5.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
(primair)
de Besloten Vennootschap [bedrijf01] op 23 april 2016, in Nederland,
een digitale aangifte voor de omzetbelasting, althans een bezwaarschrift, ten name van [bedrijf01] (fiscaal nummer [nummer01] ) betreffende het aangiftetijdvak 4e kwartaal 2015
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt immers heeft genoemde rechtspersoon toen en daar valselijk in strijd met de waarheid
- zakelijk weergegeven - op/in die digitale aangifte voor de omzetbelasting en/of dat geschrift een te laag bedrag waarover omzetbelasting wordt berekend en/of een te laag bedrag aan omzet en/of een te laag bedrag aan verschuldigde omzetbelasting opgegeven en/of vermeld ,
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken
hebbende hij, verdachte, feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging;
2.
de Besloten Vennootschap [bedrijf01] op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 23 april 2016 tot en met 27 januari 2017 in Nederlandtelkensopzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten
een digitale aangifte voor de omzetbelasting ten name van [bedrijf01]
(fiscaal nummer [nummer01] ) betreffende de aangiftetijdvakken1e kwartaal 2016 en 2e kwartaal 2016 en 3e kwartaal 2016 en 4e kwartaal 2016 (bijlage doc-002)
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan,
/
althans heeft laten doen door [getuige02] immers heeft genoemde rechtspersoon telkens opzettelijk op/in het/de bij/naar de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Apeldoorn en/of elders in Nederland
ingeleverde / gezonden aangifte voor de omzetbelasting een te laag bedrag waarover omzetbelasting wordt berekend en/of een te laag bedrag aan omzetbelasting en/of een te laag bedrag aan verschuldigde en/of te betalen omzetbelasting en/of een te laag belastbaar bedrag, opgegeven en/of vermeld, althans laten opgeven en/of vermelden terwijl die feiten er telkens toe hebben gestrekt, dat te weinig belasting werd geheven,
hebbende hij, verdachtetelkensfeitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedragingen.
3.
de Besloten Vennootschap [bedrijf01] in de periode van 1 april 2017 tot en met 31 juli 2017in Nederland, telkens opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een aangifte voor de omzetbelasting over de tijdvakken 1e kwartaal 2017 en 2e kwartaal 2017 ten name van [bedrijf01] (omzetbelastingnummer [nummer01] ),
niet heeft gedaan,
terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven,
hebbende hij, verdachte,
feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedragingen;
4.
de Besloten Vennootschap [bedrijf02] in de periode van 15 juni 2017 tot en met 31 oktober 2017 te 's-Gravenhage telkens opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten digitale aangiften voor de omzetbelasting ten name van [bedrijf02] (fiscaal nummer [nummer02] )
betreffende de aangiftetijdvakken 1e kwartaal 2017 en 2e kwartaal 2017 en 3e kwartaal 2017 (bijlage doc-003) onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, immers heeft genoemde rechtspersoon telkens opzettelijk
op/in het/de bij/naar de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te
’s-Gravenhage en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland ingeleverde / gezonden aangiften voor de omzetbelasting een te laag bedrag waarover omzetbelasting wordt berekend en/of een te laag bedrag aan omzetbelasting en/of een te laag bedrag aan verschuldigde en/of te betalen omzetbelasting en/of een te laag belastbaar bedrag opgegeven en/of vermeld, terwijl die feiten er telkens toe hebben gestrekt, dat te weinig belasting werd geheven,
hebbende hij, verdachte, feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedragingen;
5.
de Besloten Vennootschap [bedrijf02] in de periode van 1 november 2017 tot en met 31 januari 2018 te 's-Gravenhage opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen,
te weten een aangifte voor de omzetbelasting over het tijdvak 4e kwartaal 2017 ten name van [bedrijf02] (omzetbelastingnummer [nummer02] ), niet heeft gedaan, terwijl dat feit ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven, hebbende hij, verdachte, feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.