ECLI:NL:RBROT:2023:3072

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 maart 2023
Publicatiedatum
12 april 2023
Zaaknummer
10/165679-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor het gooien van een plastic pilon in een vechtpartij

Op 27 maart 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die betrokken was bij een vechtpartij op 26 april 2021. Tijdens deze vechtpartij gooide de verdachte een plastic pilon in de richting van een groep personen, wat leidde tot de beschuldiging van poging tot zware mishandeling en mishandeling. De officier van justitie, mr. K.P. Mandos, vorderde vrijspraak van de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft de camerabeelden bekeken en vastgesteld dat de pilon niet in de richting van de aangever werd gegooid, maar tegen een auto aankwam en op de grond viel. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat de pilon iemand had geraakt, en dat er geen bewijs was voor het voornemen om iemand zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de feiten had begaan, en sprak hem vrij van de ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in de vordering. Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. J.L.M. Boek als voorzitter.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/165679-21
Datum uitspraak: 27 maart 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres].

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 27 maart 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K.P. Mandos heeft gevorderd:
- vrijspraak van het primair en subsidiair ten laste gelegde.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie en de verdachte
De officier van justitie heeft vrijspraak van het primair en subsidiair ten laste gelegde gevorderd. Zij heeft daartoe aangevoerd dat uit de camerabeelden is op te maken dat de pilon in een rechte lijn op de auto af vliegt en dat de aangever in die baan niet wordt geraakt. Voor zover de aangever een armbeweging maakt, is dat nadat de pilon hem is gepasseerd. Indien de rechtbank van oordeel is dat de aangever wel wordt geraakt, komt de verdachte ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde een geslaagd beroep op noodweer toe. De verdachte en zijn vriend worden door meerdere personen belaagd en de verdachte probeerde zichzelf en zijn vriend te verdedigen.
De verdachte heeft tijdens de zitting bij het bekijken van de camerabeelden opgemerkt dat hij ziet dat de pilon tegen de auto aankomt, niet tegen mensen.
4.1.2.
Beoordeling
Op 26 april 2021 waren de verdachte en zijn vriend [naam 1] betrokken bij een aanrijding met een andere auto, waarin de aangever en twee anderen zaten. Ze besloten de auto’s te parkeren om een schadeformulier in te vullen. Vervolgens kwam er een vierde persoon bij. Tijdens het invullen van het schadeformulier ontstond onenigheid. Dat leidde tot een vechtpartij tussen de verdachte en [naam 1] aan de ene kant en de aangever en drie anderen aan de andere kant. Op de camerabeelden is te zien dat de verdachte en [naam 1] meermalen rake klappen en schoppen krijgen. Op gegeven moment zijn meerdere personen in gevecht met [naam 1], pakt de verdachte een pilon en gooit die richting de vechtende groep. De pilon komt tegen de auto aan en valt dan op de grond. De verdachte heeft verklaard dat hij door het gooien van de pilon [naam 1] wilde bevrijden. De pilon is van plastic en zou naar schatting van een verbalisant drie kilo wegen.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Het gooien van een plastic pilon, waarvan het gewicht niet is vastgesteld, in de richting van een groep personen levert naar uiterlijke verschijningsvorm geen bewijs op van begin van uitvoering van het feit en van het voornemen om iemand uit die groep zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Er is derhalve geen bewijs van poging tot zware mishandeling.
Verder is op de beelden niet te zien dat de pilon van baan verandert voordat deze tegen de auto komt en op de grond valt. Dat ligt wel in de lijn der verwachting als de pilon de aangever of een ander zou hebben geraakt. Om deze reden kan niet worden bewezen dat iemand door de pilon is geraakt en is er ook geen bewijs van mishandeling.
4.1.3.
Conclusie
Het primair en subsidiair ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de primair en subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.L.M. Boek, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en mr. F. Tosun, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Biert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 26 april 2021 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
een pilon (van ongeveer 3 kilogram), althans een ander (zwaar) voorwerp, (met kracht) tegen de rug, althans het lichaam die van die [naam 2] heeft gegooid,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair:
hij op of omstreeks 26 april 2021 te Rotterdam
[naam 2] heeft mishandeld door een pilon (van ongeveer 3 kilogram), althans een ander (zwaar) object, tegen de rug, althans het lichaam van die [naam 2] te gooien.