Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde tot een taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, waarvan 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
- veroordeling van de verdachte ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde tot een geldboete van € 500,= voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
4.Waardering van het bewijs
aanmerkelijkonvoorzichtig heeft gereden. Het door de verdachte veroorzaakte verkeersongeval, waarbij bij het slachtoffer [slachtoffer01] (de broer van de verdachte) zwaar lichamelijk letsel is toegebracht, is gelet op het voorgaande aan zijn schuld als bedoeld in artikel 6 WVW te wijten. Het onder 1 primair ten laste gelegde is daarom wettig en overtuigend bewezen.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
van het onder1 primair bewezen verklaarde feitde bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
12 (twaalf) maanden;