Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de voorzieningenrechter van 3 april 2023 in de zaak tussen
[naam verzoekster], uit [plaatsnaam], verzoekster,
de burgemeester van Rotterdam (hierna: burgemeester), verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
In het bestreden besluit heeft de burgemeester vermeld dat verzoekster voor hulp en advies terecht kan bij de Vraagwijzer van de gemeente Rotterdam indien zij er niet in slaagt onderdak te vinden in haar netwerk. Verzoekster heeft op de zitting aangevoerd dat haar netwerk beperkt is, dat zij in dat netwerk maar voor enkele dagen achter elkaar terechtkan en dat het vanwege haar gezondheid onwenselijk is dat zij van adres naar adres moet reizen. De dochter van verzoekster heeft aangevoerd dat ook zij in een onwenselijke situatie zit, omdat zij bij haar vader en zijn gezin met jonge kinderen of bij haar oma moet verblijven, terwijl zij op dit moment nog in haar examenperiode zit. Zij heeft zich gemeld bij het wijkteam en is doorverwezen naar een zogenoemde stadsmarinier, die uiteindelijk niet meer kon doen dan haar doorverwijzen naar de opvang voor daklozen door Centraal Onthaal.
De voorzieningenrechter weegt daarbij zwaar mee dat, zoals ook namens de burgemeester op de zitting is erkend, vooralsnog uit niets is gebleken dat verzoekster of haar dochter iets te verwijten valt. Zij moeten daarom vooralsnog als slachtoffer van de aanslag worden aangemerkt. De sluiting is weliswaar op de woning gericht, maar kan niet los worden gezien van de bewoners en dus van verzoekster en haar dochter. Om hen en omwonenden te beschermen is de woning gesloten. De burgemeester kan dan, mede gelet op het evenredigheidsbeginsel, niet volstaan met sluiting van de woning zonder in dat kader verdere begeleiding en opvang aan te bieden. De burgemeester heeft nagelaten die te bieden, ook toen de dochter van verzoekster bij het wijkteam om hulp vroeg. Dat klemt te meer gelet op de gestelde medische aandoening van verzoekster waardoor het regelmatig op andere plekken moeten overnachten extra belastend is. De burgemeester dient zich actief op te stellen en te informeren naar de mogelijkheden en eventuele beperkingen en mocht er niet van uit gaan dat verzoekster zich wel zou weten te redden. Bovendien had de burgemeester het mogelijk moeten maken voor verzoekster en haar dochter om, zeker na de verlenging, onder begeleiding noodzakelijke spullen uit de woning te halen zoals kleding en schoolboeken van de dochter van verzoekster.