ECLI:NL:RBROT:2023:2680

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 januari 2023
Publicatiedatum
28 maart 2023
Zaaknummer
C/10/648501 / JE RK 22-2729
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 januari 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam kind01]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 6 februari 2023 en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een verlenging van zes maanden. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel de moeder als de vader, bijgestaan door hun advocaten, aanwezig waren. De moeder heeft verweer gevoerd tegen de verlenging, stellende dat er geen ontwikkelingsbedreiging voor [naam kind01] is en dat de situatie goed is. De vader daarentegen steunt het verzoek van de GI, wijzend op de spanningen tussen de ouders en de impact daarvan op [naam kind01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een onrustige situatie voor [naam kind01], met onvoldoende communicatie tussen de ouders en een gebrek aan vertrouwen. De kinderrechter oordeelt dat de ouders niet in staat zijn om samen de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen en dat hulpverlening noodzakelijk is. Daarom is besloten om de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen tot 6 juli 2023, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/648501 / JE RK 22-2729
datum uitspraak: 31 januari 2023

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen: de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind01]

geboren op [geboortedatum01] 2013 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam02] ,

Hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 20 december 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het emailbericht van de GI, met als bijlage het gezinsplan, van 23 januari 2023, binnengekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 31 januari 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat, mr. N. Schiettekatte,
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat, mr. K.M. van Wijngaarden,
- een tweetal vertegenwoordigers van de GI, [naam03] en [naam04] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind01] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 20 december 2022 is de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengd tot 6 februari 2023.

Het aangehouden verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen voor de duur van zes maanden. Een maand hiervan is reeds verleend. Een periode van vijf maanden resteert.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. In de afgelopen periode is de samenwerking moeizaam gestart. Uiteindelijk heeft een huisbezoek bij de moeder plaatsgevonden. Dit is goed verlopen en er is een gesprek geweest met de moeder en [naam kind01] . Naar aanleiding hiervan zijn de basale zorgen uit het raadsrapport over de opvoedsituatie bij de moeder komen te vervallen. De zorgen van de GI blijven nog bestaan op het gebied in hoeverre [naam kind01] wordt belast met de ruzies en spanningen tussen de ouders. Daarnaast is de GI niet goed op de hoogte hoe de omgang tussen [naam kind01] en de vader eruitziet. Bij het laatste contact met vader is door vader aangegeven dat er geen contact was, omdat vader het niet meer zag zitten en te veel stress ervaarde van de situatie. De GI vindt het noodzakelijk dat er aandacht komt (middels hulpverlening) voor de communicatie tussen de ouders en de omgang tussen de vader en [naam kind01] . Ook vindt de GI van belang dat er zichtkomt op de wijze waarop de communicatie tussen de moeder en [naam kind01] over de scheidingssituatie verloopt. De GI wil gaan kijken welke afspraken er zijn en of die in het belang van [naam kind01] zijn. Hoewel het gezin geen vaste jeugdbeschermer heeft, kan vanuit het beheerteam vrijwel direct ambulante hulpverlening worden ingeschakeld. Zij moeten vervolgens zicht krijgen op hoe de situatie nu is en een concreet advies geven over het vervolg van de hulpverlening. Mocht dit niet lukken, dan wil de GI ondersteuning inzetten vanuit Enver. Dat betreft een traject gericht op ouderschap en scheiding, waarbij gekeken wordt welke elementen van verschillende trajecten het meest passend zijn binnen deze situatie. Beide opties staan op dit moment open. De moeder staat open voor het parallel ouderschapstraject, maar daar is op dit moment een wachtlijst. De moeder heeft tot op heden geen toestemming gegeven voor ambulante zorg in de thuissituatie. De grootste zorg is op dit moment gelegen in de communicatie tussen de ouders en hoe de ouders hun ouderschap gaan vormgeven in het belang van [naam kind01] .

De standpunten

Door en namens de moeder wordt verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. Er niet voldaan aan de gronden van een ondertoezichtstelling omdat er geen sprake is van een ontwikkelingsbedreiging bij [naam kind01] . [naam kind01] lijkt weinig last te hebben van de spanningen tussen de ouders. De moeder ontkent niet dat ze daar last van heeft gehad, maar [naam kind01] uit dit op het moment niet. Het gaat goed met [naam kind01] . Er is vanuit de GI geen contact opgenomen met de school, maar de school heeft erkend dat het erg goed gaat met [naam kind01] . De omgang met de vader is stopgezet omdat de vader geen contact met [naam kind01] wilde tot aan de zitting. De moeder vindt dat heel erg voor [naam kind01] . Volgens de moeder is de ontwikkelingsbedreiging van [naam kind01] op dit moment enkel hypothetisch van aard. Er is geen sprake van een scheiding. De ouders zijn niet getrouwd geweest en hebben na de geboorte van [naam kind01] niet samengewoond. [naam kind01] weet niet beter en zij zelf de conclusie heeft getrokken dat de ouders niet bij elkaar passen, maar dit vormt voor haar geen probleem. Het kan misschien dat [naam kind01] later tekenen gaat laten zien, maar daar is nu geen sprake van. Er zijn onvoldoende objectiveerbare gronden aangevoerd. Op dit moment is ook niet duidelijk welke hulpverlening wordt doorgezet. Er zijn aanmeldingen gedaan door de GI, maar het is onduidelijk wat de stand van zaken is. Daarbij komt dat er geen vaste jeugdbeschermer is en dus geen vast aanspreekpunt. De moeder heeft aangegeven open te staan voor een traject als het parallel ouderschap, dat in het vrijwillige kader kan worden uitgevoerd. De moeder staat open om transparant te communiceren. De moeder stelt dat er een ouderschapsplan is bekrachtigd, dat zij communiceert met de vader en dat er een omgangsregeling loopt.
Door en namens vader wordt het volgende aangevoerd. Het leek er op alsof het beter ging tussen de ouders en dat de omgang op een goede manier kon worden vormgegeven. Op dit moment lijkt het echter alsof de ouders weer terug bij af zijn. Er zijn afspraken gemaakt, maar de moeder zet deze naar eigen hand. De vader maakt zich zorgen over het veelvuldig schoolverzuim van [naam kind01] . Hij heeft een telefoonabonnement voor [naam kind01] afgesloten, waardoor hij kan zien wanneer en met wie ze belt. [naam kind01] belt vaak met de moeder laat in de avond waardoor de vader zich afvraagt waar [naam kind01] is. Tevens vraagt de vader zich af als hij met [naam kind01] op de telefoon zit of hij contact heeft met de moeder of met [naam kind01] . De spanningen zijn voor de vader de afgelopen tijd erg hoog opgelopen. Hij wordt moe van alle discussies met de moeder. De vader kon de situatie niet meer overzien en dit is de reden waarom de vader de omgang met [naam kind01] tijdelijk heeft stopgezet. De omgang brengt enorm veel stress mee voor de vader en [naam kind01] . Volgens de vader wordt zijn positie continue door de moeder ondermijnt. Een . ondertoezichtstellingkader is heel hard nodig voor [naam kind01] . De vader staat open voor alle hulpverleningstrajecten. De grote frustratie van vader is dat er veel gepraat wordt, maar niks gebeurd. Als er geen verandering in de situatie komt, dan is er sprake vaneen bedreiging in de ontwikkeling door gevoelens van onveiligheid en een loyaliteitsconflict. [naam kind01] zal niet langer het gevoel hebben dat zij onbelast contact met de vader kan hebben. De vader geeft aan dat [naam kind01] uit alles laat blijken dat ze heel erg aan het laveren is tussen de beide ouders. De vader ondersteunt het verzoek van de GI om de ondertoezichtstelling te verlengen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind01] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. Tussen de ouders zijn al geruime tijd spanningen en zij hebben een slechte verstandhouding met elkaar. De ouders zijn niet in staat om met elkaar te op een constructieve wijze te communiceren, waardoor zij onvoldoende uitoefening kunnen geven aan hun gezamenlijk ouderschap over [naam kind01] . Ter zitting is gebleken dat de spanningen tussen de ouders hoog kunnen oplopen en er vrijwel geen sprake is van vertrouwen in elkaar. De zorgelijke situatie tussen de ouders, waar bij aanvang van de ondertoezichtstelling sprake van was, lijkt geenszins verbeterd. Hoewel ouders van mening verschillen over de vraag of [naam kind01] last heeft van de situatie, is duidelijk dat [naam kind01] nog steeds in een onrustige situatie opgroeit. Daarbij komt dat het contact tussen de vader en [naam kind01] de afgelopen periode stil is komen te liggen. In de situatie waarin [naam kind01] op dit moment opgroeit zit het gevaar dat [naam kind01] gevoelens van onveiligheid gaat ontwikkelen en in een loyaliteitsconflict komt waarbij zij het gevoel kan krijgen niet meer onbelast van haar beide ouders te mogen houden, terwijl dit juist voor haar ontwikkeling van groot belang is. Het is gebleken dat de ouders onvoldoende in staat zijn om de ontwikkelingsbedreiging van [naam kind01] samen weg te nemen. De ouders zullen de belangen van [naam kind01] voorop moeten gaan stellen, waarbij hulpverlening noodzakelijk wordt geacht.
Hulpverlening is tot op heden nog altijd onvoldoende van de grond gekomen. De komende periode is het van belang dat de GI op korte termijn duidelijkheid krijgt over de problematiek die speelt. Het is noodzakelijk dat er meer zicht komt op de thuissituatie bij de moeder en dat zo snel mogelijk passende hulpverlening wordt in gezet om de ouders te helpen hun ouderschap gezamenlijk vorm te geven. De GI is voornemens om ambulante hulpverlening of een ouderschapstraject in te zetten.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengen voor resterende de duur van vijf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] tot 6 juli 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2023 door mr. J.S. van den Berge, kinderrechter, in tegenwoordigheid van A.J.E. van der Veer als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 15 februari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.