ECLI:NL:RBROT:2023:2748

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 maart 2023
Publicatiedatum
30 maart 2023
Zaaknummer
10/301133-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens beschadiging van een bromfiets met oplegging van ISD-maatregel

Op 3 maart 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die op 17 november 2022 een bromfiets heeft beschadigd. De verdachte, geboren te [geboorteplaats01] en ten tijde van de zitting preventief gedetineerd, werd bijgestaan door raadsman mr. F. Laros. De officier van justitie, mr. H.H. Balk, eiste bewezenverklaring van de tenlastelegging en oplegging van een ISD-maatregel van twee jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van de bromfiets, merk/type Piaggio Vespa Sprint, die toebehoorde aan [slachtoffer01]. De rechtbank oordeelde dat de beschadiging wettig en overtuigend bewezen was, ondanks de ontkenning van de verdachte. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen en een rapport van de reclassering dat een hoog recidiverisico aangaf. De rechtbank heeft besloten om de ISD-maatregel op te leggen, omdat eerdere straffen niet hebben geleid tot gedragsverandering. De maatregel is bedoeld om de verdachte te resocialiseren en de kans op recidive te verkleinen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een ISD-maatregel van twee jaar, zonder de duur van het voorarrest in mindering te brengen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/301133-22
Datum uitspraak: 3 maart 2022
Tegenspraak (art. 279 Sv)
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] te ( [postcode01] ) [plaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [detentieadres01] ,
raadsman mr. F. Laros, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 3 maart 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.H. Balk heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD) voor de duur van 2 jaren.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdachte dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De verdachte ontkent de scooter te hebben vernield.
4.1.2.
Beoordeling
Op 17 november kreeg de politie melding van een overlastgevende man aan de [straatnaam01] te [plaats01] . Deze man zou tevens een scooter hebben vernield. Ter plaatse werd gesproken met [naam01] . Zij verklaarde dat zij getuige was van de vernieling van de bromfiets doordat de verdachte deze omduwde. [naam01] kende de verdachte als een cliënt van de [naam stichting01] . Verbalisanten hebben vervolgens schade geconstateerd aan de bromfiets. De beschermlaag van de tachometer was kapot en aan de zijkant van de valbeugel zaten krassen. Verbalisanten werden vervolgens aangesproken door de eigenaresse van de bromfiets. Zij verklaarde dat de bromfiets deze schade nog niet had toen ze deze parkeerde.
Ten laste is gelegd dat een bromfiets is vernield en/of beschadigd. De rechtbank stelt bij de beoordeling voorop dat vernieling het zodanig beschadigen van een voorwerp is dat het niet meer door reparatie in de oude toestand kan worden hersteld. Dit geldt voor – in ieder geval – de beschermlaag van de tachometer, maar dit geldt niet voor de bromfiets in het geheel. Gelet op de bewoording van de tenlastelegging, acht de rechtbank daarom de beschadiging van de bromfiets wettig en overtuigend bewezen.
4.1.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan beschadiging van een bromfiets.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 17 november 2022 te [plaats01] opzettelijk en wederrechtelijk een bromfiets merk/type: Piaggio Vespa Sprint, kenteken: [kenteken01] , die geheel of ten dele aan [slachtoffer01] , toebehoorde heeft beschadigd.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering maatregel

7.1.
Algemene overweging
De maatregel die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de maatregel is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan beschadiging van een bromfiets. De verdachte heeft door op deze wijze te handelen geen respect getoond voor het eigendom van iemand anders.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 februari 2022, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd op 4 januari 2023. Dit rapport houdt – kort gezegd – het volgende in.
Kijkend naar de leefsituatie van de verdachte constateert de reclassering dat er risicofactoren zijn op het gebied van huisvesting, dagbesteding, financiën, houding en psychosociaal functioneren en wellicht ook op het gebied van middelengebruik. Hierdoor wordt het recidiverisico hoog geschat. Op basis van het delictverleden, onderhavig feit en het psychosociaal functioneren, schat de reclassering het risico op letselschade bij anderen in als gemiddeld. De verdachte is in het verleden meerdere keren veroordeeld voor geweldsdelicten. De verdachte heeft meerdere reclasseringstoezichten gehad en heeft zich telkens niet gehouden aan de voorwaarden en afspraken. De conclusie is dat een reclasseringstoezicht niet voldoende toereikend is om de problematiek en het delictgedrag van de verdachte aan te pakken. Bij een veroordeling adviseert de reclassering een onvoorwaardelijke ISD-maatregel. De verdachte is een stelselmatige dader. Zijn onstabiele leefsituatie, psychosociaal functioneren, pro criminele houding en houding ten opzichte van hulpverlening maken dat het recidiverisico hoog blijft. Om de kans op recidive terug te dringen is het van belang dat het gedrag en het gebrekkige coping-mechanisme van de verdachte worden behandeld. De reclassering ziet de ISD-maatregel als meest aangewezen manier of middel om dit te verwezenlijken en om het patroon van vastzitten, vrijkomen en terugvallen in delictgedrag te doorbreken.
Psychiater [naam02] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd op 28 december 2022. Dit rapport houdt – kort gezegd – het volgende in.
De bevindingen van het onderzoek en de beschikbaar gestelde stukken wijzen op een aanzienlijke beperking van de gedragskeuzen en gedragingen van de verdachte door maniforme ontremming ten tijde van de hem ten laste gelegde vernieling. Er wordt geadviseerd hem het ten laste gelegde bij bewezenverklaring in een sterk verminderde mate toe te rekenen. Gezien de voorgeschiedenis van de verdachte van herhaalde veroordelingen wegens vermogens- en geweldsdelicten, gebrek aan medewerking aan toezicht en begeleiding en mijden van zorg wordt geadviseerd het recidiverisico bij bewezenverklaring te beperken door psychiatrische behandeling en resocialisatie van de verdachte in het kader van plaatsing in een instelling voor stelselmatige daders.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan één of meer misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. De verdachte is blijkens het op zijn naam gestelde uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 februari 2023 in de vijf jaren voorafgaande aan het door hem begane feit ten minste driemaal tot een vrijheidsbenemende straf veroordeeld. De desbetreffende vonnissen zijn onherroepelijk. Het onderhavige feit is begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen. Er moet ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan.
De verdediging heeft bepleit om geen ISDmaatregel op te leggen, maar een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest. Na de vorige voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel heeft de verdachte niet de mogelijkheden gehad om zijn kansen te benutten. Subsidiair heeft de verdediging verzocht om bij oplegging van de ISD-maatregel de duur van het voorarrest in mindering te brengen op de duur van de maatregel. De rechtbank ziet geen aanleiding deze verzoeken te volgen.
De rechtbank stelt vast dat de tot op heden aan de verdachte opgelegde straffen er niet toe hebben geleid dat het criminele gedrag van de verdachte is beëindigd. Op 3 juni 2022 is aan de verdachte een voorwaardelijke ISD-maatregel opgelegd. De rechtbank heeft daarbij overwogen dat de verdachte een allerlaatste kans verdient om met behulp van reclasseringsbegeleiding een hulpverleningstraject te doorlopen. De rechtbank constateert dat de verdachte deze kans niet heeft benut. Ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte zich niet aan de afspraken met de reclassering heeft gehouden en dat de reclassering geen mogelijkheden ziet om te werken aan vermindering van het risico op recidive. De rechtbank onderschrijft de conclusies van de reclassering en de psychiater dat oplegging van de ISDmaatregel is aangewezen.
Gelet op de door hem steeds weer veroorzaakte overlast en schade staat thans het belang van de samenleving voorop. De veiligheid van personen of goederen vereist dat aan de verdachte wordt opgelegd de maatregel plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren. Daarbij is mede gelet op ernst van het begane feit en de veelvuldigheid van de voorafgaande veroordelingen. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat de maatregel er mede toe strekt de maatschappij te beveiligen en de recidive van verdachte te beëindigen. Om de ISD-maatregel optimaal te benutten, wordt de duur van het voorarrest niet op de maatregel in mindering gebracht.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen maatregel passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 38m, 38n en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
gelast dat de verdachte wordt geplaatst in
een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Wielhouwer, voorzitter,
en mrs. A.M. Zwaneveld en D.F. Smulders, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.H. Frerichs, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 17 november 2022 te [plaats01] opzettelijk en wederrechtelijk een bromfiets (merk/type: Piaggio Vespa Sprint, kenteken: [kenteken01] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer01] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield en/of beschadigd.