Op 6 april 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die opzettelijk een zeer grote hoeveelheid professioneel vuurwerk heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad. De verdachte, geboren in 1964 en ingeschreven op een bepaald adres, werd bijgestaan door raadsman mr. B.J.W. Tijkotte. De zaak werd behandeld op de terechtzitting van 23 maart 2023. De officier van justitie, mr. K. Broere, had gevorderd tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde feit door de verdachte bekend was en verklaarde het bewezen zonder nadere motivering. De verdachte had in de periode van 26 tot en met 29 november 2021 professioneel vuurwerk opgeslagen in containers en een personenauto, wat in strijd is met artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer.
De rechtbank overwoog dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van een zeer grote hoeveelheid vuurwerk, wat gevaarlijk was opgeslagen zonder voorzorgsmaatregelen. Dit leidde tot ernstige risico's voor de veiligheid van omstanders. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten, maar besloot dat dit niet strafverzwarend zou zijn omdat het langer dan vijf jaar geleden was. De verdachte had zijn leven op orde en werkte fulltime.
Uiteindelijk legde de rechtbank een gevangenisstraf op van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, en een taakstraf van 120 uren. De rechtbank vond deze straffen passend gezien de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. De uitspraak werd gedaan door mr. A. van Luijck, voorzitter, en mrs. M.J.C. Spoormaker en S.A. van Egmond, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. G.C. van de Fliert.