In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 februari 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind01]. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) verzocht om de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen voor de duur van zes maanden, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en vader van [naam kind01] aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de GI.
De feiten wijzen uit dat [naam kind01] sinds september 2022 verblijft bij [naam instelling01] na een periode van zorgelijke ontwikkeling bij de grootmoeder aan vaderszijde. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind01] nog steeds ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, maar dat er positieve veranderingen zichtbaar zijn sinds de plaatsing bij [naam instelling01]. De moeder staat open voor een terugplaatsing, maar erkent dat intensieve hulpverlening noodzakelijk is. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling te verlengen tot 15 augustus 2023 en een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen voor dezelfde periode.
De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 28 februari 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.