Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de primair ten laste gelegde poging doodslag;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in haar rapport van 3 maart 2023;
- opheffing van het geschorste bevel voorlopige hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
hierna: de verdachte) de bus in wilde stappen. De aangever zei toen tegen de verdachte dat hij eerst even uit wilde stappen, voordat de verdachte in zou stappen. De aangever hield hem hierbij met zijn hand tegen en zag vervolgens dat de verdachte hem met zijn vuist een klap op zijn hoofd gaf. De aangever voelde dat de verdachte hem onder zijn rechteroog sloeg. Hij voelde gelijk pijn en hij voelde dat zijn neus bloedde. Wat hierna is gebeurd weet de aangever niet meer. Hij herinnert zich alleen nog dat hij op een gegeven moment op de grond is terecht gekomen en dat omstanders hem kwamen helpen. De aangever is met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Daar is geconstateerd dat zijn rechter kaakbijholte op meerdere plekken was gebroken, net als zijn rechter oogkas.
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
(€ 52,50) en de medische kosten (€ 343,78) moeten worden toegewezen. Ten aanzien van deze kosten acht de rechtbank voldoende onderbouwd dat deze schade door [benadeelde partij01] is geleden en in rechtstreeks verband staan met het bewezenverklaarde feit. De rechtbank verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk voor de posten die zien op de mantelzorg, de huishoudelijke hulp en de medicijnen. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de betwisting door de verdediging, deze schadeposten onvoldoende zijn onderbouwd.
Over het overige deel van de gevorderde schadevergoeding wordt in deze procedure geen inhoudelijke beslissing genomen.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
120 dagen;
€ 3.396,28 (zegge: drieduizend driehonderdzesennegentig euro en achtentwintig eurocent), bestaande uit € 396,28 aan materiële schade en € 3.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 13 december 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij01] te betalen
€ 3.396,28(hoofdsom,
zegge: drieduizend driehonderdzesennegentig euro en achtentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 december 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
43 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;