In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 maart 2023 een beschikking gegeven in het kader van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). De rechtbank heeft de aanstelling van mr. M. Windt als herstructureringsdeskundige ingetrokken. Dit volgde op de afwijzing van het homologatieverzoek van de schuldenarengroep, die eerder was gedaan op 13 maart 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wet niet voorziet in een automatische beëindiging van de aanwijzing van de herstructureringsdeskundige bij afwijzing van het homologatieverzoek. Aangezien het WHOA-traject was geëindigd, was het noodzakelijk om de aanstelling van de herstructureringsdeskundige te beëindigen.
Daarnaast heeft de rechtbank het salaris van de herstructureringsdeskundige vastgesteld op € 405.455,47 exclusief BTW, en de belaste verschotten op € 119.569,53 exclusief BTW, met een bedrag van € 50.975,-- aan onbelaste verschotten. De kosten zijn ten laste van de schuldenarengroep gekomen, waarbij is bepaald dat als een van de verzoeksters meer betaalt dan haar aandeel, dit wordt aangemerkt als betaling mede namens de andere verzoeksters. De beslissing is openbaar uitgesproken door de rechtbank in aanwezigheid van de griffier.