In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 januari 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam kind01]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 6 februari 2023 en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een verlenging van zes maanden. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel de moeder als de vader, bijgestaan door hun advocaten, aanwezig waren. De moeder heeft verweer gevoerd tegen de verlenging, stellende dat er geen ontwikkelingsbedreiging voor [naam kind01] is en dat de situatie goed is. De vader daarentegen steunt het verzoek van de GI, wijzend op de spanningen tussen de ouders en de impact daarvan op [naam kind01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een onrustige situatie voor [naam kind01], met onvoldoende communicatie tussen de ouders en een gebrek aan vertrouwen. De kinderrechter oordeelt dat de ouders niet in staat zijn om samen de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen en dat hulpverlening noodzakelijk is. Daarom is besloten om de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen tot 6 juli 2023, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is.