In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 28 februari 2023, wordt het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind01], aangehouden. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, die een machtiging tot uithuisplaatsing voor een jaar verzoekt. De moeder van [naam kind01] is belast met het ouderlijk gezag en heeft verweer gevoerd tegen het verzoek. De kinderrechter heeft de zaak behandeld tijdens een mondelinge zitting met gesloten deuren, waarbij zowel de moeder als [naam kind01] aanwezig waren. De GI was wel opgeroepen, maar verscheen niet op de zitting.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind01] al geruime tijd niet naar school gaat, wat leidt tot een dreigende leerachterstand en een gebrek aan sociale contacten. De moeder heeft aangegeven dat [naam kind01] een sterke band heeft met haar vader, die momenteel in detentie zit, maar naar verwachting op 3 mei 2023 weer thuis zal zijn. De kinderrechter is van oordeel dat de terugkomst van de vader mogelijk een positieve invloed kan hebben op de schoolgang van [naam kind01].
Gezien de recente ontwikkelingen in de schoolgang van [naam kind01] en de zorgen die al lange tijd bestaan, heeft de kinderrechter besloten de beslissing op het verzoek aan te houden. De GI is verzocht om voor een bepaalde datum te rapporteren over de actuele stand van zaken. De kinderrechter heeft benadrukt dat het verzoek tot uithuisplaatsing op dit moment niet passend is, omdat dit de positieve ontwikkeling in de schoolgang van [naam kind01] zou kunnen doorkruisen. De zaak zal op een later tijdstip opnieuw worden behandeld.