ECLI:NL:RBROT:2023:2981

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 maart 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
10/313709-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van voorbereiding van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen en het voorhanden hebben van onderdelen/hulpstukken van een gaspistool

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 maart 2023 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01], die werd bijgestaan door haar raadsvrouw mr. H. Yilmaz. De verdachte was beschuldigd van het voorhanden hebben van onderdelen van een gaspistool en van de voorbereiding van een ontploffing. De officier van justitie, mr. A.H.A. de Bruijne, had vrijspraak gevorderd voor het tweede feit en een gevangenisstraf van zeven dagen geëist voor het eerste feit. Tijdens de zitting op 17 maart 2023 werd het bewijs tegen de verdachte besproken. De rechtbank oordeelde dat het onder 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, en sprak de verdachte daarvan vrij. Voor het eerste feit, het voorhanden hebben van onderdelen van een gaspistool, was de rechtbank van mening dat niet bewezen kon worden dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van deze onderdelen in haar woning. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wist dat er onderdelen van een gaspistool in de woning aanwezig waren, en sprak haar ook van dit feit vrij. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijs van wetenschap en beschikkingsmacht bij het voorhanden hebben van vuurwapenonderdelen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/313709-22
Datum uitspraak: 31 maart 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01]
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
raadsvrouw mr. H. Yilmaz, advocaat te Rotterdam

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 17 maart 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.H.A. de Bruijne heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 dagen met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak feit 2 zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Vrijspraak feit 1
4.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat de verdachte ervan op de hoogte was dat er een wapen in de woning aanwezig was. De verdachte heeft verklaard dat zij een tijd geleden een wapen heeft gezien. De medeverdachte [medeverdachte01] heeft in zijn verhoor bij de politie verklaard dat de verdachte wist dat er wapens in hun huis waren. Het onder 1 ten laste gelegde kan wettig en overtuigend bewezen worden.
4.2.2.
Beoordeling
Vast staat dat op 30 november 2022 bij de doorzoeking van de woning van de verdachte en haar vriend, medeverdachte [medeverdachte01] , een defect gaspistool in een zwart doosje is aangetroffen. Uit onderzoek is gebleken dat het onderdelen betreffen van een vuurwapen van categorie III in de zin van de Wet Wapens en Munitie (WWM).
Voor bewezenverklaring van het ten laste gelegde voorhanden hebben van (onderdelen van) een vuurwapen is volgens vaste jurisprudentie vereist dat de rechtbank kan vaststellen dat er bij de verdachte sprake is geweest van wetenschap en beschikkingsmacht. Aan het laatstgenoemde criterium is voldaan, want de onderdelen van het gaspistool lagen in de woonkamer onder een werktafel. Het is echter de vraag of de verdachte ook wist dat deze onderdelen daar lagen, of dat zij zich ten minste in meer of mindere mate bewust was of moet zijn geweest van de aanwezigheid van de onderdelen van het gaspistool in de woning.
De verdachte heeft, zakelijk weergegeven, verklaard dat zij niet wist dat er onderdelen van een gaspistool in de woning aanwezig waren. In het verleden heeft zij eens een alarmpistool in de woning gezien. Verder heeft zij geen vuurwapens of onderdelen hiervan gezien.
De onderdelen van het gaspistool zijn door de politie aangetroffen in een zwart gesloten doosje met een hangslot onder de werktafel van de medeverdachte in de woonkamer, waardoor deze niet direct in het zicht lagen. Daarbij was het zowel op als onder de werktafel, en ook in rest van de woonkamer, zeer rommelig. Het is daarom mogelijk dat de verdachte het defecte gaspistool niet heeft gezien.
In de woning zijn – naast het defecte gaspistool – ook twee alarmpistolen aangetroffen. De medeverdachte is slechts in algemene zin naar de wetenschap van de verdachte van de op vuurwapengelijkende wapens gevraagd. Zijn verklaring dat zij hiervan af wist, is gelet op de aanwezigheid van de alarmpistolen onvoldoende bewijs voor de wetenschap van de ten laste gelegde onderdelen van een gaspistool.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van het defecte gaspistool in de woning. Bij deze stand van zaken dient de rechtbank de verdachte vrij te spreken van het voorhanden hebben van onderdelen van een gaspistool.
4.2.3.
Conclusie
Het onder feit 1 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt ook daarvan vrijgesproken.

5..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.I. Kernkamp-Maathuis, voorzitter,
en mrs. F.A. Hut en N.M. Ketelaar, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.T.C.J.M. de Jongh, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 31 maart 2023.
Bijlage
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
zij op of omstreeks 30 november 2022 te [plaats01] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer onderdelen van een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3º, gelet op artikel 2 lid 1 van Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een deel van de loop met kamer, slede, kast met trekker groep en hamer en/of patroonmagazijn zijnde onderdelen/hulpstukken die specifiek bestemd zijn en/of van wezenlijke aard zijn, voor een gaspistool van het merk: Kimar, model: 92 Auto, kaliber: 9 mm PAK voorhanden heeft gehad;
2.
zij op of omstreeks 30 november 2022 te [plaats01], tezamen en in vereniging met een of meer anderen ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten
het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing waardoor gemeen gevaar voor goederen en/of personen te duchten is (als bedoeld in artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht,
door een of meer voorwerpen en/of chemicaliën en/of een of meer andere stof(fen) bestemd tot het begaan van dat misdrijf, te weten, één of meer (nog nader te onderzoeken) stoffen waaronder Tri Aceton Tri Peroxide (TATP), zoutzuur, natriumbicarbonaat en/of ammoniak bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad.