In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 maart 2023 een beschikking gegeven in het verzoek van Toeda B.V. om een voorlopig getuigenverhoor te laten plaatsvinden. Toeda, exploitant van een coffeeshop in Rotterdam, verzoekt dit getuigenverhoor in het kader van een civiele procedure die verband houdt met een omgevingsvergunning die is verleend aan een middelbare school in de nabijheid van haar onderneming. De rechtbank oordeelt dat de lopende bestuursrechtelijke procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State niet in de weg staat aan het belang van Toeda bij het houden van een getuigenverhoor. De rechtbank stelt vast dat het verzoek van Toeda voldoet aan de wettelijke eisen en dat er geen strijd is met de goede procesorde. De gemeente Rotterdam had aangevoerd dat Toeda geen belang had bij het getuigenverhoor, maar de rechtbank weerlegt dit argument door te stellen dat de uitkomst van de bestuursrechtelijke procedure nog ongewis is. De rechtbank wijst het verzoek van Toeda toe en bepaalt dat de getuigen zullen worden gehoord door een nader te benoemen rechter op een in overleg met partijen vast te stellen datum.