5.5.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
zij
in de periode van 01 april 2013 tot en met
3 juni 2017in plaatsen in Syrië ,
heeft deelgenomen aan een (terroristische) organisatie, te weten Islamitische Staat (IS), dan
wel Islamic State of Iraq and Shaam (ISIS) of Islamic State of Iraq and Levant (ISIL), welke organisatie(s) tot
oogmerk had(den) en/of heeft/hebben het plegen van terroristische misdrijven, te weten,
A. het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan
gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor een ander en/of zwaar lichamelijk
letsel voor een ander te duchten is en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en dit
feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht),
(te)begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 176a van het Wetboek
van Strafrecht) en
B. doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) en
C. moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel
289 jo. 83 van het Wetboek van Strafrecht) en
D. de samenspanning en/of opzettelijke voorbereiding van en/of bevordering tot eerder
vermelde misdrijven (zoals bedoeld in artikel 176b en/of 289a en/of 96 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht) en
E. het voorhanden hebben van een of meerdere wapens en/of munitie van de categorieën II
en/of III (zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie) (te) begaan met
een terroristisch oogmerk en/of met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te
bereiden of gemakkelijk te maken (zoals bedoeld in artikel 55 lid 1 en/of lid 5 van de Wet
wapens en munitie)
2.
zij
in de periode van
1 april 2013tot en met
3 juni 2017in plaatsen in Syrië ,
met het oogmerk om ter voorbereiding en/of ter bevordering van de/het (meermalen) te plegen misdrij(f)(ven):
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor een ander en/of gevaar
voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is en/of levensgevaar voor een
ander te duchten is en dit feit iemands dood ten gevolge heeft, (te) begaan met een
terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 157 jo 176a van het Wetboek van Strafrecht)
en/of
- doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in
artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
- moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel
289 jo 83 van het Wetboek van Strafrecht)
- een ander heeft trachten te bewegen om het misdrijf te plegen, te doen
plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe
gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf
aan zichzelf of aan anderen heeft verschaft en/of
- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan zij wist dat zij bestemd
waren tot het plegen van het misdrijf
immers heeft zij, verdachte,
B. zich laten informeren over het afreizen naar en/of verblijven in het
strijdgebied in Syrië en
C. de reis naar Syrië gemaakt teneinde zich te begeven naar het strijdgebied,
en gedurende enige tijd verbleven in
bedoeld (strijd)gebied in Syrië en
D. zich gevoegd bij een IS(IS/IL) strijder en een gezamenlijk huishouden gevoerd met haar (Islamitisch)
echtgenoot [naam01] die als strijder deelname aan IS(IS/IL), en/of
F in Syrië
eenvuurwapen voorhanden gehad;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.