ECLI:NL:RBROT:2023:2984
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.P. van de Beek
- K.Th. van Barneveld
- F.J.E. van Rossum
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in ontuchtzaak met minderjarige stiefdochter
Op 8 maart 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1987, die werd beschuldigd van ontucht met zijn stiefdochter, die op het moment van de feiten nog geen zestien jaar oud was. De zaak werd behandeld door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter G.P. van de Beek en de rechters K.Th. van Barneveld en F.J.E. van Rossum. De officier van justitie, mr. W.B.J. ten Have, eiste vrijspraak van het ten laste gelegde feit.
Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de verdachte aan het slachtoffer een zuigzoen op de billen had gegeven. De rechtbank oordeelde dat, gezien de relatie tussen de verdachte en het slachtoffer, de sociaal-ethische norm niet was overschreden. De rechtbank concludeerde dat de handeling niet als ontuchtig kon worden gekwalificeerd in strafrechtelijke zin. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging.
Daarnaast was er een benadeelde partij, vertegenwoordigd door haar moeder en bijgestaan door mr. R. Moghni, die schadevergoeding vorderde voor materiële en immateriële schade. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering, omdat de verdachte was vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De rechtbank nam geen inhoudelijke beslissing over de gevorderde schadevergoeding, en de kosten voor de verdediging tegen de vordering werden op nihil begroot.