de bewegende bewakingsbeelden van Lian supermarkt de overvaller binnenkomt om 14:46:36 uur. Dit strookt in chronologische tijdsvolgorde niet met de tijdsaanduiding van de beelden van de [straatnaam03] , waar volgens de tijdsweergave van dat betreffende camerasysteem de verdachte persoon is gepasseerd om 14:40:41 uur (proces-verbaal bevindingen
nummer [proces-verbaalnummer01] ).
Nu er geen nader onderzoek is verricht naar de tijdsaanduiding op de camerabeelden, kan de rechtbank niet buiten redelijke twijfel vaststellen dat de persoon op de beelden van de [straatnaam03] de overvaller is op de camerabeelden van Lian supermarkt.
Ook overigens is er onvoldoende bewijs dat de verdachte de overvaller is van Lian Supermarkt. Hierbij is onder meer van belang dat de vader van de verdachte woonachtig is in de omgeving van de [straatnaam01] en niet kan worden uitgesloten dat (de telefoon van) de verdachte daarom in de buurt van de supermarkt was.
De verdachte zal gelet op het voorgaande worden vrijgesproken van dit feit.
Feit 2
Uit de zendmastgegevens blijkt de telefoon van de verdachte in de buurt van de plaats delict te hebben aangestraald. De verdachte heeft verklaard dat zijn schoonmoeder in de straat achter de Lidl woont en dat hij op die dag daar was, hetgeen door zijn partner bij de
rechter-commissaris is bevestigd. Deze alternatieve verklaring van de verdachte over zijn aanwezigheid in de buurt van de overval kan niet als onaannemelijk ter zijde worden geschoven, aangezien deze nader is onderbouwd en deze ook overigens steun vindt in het dossier. De overige onderzoeksbevindingen geven onvoldoende steun voor de conclusie dat de verdachte de overval op Lidl in Spijkenisse heeft gepleegd. De verdachte wordt ook ten aanzien van dit feit vrijgesproken.
4.1.5.
Conclusie
De onder 1 en 2 onder parketnummer 10/247361-22 ten laste gelegde feiten zijn niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt van beide feiten vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering (feit 3 onder parketnummer 10/247361-22 en parketnummer 10/258779-21)
Beide hierboven genoemde ten laste gelegde feiten zijn door de verdachte bekend. Deze
feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder de parketnummers 10/247361-22 en 10/258779-21 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
feit 3 onder parketnummer 10/247361-11
hij op 29 november 2022 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 99,8 gram, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj)
zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
parketnummer 10/258779-21:
hij op tijdstippen in de periode van 13 juli 2021 tot en met
2 augustus 2021 te Spijkenisse en Schiedam en Hoogvliet, gemeente Rotterdam
,en Krabbendijke,
telkens een hoeveelheid benzine, te weten:
- 31 liter ter waarde van 57,63 euro toebehorende aan Vof Baas Esso Tramdijk te Spijkenisse en
- 20,81 liter ter waarde van 38,06 euro toebehorende aan Shell Vlaardingerdijk te Schiedam en
- 33,11 liter ter waarde van 58,90 euro toebehorende aan Shell Aveling te Hoogvliet en
- benzine ter waarde van 61,65 euro toebehorende aan Shell Aveling te Hoogvliet en
- 34,16 liter ter waarde van 66,92 euro toebehorende aan Bp De Voetpomp te Krabbendijke,
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
feit 3 onder parketnummer 10/247361-11:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
parketnummer 10/258779-21:
diefstal, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van bijna 100 gram hasjiesj. Verdovende middelen zijn schadelijk voor de volksgezondheid. Daarnaast ontstaat door het bezit van softdrugs, en de daarmee samenhangende handel, schade en overlast voor de samenleving vanwege andere vormen van criminaliteit die gepaard gaan met drugsgebruik.
Daarnaast heeft de verdachte in een periode van ruim twee weken vijfmaal brandstof gestolen bij verschillende tankstations. De verdachte deed dat naar eigen zeggen vanwege zijn slechte financiële situatie. De verdachte heeft met zijn handelen misbruik gemaakt van het systeem waarbij men eerst brandstof kan tanken en pas daarna in de tankshop de getankte brandstof betaalt. Hij heeft bedrijven financieel gedupeerd en dit alles met het oogmerk om zichzelf te bevoordelen. De rechtbank rekent dit de verdachte aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
15 februari 2023, waaruit blijkt dat de verdachte door de kinderrechter in 2019 is veroordeeld tot een taakstraf, maar niet voor een soortgelijk strafbaar feit. Het strafblad van de verdachte is dan ook geen strafverhogende omstandigheid.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten en met name het aantal diefstallen (vijf) acht de rechtbank het opleggen van een gevangenisstraf passend en noodzakelijk. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf van acht weken heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Vorderingen benadeelde partijen

Als benadeelde partij hebben zich in het geding gevoegd [benadeelde partij01] en [benadeelde partij02] , beiden ter zake van het onder parketnummer 10/247361-22 onder feit 2 ten laste gelegde feit.
De benadeelde partij [benadeelde partij01] vordert een vergoeding van € 2.000, - aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. De benadeelde partij [benadeelde partij02] heeft de ingevulde bedragen op het voegingsformulier doorgekrast, waardoor deze onleesbaar zijn.
8.1.
Beoordeling
De benadeelde partijen zullen in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte ter zake van dat feit is vrijgesproken.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 57 en 310 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.

10.. Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 van parketnummer 10/247361-22 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 3 van parketnummer 10/247361-22 en onder parketnummer 10/258779-21 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) weken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, in mindering wordt gebracht;
verklaart de benadeelde partij
[benadeelde partij01]niet-ontvankelijk in de vordering;
verklaart de benadeelde partij
[benadeelde partij02]niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.I. Kernkamp-Maathuis, voorzitter,
en mrs. F.A. Hut en R.J.P. Ferwerda, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. U. Ramdihal-Poeran, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging parketnummer 10/247361-22:
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 18 juni 2022 te Rotterdam met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam02] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag (van ongeveer € 300,00) en/of een of meer pakjes sigaretten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Lian Supermarkt (vestiging [adres02] ), in elk geval aan een ander toebehoorde(n),
door
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te tonen aan die [naam02]
en/of
- met dat mes op de toonbank te slaan en/of in de richting van de kassa te wijzen
en/of
- die [naam02] dreigend de woorden toe te voegen: "Ik wil geld en sigaretten
hebben", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
en/of
hij op of omstreeks 18 juni 2022 te Rotterdam een geldbedrag (van ongeveer € 300,00) en/of een of meer pakjes sigaretten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Lian Supermarkt (vestiging [adres02] ), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld
tegen [naam02] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te tonen aan die [naam02]
en/of
- met dat mes op de toonbank te slaan en/of in de richting van de kassa te wijzen
en/of
- die [naam02] dreigend de woorden toe te voegen: "Ik wil geld en sigaretten
hebben", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2
hij op of omstreeks 13 augustus 2022 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard
een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Lidl (vestiging
[adres03] ), in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [naam03] en/of [naam04] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te tonen aan die [naam03] en/of
[naam04] en/of
- met dat mes tegen de kassalade te slaan en/of
- die [naam03] en/of [naam04] dreigend de woorden toe te voegen: "Doe die kankerlade
open, want ik snij je vingers eraf", althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking;
3
hij op of omstreeks 29 november 2022 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 99,8 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj),
zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Tekst gewijzigde tenlastelegging parketnummer 10/258779-21:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 juli 2021 tot en met 2 augustus 2021 te Spijkenisse en Schiedam en Hoogvliet, gemeente Rotterdam en Krabbendijke, althans in Nederland, (telkens) een hoeveelheid benzine, te weten:
- 31 liter ter waarde van 57,63 euro toebehorende aan Vof Baas Esso Tramdijk te Spijkenisse en/of
- 20,81 liter ter waarde van 38,06 euro toebehorende aan Shell Vlaardingerdijk te Schiedam en/of
- 33,11 liter ter waarde van 58,90 euro toebehorende aan Shell Aveling te Hoogvliet en/of
- benzine ter waarde van 61,65 euro toebehorende aan Shell Aveling te Hoogvliet en/of
- 34,16 liter ter waarde van 66,92 euro toebehorende aan Bp De Voetpomp te Krabbendijke,
in elk geval telkens enig goed, dat/die geheel of ten dele aan (een) ander(en) dan aan verdachte toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.